‘Pintje drinken? Zitplaats boeken’
Verplichte registratie, drank zelf inschenken, geen cashbetalingen, beperkte openingsuren: de horecasector lanceert zelf voorstellen om op 8 juni te kunnen heropenen en krijgt daarbij de steun van Brussels minister Sven Gatz.
BRUSSEL I ‘De onduidelijkheid knaagt. Alle vaste kosten blijven doorlopen, maar we weten nog altijd niet wanneer we weer inkomsten zullen hebben.’ Net als vele collega’s maakt Leentje Bruyninckx, de bazin van café Roskam in het centrum van Brussel, zich zorgen. Ooit is 8 juni naar voren geschoven als de dag waarop de horeca ‘ten vroegste’ kon heropenen, maar die datum is nog niet bevestigd. Het geduld van horecaondernemers raakt op. Aan het Genkse café Meng hangen zwarte doeken uit bij wijze van protest. Anderen proberen zich zo inschikkelijk mogelijk op te stellen.
Bruyninckx is bereid om alle mogelijke veiligheidsmaatregelen te respecteren. Stoelen en deurklinken ontsmetten, handgel plaatsen, mondmaskers dragen of mensen alleen zittend laten consumeren: als het moet, moet het. Maar zal haar café – zonder terras – nog rendabel zijn? En zal de sfeer niet verdwijnen? Ze vraagt het zich af. ‘Een café is en blijft een
‘Wat als je registraties aanneemt voor het terras en het begint plots te regenen?’
YVES PANNEELS Medeuitbater café In de Verzekering tegen de Grote Dorst
ontmoetingsplek’, zegt ze.
Dezelfde bekommernis valt te horen bij Waldo Marlier, de uitbater van café Merlo in Brussel en ’t Leeuwke in SintPietersLeeuw. ‘De Merlo is een toogcafé, zonder tooghangers zal de ambiance zeker veranderen. De oppervlakte beneden is beperkt. We kunnen op onze eerste verdieping nog mensen zetten, maar zullen ze dat willen?’ Marlier hoopt dat cafés de mogelijkheid krijgen om hun terras uit te breiden en dat het ‘gezond verstand zegeviert’.
Weg met barkrukken
De cri du coeur van de horeca valt niet in dovemansoren bij politicus Sven Gatz (Open VLD), in een vorig leven directeur van de Unie van Belgische Brouwers en vandaag Brussels minister van Financiën, Begroting en Meertaligheid. Gatz hoopt via een concrete startnota een snelle heropstart te forceren, of – naar analogie met het onderwijs en de kust – minstens het debat aan te zwengelen.
‘Het is nooit gemakkelijk om de horeca op één lijn te krijgen, maar we moeten wel beginnen te praten’, meent hij. ‘De voorbije maanden is duidelijk geworden dat de cafés een belangrijke sociale functie hebben. Natuurlijk moet de veiligheid vooropstaan, maar laten we de horeca toch een perspectief bieden.’
Gatz schaart zich achter de ‘Kolibrienota’ van de Denktank Horeca, die werd overgemaakt aan de Groep van Experts voor de Exitstrategie. Bezieler Krishan Maudgal, een marketingprofessional uit de drankensector, dokterde met een 25tal ervaringsdeskundigen uit het hele veld een plan uit voor een veilige heropstart. De ko
librie staat symbool voor ‘lichtheid, passie en veerkracht’. De nota moet gezien worden als een voorzet, luidt het.
De Denktank Horeca stelt voor om op 8 juni cafés, hotels en restaurants te heropenen. Cateringactiviteiten, jeugdherbergen en vakantieparken blijven nog even op nonactief, het nachtleven zal het langst moeten wachten. Er zullen wel restrictieve maatregelen gelden, klinkt het: beperkte openingsuren (tot 23 uur), verscherpte geluidsnormen (maximum 85 decibel), alleen zittend consumeren (barkrukken en statafels moeten verwijderd worden), tot vier personen per tafel, 1,5 meter afstand, geen cashbetalingen enzovoort. Klanten zullen zelf hun dranken moeten inschenken. Opmerkelijk: als het van de Denktank afhangt, komt er een verplichte registratie of reservatie in élk etablissement, en zo nodig ook een maximale verblijfsduur.
Grotere terrassen
Een verplichte registratie lijkt zowel Bruyninckx als Marlier moeilijk haalbaar. ‘Over de modaliteiten kunnen we nog onderhandelen’, zegt Gatz. ‘Wat ik interessant vind, is dat de Denktank ook voorstelt om een charter te ontwerpen, waarin de horeca zich onderwerpt aan inspectie, controle en sancties in geval van overtreding.’
Zeker voor kleine cafeetjes zijn de voorstellen van de Denktank Horeca niet evident. Ze zullen moeten afwegen of het sop de kool waard is. In Leuven baat Germaine Gilis al bijna vijftig jaar het
‘Natuurlijk moet de veiligheid vooropstaan, maar laten we de horeca toch een perspectief bieden’ SVEN GATZ
Brussels minister
piepkleine café Inn ’t Joor 1 uit, dat met tien barkrukken al bijna helemaal vol staat. ‘Ik wacht af’, zegt Gilis. ‘Ik moet geen huur of lening betalen, dat scheelt.’
Ook voor het bekende Lennikse biercafé In de Verzekering tegen de Grote Dorst wordt de heropening ‘geen gemakkelijke oefening’ – gesteld dat er een groot aantal veiligheidsmaatregelen zal gelden. ‘We zullen allicht minder tafels zetten, eventueel met plexiglas ertussen’, denkt medeuitbater Yves Panneels. ‘De veiligheid komt eerst, maar het moet ook aangenaam blijven. Een registratiesysteem vind ik te overwegen. Maar wat als je registraties aanneemt voor het terras en het begint plots te regenen?’
Alvast in Brussel toont Gatz zich bereid om cafés tijdelijk grotere terrassen te gunnen, en daarvoor straten of pleinen (deels) autovrij te maken. ‘Dat zal een zekere souplesse vergen van actiecomités als Free 54!, die strijden tegen de “verterrassing” van het centrum. Maar deze zomer is geen gewone zomer.’