Wat zijn de spelregels bij een tweede woning?

Wie behalve zijn gezinswoning nog een tweede verblijf bezit, moet specifieke codes invullen.

In het tweede deel van vak IX (federaal) kunt u terecht om de kosten te recupereren van hypotheekleningen die u bent aangegaan voor de aankoop of bouw van een ‘tweede’ woning. Hierbij geldt de basisregel dat het niet om uw hoofdverblijfplaats gaat, dus niet om de gezinswoning, maar om een tweede verblijf (waar u occasioneel verblijft) of om een woning die u (permanent) verhuurt als opbrengsteigendom.

Op kredieten voor een tweede woning of een investeringspand geldt de federale fiscaliteit, zeg maar de ‘federale woonbonus’. Dat is ook het geval wanneer u nog een lening hebt lopen uit de periode tussen 2005 en 2013 die bedoeld was voor uw toenmalige enige en eigen woning, maar die u intussen niet meer zelf bewoont en doorverhuurt. Deze federale woonbonus blijft voorlopig bestaan, van een afschaffing is nog geen sprake.

U vult de intresten in bij de code 1146/2146 en de kapitaalaflossingen bij 1358/2358.

In de praktijk kan de omvang van deze federale belastingvermindering een tegenvaller blijken. De federale woonbonus moet immers altijd voorrang geven aan een regionale korting. Als u dus vorig jaar ook kredietaflossingen hebt gedaan voor uw eigen (gezins)woning, en de Vlaamse woonbonus wil genieten, dan zal dat voordeel in mindering worden gebracht van de federale korting. Mogelijk ‘eet’ de regionale belastingvermindering al de hele korf aan aftrekbare kosten op en blijft er geen ruimte over voor de federale korting.

Huurinkomsten

Hier zijn verschillende scenario’s mogelijk:

U bent eigenaar van een vakantieverblijf, bijvoorbeeld in de Ardennen, dat u niet verhuurt: u vult het nietgeïndexeerde kadastraal inkomen (KI) in bij vak III, code 1106/2106.

Als u deze tweede woning gebruikt voor beroepsdoeleinden, moet u het KI invullen bij code 1105/2105.

Als u uw tweede woning verhuurt voor privégebruik, gelden de regels uit de eerste situatie. Op de werkelijke huurinkomsten wordt geen belasting geheven. Gaat het om een professionele huurder, dan moet u de huurinkomsten wel aangeven bij code 1110/2110. Voor een tweede woning in het buiten

land gelden specifieke regels. (jir)