HET KLIMAAT: EEN CORONACRISIS IN SLOW MOTION
Bij de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog eergisteren in Amsterdam, hield de Nederlandse koning WillemAlexander zijn toespraak op de nagenoeg lege Dam vanop een verhoogje. Zo’n tribune dient om wie erop staat boven het publiek te laten uittorenen en voor iedereen zichtbaar te maken. Maar er was maandag geen publiek, niemand belemmerde het uitzicht op de spreker. Het publiek zat thuis in lockdown. Er was zelfs geen reden om dat op de Dam te doen, want manifestaties op publieke plekken dienen alleen om er veel publiek bij te hebben.
In coronatijd was deze vorm een anachronisme, niet aangepast aan de tijd. Ze getuigt van een inertie die de vorm (spreken op de Dam) achterop deed lopen op de inhoud (de herdenking). Al sprak daar ook optimisme uit: we veinzen nu even dat er toch veel volk bij was, want we hopen dat alles weer wordt als vroeger. Wat zouden we dus moeite doen om een nieuwe vorm te bedenken? Toch weet niemand wanneer dat weeralsvroeger eraan komt. Het virus raakt nu wel onderdrukt, maar het kan zo weer oplaaien, eerder vroeg dan laat. Meer nog: kan het in dat ‘nieuwe normaal’ ooit weer net als vroeger worden?
Maar elk nadeel hep enzovoorts. Zelfs CD&Vvoorzitter Joachim Coens, toch niet de meest visionaire onder de Belgische politici, kan in deze coronatijd niet zwijgen over de nood aan ‘anders gaan leven’, met meer nadruk op nabijheid en duurzaamheid (DS 2 mei). Dat thema, los van zijn associatie met de groene partij, is bekend. Sinds min of meer uitzicht bestaat op wat de klimaatverandering zoal in petto heeft, worden ook de remedies ervoor zichtbaar, onder meer nabijheid en duurzaamheid, en dus ook kortere ketens in de economie, ook in de voedselproductie, vaker de trein dan het vliegtuig nemen, minder energie verspillen, zuiniger omgaan met ruimte en grondstoffen, respectvoller omgaan met de natuur, het lijstje is bekend.
Dat vergt een inspanning: de mens is nu eenmaal een gewoontedier en kan altijd verleid worden tot inertie en anachronismen. Maar het omkeren van gewoonten wordt pas een verlies als er niets voor in de plaats komt. De levenskwaliteit hoeft daar niet onder te lijden, toch als de partytrip met een weekendje dansen in Ibiza niet als levensnoodzakelijk wordt gezien. En op voorwaarde dat iedereen in die oefening een plaats krijgt, dus niet alleen wie zich een elektrische auto of zonnepanelen kan veroorloven. Zonder een billijke, democratische en solidaire spreiding van lusten en lasten lukt het niet, zoals de gele hesjes al hebben geleerd. Daarmee is de klimaatcrisis zonder meer een coronacrisis in slow motion. Zodat die laatste ten goede kan worden gekeerd als ze ook mag dienen als een inderdaad zeer intense generale repetitie voor de eerste.
Het coronavirus is nu eenmaal erg besmettelijk, zodat het pas kan verdwijnen als nergens nog besmettingshaarden bestaan. Het virus om financiële of politieke redenen laten woekeren op continenten of in landen waarvoor geen belangstelling bestaat, pakweg Afrika of Iran, zal iedereen er toch blijvend kwetsbaar voor maken. Dat kan dus geen optie zijn. Idem met het klimaat.
Dat alles vraagt om een nieuwe definitie van wat het algemeen belang kan zijn, zowel sociaal als geografisch. Dat is geen geringe opgave, in de eerste plaats voor politici die ook het gewoontedier in hun kiezer moeten aanspreken, maar nu al terugschrikken voor pakweg statiegeld op blikverpakkingen, rekeningrijden, de betonstop of, nu we toch bezig zijn, een vermogensbelasting.
Veel daarvan heeft ook een ernstige sociale keerzijde. Hoe kunnen armen het duurdere lokaal geproduceerde voedsel betalen? Moeten de Keniaanse snijboonkwekers dan maar werkloos worden? Zal armen nooit nog de kans worden gegund om ook eens voor weinig geld het vliegtuig te nemen? Dat alles billijk en duurzaam oplossen, vereist een ernstige denkoefening over hoe de wereld nu, vooral economisch, is georganiseerd.
Het is niet onredelijk om een notie als het algemeen belang te wantrouwen, zeker niet in een tijd waarin ze niet meer is dan de som van ieders eigenbelang. Dat laatste is niet houdbaar bij collectieve dreigingen als corona of de klimaatverandering – tenzij de wereld zich zou reorganiseren in isolationistische politiestaten, naar het dystopische model van The handmaid’s tale.
In elke samenleving bestaan spanningen en conflicten, en dan dient het inroepen van het algemeen belang al te vaak om tegenstellingen en ongelijkheden te negeren. Het algemeen belang is dan een dekmantel voor politiek conservatisme, een veralgemenend excuus om de status quo zoals die is gegroeid, in stand te houden. Een klassiekertje daarin is het zogeheten trickledowneffect: de welvaart van wie rijk is, zou ook ten goede komen van wie arm is. Toch is dat niet meer dan een onbewezen neoliberaal theorietje dat vooral dient om structurele ongelijkheden te legitimeren.
Om nu de coronacrisis te overwinnen moet letterlijk iedereen veel burgerzin opbrengen, mondkapjes dragen, afstand houden en nog zoveel meer. Daar mag iets tegenover staan. Een eeuw geleden was dat ook zo, toen alvast de Belgische mannen voor hun inzet tijdens de Eerste Wereldoorlog werden ‘beloond’ met het algemeen enkelvoudig stemrecht.
Nu van iedereen zoveel burgerzin wordt gevraagd, mag daar straks ook wel iets tegenover staan