HET NIEUWE CORONAVIRUS IS VERBAZINGWEKKEND STABIEL
Slechts op elf plekken zitten er variaties in het genoom van het nieuwe coronavirus. Er zijn vandaag geen aanwijzingen dat er in sommige landen gevaarlijkere varianten rondgaan dan elders.
Het sarsCoV2virus reist de hele wereld af. Vanuit China sprong het over naar alle andere continenten. Intussen is het ook al terug van Europa naar China geëxporteerd. In Amerika circuleert niet alleen een Chinese variant van het virus (vooral aan de westkust), maar ook een ‘typisch’ Europese stam (vooral aan de oostkust). De hamvraag daarbij: verandert het virus onderweg? Wordt het virus tijdens zijn reis meer of minder besmettelijk? Maken nieuwe varianten de patiënten meer of minder ernstig ziek? Hebben de mensen in New York mogelijk pech, omdat daar vooral de ‘Europese’ variant van sarsCoV2 de ronde doet?
Na de eerste vier maanden van onderzoek zijn de antwoorden geruststellend. Tot dusver zijn er geen aanwijzingen dat er in sommige delen van de wereld meer doden vallen doordat er een gevaarlijkere variant van het nieuwe coronavirus rondgaat dan elders. Over het algemeen blijken er relatief weinig varianten van het virus in omloop zijn.
Over de hele wereld brengen onderzoekers sinds januari – toen de eerste genoomsequentie van sarsCoV2 in China werd gepubliceerd – de verschillende varianten van het virus in kaart. Ze kijken naar foutjes, of ‘mutaties’, die in het RNA van het virus (het genoom) zijn geslopen. Daaruit valt af te leiden welke varianten afstammelingen moeten zijn van andere varianten. Stelselmatig ontstaat zo een stamboom van het virus, die meer en meer vertakt geraakt naarmate de tijd vordert, want sarsCoV2 muteert zoals elk virus.
‘We kennen nu elf plekken in het genoom van sarsCoV2 waar er variaties optreden’, zegt Kevin Ariën, professor virologie aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde. ‘Dat is niet veel, zeker niet als je bedenkt dat sarsCoV2 het grootste RNAgenoom heeft van alle virussen die we kennen.’
Ook Ariëns collegaviroloog professor Piet Maes (RegaInstituut, KU Leuven) zegt dat het virus ‘verbazingwekkend’ stabiel is. ‘Andere virussen die zo wijdverspreid zijn geweest, denk aan de Mexicaanse griep, kennen veel meer varianten. Elke besmetting van een nieuwe patiënt biedt weer een nieuwe kans op mutaties. Dat de varianten van sarsCoV2 onderling toch zulke grote gelijkenissen vertonen, is uniek.’
Afgelegd traject
Het ‘stamboomonderzoek’ is ook interessant omdat het afgelegde traject van het virus bij zijn reis rond de wereld zichtbaar wordt. Virologen onderscheiden drie grote families of ‘genotypes’ van het sarsCoV2virus. Eerst was er het genotype A, dat als allereerste in Wuhan de kop opstak, maar eigenlijk slechts beperkt circuleerde. Het is de stam van het virus die het dichtst in de buurt komt van de coronavirussen die in vleermuizen en schubdieren zijn gevonden. Genotype B, de opvolger van A, veroorzaakte de grote uitbraak in Wuhan. Genotype C, dat maar op één plek in het genoom verschilt van genotype B, werd de belangrijkste variant buiten China. Via Singapore bereikte dat Europa.
De onderzoekers zijn er nog niet uit wat de mutaties in het genoom precies voor ons, mensen, betekenen. Enkele weken geleden losten Chinese onderzoekers een schot voor de boeg toen ze een paper over experimenten in hun lab online zetten, die de gebruikelijke kwaliteitstoetsing, de peerreview, nog niet had doorlopen. Daarin tonen ze aan dat bepaalde varianten van het sarsCoV2virus er beter in slagen om cellen te infecteren dan andere varianten. De vorsers concluderen daaruit dat mutaties een effect kunnen hebben op hoe ziek het virus mensen kan maken.
Maar die conclusie is te kort door de bocht, zeggen de professoren Ariën en Maes. ‘Wat er in cellen in het lab gebeurt, mag je niet zomaar vertalen naar wat het virus in een complex systeem als het lichaam doet’, aldus Ariën.
Al in november
Door de mutaties van het virus te bestuderen en via de stamboom ook te schatten rond welke tijd de eerste varianten rondgingen, wordt volgens Ariën wel duidelijk dat het virus al eerder circuleerde zonder dat iemand het had opgemerkt. ‘In China weten we dat het virus mogelijk al in november lokaal circuleerde. Het zou goed kunnen dat het virus ook bij in Europa onder de radar geïntroduceerd en uitgezaaid was, enkele weken vooraleer het eerste geval bevestigd was.’
‘Elke besmetting biedt weer een nieuwe kans op mutaties. Dat de varianten van sarsCoV2 toch zulke grote gelijkenissen vertonen, is uniek’
PIET MAES Viroloog (KU Leuven)