MINDER WERKEN VOOR MINDER
Brussels Airlines staat model, zowel voor waar we vandaan komen als voor waar we heen gaan. De Belgische luchtvaartmaatschappij maakte deel uit van een onhoudbaar businessmodel. Het vliegverkeer was de laatste decennia uitgegroeid tot een van de grootste aanjagers van de klimaatopwarming. Maar ook vanuit economisch oogpunt was de sector niet duurzaam. De hyperconcurrentie maakte de prijzen onrealistisch laag. Dat leidde tot flinterdunne winstmarges waarop geen crisisbestendige toekomst gebouwd kon worden. Zo zag de hele wereld er enkele maanden geleden uit, toch?
Nu de netelige kwestie van de redding van het dodelijk gewonde Brussels Airlines voorligt, tekenen er zich strategieën af die we straks, naarmate de economische averij van de coronacrisis zichtbaarder wordt, vaker zullen zien.
Dat de Lufthansagroep, waartoe Brussels Airlines behoort, kiest voor een forse reductie van het personeel, is in de gegeven omstandigheden onvermijdelijk. En dat, onder meer door deeltijds werken, geprobeerd wordt het aantal naakte ontslagen zo klein mogelijk te houden, is op het eerste gezicht lovenswaardig. Maar die aanpak is alleen maar logisch als de problemen tijdelijk zijn.
In een omgeving waarin de omzet voor afzienbare tijd structureel lager zal liggen, is het een zwaktebod. Het is de eeuwige dwaling dat er nu eenmaal een bepaalde hoeveelheid werk is, die dan maar billijk verdeeld moet worden over het aantal gegadigden. Met hetzelfde argument zal men wellicht straks ook weer oudere werknemers uit de arbeidsmarkt beginnen te duwen, zodat jongeren hun plaats kunnen innemen.
Want wat Brussels Airlines overkomt, overkomt ons allemaal. Als we de gekelderde economische groei willen opvangen door dit soort recepten, kiezen we voor de collectieve verarming. Ook dat blijkt nu al uit de plannen van Lufthansa. De overblijvende werknemers van het Belgische dochterbedrijf zullen moeten inleveren, nog los van de voorgenomen arbeidsherverdeling. Het wordt minder werken voor minder.
De redding van de luchtvaartmaatschappij heeft vele facetten, ook strategische en politieke. Maar het is belangrijk om, naast het sociaaleconomische gewicht van een mogelijk verdwijnen ervan, ook het voorbeeldeffect in ogenschouw te nemen. Het getuigt van te weinig ambitie om wat overblijft van onze economie, gewoon onder elkaar te verdelen. We moeten op zoek naar nieuwe, duurzamere manieren om groei te genereren. Dat begint met te erkennen dat de wereld veranderd is. Je kunt niet herverdelen wat er niet meer is.
Straks zal men opnieuw oudere werknemers uit de arbeidsmarkt gaan duwen