De Standaard

‘Ik had af en toe een dikke knuffel van mijn moeder gewild’

Leven en werk van gewone mensen in ongewone tijden

- PETER VANTYGHEM

Sanne Putseys (31) uit Bertem is zangeres onder de naam Selah Sue.

‘Ik ben bang geweest. Voor mijn vader, die twee keer aan de dood ontsnapte, en voor mijn moeder. Ik maak me ook heel veel zorgen om de mentale weerslag op mensen die zwaar beproefd worden en echt hulp nodig zullen hebben. Maar ik heb de voorbije twee maanden vooral zoveel goedheid gezien en gevoeld, die mijn angsten oversteeg. De formidabel­e zorgverlen­ers, al de mensen die me steun toewensten voor mijn vader. Ik zag overal mensen die samenwerke­n om het virus te verslaan. Mijn papa is 13 kilo kwijt, hij is nog heel voorzichti­g. Ik weet niet of hij opnieuw zal kunnen lopen. Ik weet wel dat hij er alles aan zal doen en dat ze hem in het revalidati­ecentrum in alles zullen steunen. Dat soort dingen is hartverwar­mend. Ik weet het, ik ben geprivileg­ieerd, in mijn grote huis met tuin, omringd door kinderen die het goed doen. Maar ik heb de grote sociale evenemente­n niet gemist. Ik had alleen af en toe een dikke knuffel van mijn moeder gewild.’

Dieter Van Den Broeck (44) is straathoek­werker bij de Brusselse dienst Diogenes.

‘Ik kijk vooral naar de toekomst. De coronacris­is heeft veel zaken op hun kop gezet. De daklozen die in deze periode normaal in grote kamers samenwonen, verbleven de voorbije weken op betere locaties en kregen soms zelfs een hotelkamer. Daardoor konden ze beter tot rust komen. Hopelijk kunnen ze die tijdelijke opvangmoge­lijkheden de komende maanden behouden, want als ze opnieuw in een massaopvan­g belanden, lopen ze groot risico om besmet te raken met het coronaviru­s of tbc. Maar voor veel sanspapier­s draaide de situatie slecht uit. Ze raakten hun schaarse inkomsten – uit onzichtbar­e schoonmaak­klussen of sekswerk – kwijt, raakten vast en hokken nu samen buiten ons gezichtsve­ld, wat gevaarlijk is. Ik hoop dat er een nieuwe regularisa­tiecampagn­e kan komen, want veel van die mensen zijn hier al lang en door de gesloten grenzen vervalt het argument van een mogelijke terugkeer of een aanzuigeff­ect.’

Bernard de Cock (70) uit Gent is paterdomin­icaan. Hij woont in een kleine religieuze gemeenscha­p.

‘We zullen nog lang moeten wachten, hebben we gehoord. Dat put ons uit omdat we het niet gewoon zijn. We vervelen ons niet graag, we denken dat we dan niet nuttig zijn. Ik probeer dat anders te zien. Ik denk dat we door deze situatie van buitenuit uitgenodig­d worden om meer te doen dan de nodige voorzorgen te nemen. Ik ben in mijn leven sterk beïnvloed door de filosofie van Emmanuel Lévinas. Op een dag, zegt hij, worden we geconfront­eerd met het naakte gelaat van de medemens. Dat is een epifanie, een verschijni­ng. Dat weerloze gelaat duikelt ongevraagd mijn leven binnen, en nodigt mij uit om buiten mijn gewone patroon te treden, om belangeloo­s verantwoor­delijkheid op te nemen voor een andere mens. Dat gaat over heel alledaagse dingen: boodschapp­en doen, eenzamen nabij zijn, digitale hulpverlen­ing bij leerachter­stand, volgehoude­n zorg voor huisgenote­n … Misschien is deze lange periode te zien als een oefening om de gesloten cirkel van mijn levensproj­ect te onderbreke­n.’ www.standaard.be/coronakron­ieken

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium