Pensioensparen kan op zesmanieren
Naast alle klassieke formules van pensioensparen vindt u dit jaar ook een nieuwkomer op het aangifteformulier: het Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW).
De aangiftecodes voor de diverse formules van pensioensparen liggen verspreid over verschillende vakken in het aangifteformulier. In welk vak horen uw pensioenbijdragen thuis?
VAPW
De nieuwkomer van dit jaar is het Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW). Deze formule is bedoeld voor werknemers die geen (of een beperkt) aanvullend pensioen opbouwen via hun werkgever. VAPWpremies worden door de werkgever ingehouden van het nettoloon van de werknemer en doorgestort naar een pensioeninstelling die werd aangeduid door de werknemer.
In 2019 kon u via deze formule maximaal 3% van uw bruto bezoldiging (van 2017) laten opzijzetten voor een aanvullend pensioen, met een minimum van 1.600 euro. De betaalde premies geven recht op een belastingvermindering van 30%. Keerzijde van de medaille: als u met pensioen gaat, wordt het opgebouwde kapitaal belast tegen 10%.
Hebt u vorig jaar op vrijwillige basis bijdragen laten inhouden voor het VAPW, dan moet u de belastingvermindering aanvragen via vak IV van de aangifte (wedden, lonen, ..) bij de aangiftecodes
1387/2387. U moet de belastingvermindering niet zelf berekenen, maar u mag de volledige premie aangeven. Het betaalde bedrag vindt u terug op uw fiscale loonfiche 281.10, naast de code 387.
Individueel pensioensparen
Voor het klassieke pensioensparen (via fonds of verzekering) bestaan er twee fiscale plafonds: bedragen tot 980 euro (betaald in 2019) geven recht op een belastingvermindering van 30%. Voor stortingen tot 1.260 euro bedraagt de belastingvermindering 25%.
Op de belastingaangifte vindt u in vak X één gemeenschappelijke aangiftecode 1361/2361 voor de twee varianten. Voor bedragen tot 980 euro past de fiscus automatisch de belastingvermindering van 30% toe. Is het aangegeven bedrag hoger, dan wordt de belastingvermindering berekend tegen 25%.
Jaarlijks vullen zowat 1,8 miljoen belastingplichtigen deze aftrekpost in, goed voor een bedrag van 570 miljoen euro.
POZ
Dit was een nieuwkomer op de aangifte van vorig jaar: de Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen zonder vennootschap (POZ). Deze formule is alleen beschikbaar voor zelfstandigen die zonder vennootschap werken. Ze is bedoeld als alternatief voor fiscaal voordelige pensioenopbouw via een groepsverzekering of IPT, die enkel toegankelijk is voor zelfstandigen mét een vennootschap.
POZbijdragen geven recht op een forfaitaire belastingvermindering van 30%. Als zelfstandige moet u uw POZbijdragen aangeven in vak X van de belastingaangifte, rubriek D, codes 1342/2342.
VAPZ
Via het Vrij Aanvullend Pensi
oen voor Zelfstandigen (VAPZ) kunnen zowel zelfstandigen mét als zonder vennootschap een aanvullend pensioenkapitaal opbouwen. De betaalde bijdragen worden afgetrokken van uw beroepsinkomsten, zodat u niet alleen een belastingbesparing realiseert, maar ook een besparing op uw sociale bijdragen.
U moet de betaalde bijdragen invullen in deel 2 van de belastingaangifte. Afhankelijk van uw beroepsactiviteit vindt u de aangiftecode terug in vak XVI (voor bedrijfsleiders), XVII (voor zelfstandigen) of XVIII (voor vrije beroepen). Bedrijfsleiders gebruiken code 1405/2405, zelfstandigen code 1606/2606 en vrijeberoepers code 1656/2656.
Langetermijnsparen
Stortingen voor een individuele levensverzekering komen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor het federale belastingvoordeel van het langetermijnsparen. Voor uw betalingen in 2019 ligt het plafond op 2.350 euro. Het belastingvoordeel bedraagt 30% van de betaalde premie. Let wel op: u kunt dit voordeel slechts in beperkte mate combineren met de Vlaamse woonbonus.
Op uw belastingaangifte moet u het gestorte bedrag aangeven in het federale luik van vak IX onder de codes 1353/2353 of 1354/2354.
Aanvullend bedrijfspensioen
Houdt uw werkgever iedere maand een persoonlijke bijdrage in voor uw aanvullend bedrijfspensioen (groepsverzekering)? Het betaalde bedrag vindt u op uw loonfiche en moet u invullen in
vak IV, bij code 1285/2285. U krijgt dan 30% van de betaalde premies terug.
Werkt u niet meer bij dezelfde werkgever, maar heeft u de groepsverzekering individueel voortgezet met persoonlijke premies? Dan gebruikt u de code 1283/2283.
Jaarlijks vullen zowat 1,8 miljoen belastingplichtigen de aftrekpost voor individueel pensioensparen in