Thuiswerken en op kinderen passen: slechte combinatie
Ik ben een fulltime en nu ook thuiswerkende moeder, met een echtgenoot die ook fulltime thuis werkt. We hebben twee dochters van zes en negen jaar. Al sinds het begin van de lockdown worstelen we met de combinatie van thuiswerken, afstandsonderwijs en de kinderen bezighouden, zonder daarbij het huishouden uit het oog te verliezen.
Ik heb me tot nu toe neergelegd bij alle beslissingen, in het belang van de volksgezondheid. Maar de onzekerheid over de heropstart van de scholen is frustrerend. Sommige leerlingen zullen pas in juni (of pas in september?) terug naar de schoolbanken kunnen.
Wij hielden de moed erin, want onze jongste dochter mocht terug naar school op 15 of 18 mei, en dat vier dagen per week. Maar de realiteit heeft ons ingehaald. De school heeft besloten om de flexibiliteit die minister van Onderwijs Ben Weyts (NVA) aanbiedt ten volle te benutten. We vernamen dat ze ten vroegste op 25 mei zou heropstarten, twee halve dagen per week.
Ik schets even de situatie op de school van mijn kinderen: eerste, tweede en zesde leerjaar met een gemiddelde van vijftien leerlingen per klas (het is een dorpsschooltje), drie verschillende gebouwen met negen verschillende klassen, drie verschillende speelplaatsen met verschillende ingangsmogelijkheden en jonge juffen. Waarom mag mijn kind dan nog niet naar school?
Trots als een pauw kondigde Weyts eind april aan dat hij, zonder te wachten op de Veiligheidsraad, een voorstel voor de heropstart van de scholen had. Want ouders en scholen verdienden duidelijkheid. Maar hij heeft gefaald om de kinderen weer naar school te krijgen, om de ouders de zuurstof te geven die ze zo dringend nodig hebben, om afstandsonderwijs op een goede manier te organiseren. Dat werkt niet, het is te ambitieus voor leerlingen van het lager onderwijs. De ouders doen al het werk. Weyts heeft gefaald om opvang te bieden voor kinderen die thuiswerkende ouders hebben, al negen weken lang. Hij heeft gefaald om perspectief te bieden aan de leerlingen en de ouders.
Het is voor iedereen zwaar, dat begrijp ik. Maar ik hoop, uit het diepste van m’n hart, dat de kreet van de jonge ouders steeds luider wordt en dat er gehoor aan wordt gegeven. Want op elk gebied tekortschieten (in je job, als moeder en als onbetaalde interimonderwijzeres voor de kinderen) is geen fijn gevoel. Als deze situatie in september aanhoudt, dan krijg ik hoogstwaarschijnlijk een burnout, zoals veel andere thuiswerkende ouders.