Een virus trekt zich niets aan van gemeentegrenzen
LUCKAS VANDER TAELEN hekelt dat drie Brusselse burgemeesters zelf beslisten om mondmaskers te verplichten in enkele straten. De crisis moet op gewestelijk niveau aangepakt worden.
Al van bij het begin van de coronacrisis wordt Rudi Vervoort (PS), de ministerpresident van het Brussels Gewest, een gebrek aan leiderschap verweten. Onder anderen Vlaams minister van Brussel, Benjamin Dalle, haalde naar hem uit (DS 8 mei). Net als bij de rellen in Anderlecht vorige maand, blinkt Vervoort (PS) uit in afwezigheid. Het lijkt wel of hij zichzelf een politieke quarantaine heeft opgelegd.
Zijn zeer bescheiden présence heeft tot een vacuüm geleid, dat snel is opgevuld door de burgemeesters. Het lijkt er sterk op dat die vooral willen bewijzen dat de gemeenten nog steeds belangrijker zijn dan het Gewest. Dat deden ze door maatregelen uit te vaardigen voor het eigen territorium, terwijl je het virus beter op het gewestelijke niveau aanpakt. Want een virus trekt zich, in tegenstelling tot de burgemeesters, niets aan van gemeentegrenzen.
Verwarring troef
Eerst was er Olivier Maingain (Défi), de burgemeester van SintLambrechtsWoluwe. Die ontzegde begin maart mensen die terugkeerden uit risicogebieden de toegang tot openbare plaatsen. Alain Maron (Ecolo), de Brusselse minister bevoegd voor gezondheid, vroeg daarna uitdrukkelijk om geen lokale initiatieven te nemen. Maar minstens drie burgemeesters van Brussel trekken zich weinig aan van die oproep.
In Etterbeek, SintLambrechtsWoluwe en SintPietersWoluwe moet je in bepaalde drukke straten een mondmasker dragen (DS 12 mei). Dat is behoorlijk verwarrend voor de modale Brusselaar, want in andere, veel drukkere centra van de hoofdstad is dat niet verplicht. Daarbij komt nog dat niet iedereen goed weet waar de lokale regels van toepassing zijn. Het is in Brussel niet altijd gemakkelijk te weten op welk grondgebied van welke gemeente je bent.
De burgemeester van Etterbeek, Vincent De Wolf, die ook fractieleider is van de MR in het Brussels Parlement, had eerder aangedrongen op een gewestelijke aanpak. Maar nu neemt hij net als zijn collega’s van de twee Woluwes maatregelen op het niveau van zijn gemeente. Dat is natuurlijk in de eerste plaats een uiting van het geringe respect dat de drie burgemeesters hebben voor het regionale niveau, waarvan zij weten dat het heel weinig kan opleggen aan de gemeenten. Maar het toont vooral hoe zwak dat Gewest is en bewijst dat het verwijt van gebrek aan leiderschap van de ministerpresident niet onterecht is.
Vervoort heeft zich in snelheid laten pakken. Een gemiste kans, want hij had kunnen bewijzen dat je een gezondheidscrisis op gewestelijk niveau moet aanpakken. Nu blijkt pijnlijk dat hij nooit boven zijn statuut van dienstdoend burgemeester van zijn Brusselse gemeente Evere is kunnen uitstijgen. Hij blijft net als zijn collegaburgemeesters een overtuigde communalist, die het voortbestaan van de gemeenten noodzakelijk vindt, ook al beantwoorden die niet aan een structuur die de grootstad in 2020 nodig heeft.
Vervoort, die ook voorzitter is van de Brusselse Veiligheidsraad, wil de drie burgemeesters vooral niet bruuskeren. Daar
Rudi Vervoort blinkt uit in afwezigheid: het lijkt wel of hij zichzelf een politieke quarantaine heeft opgelegd