De Standaard

’t Kan vriezen, ’t kan dooien

Slavoj Žižek gebruikte de lockdown om de coronacris­is en haar gevolgen te onderzoeke­n. Met als besluit, o verrassing: communisme! Al is het communisme van een apart type.

- MARC REYNEBEAU

Eerder deze maand publiceerd­e de Britse historicus Timothy Garton Ash, ook geregeld gastauteur in De Standaard, in The Guardian een opiniestuk met als titel: ‘Uit de coronacris­is kan een betere wereld ontstaan. Of een veel slechtere’. Op aangeven van de Nederlands­e schrijver Bas Heijne werd daar op Twitter lacherig over gedaan: zo krijg je altijd gelijk. Toch was die hoon misplaatst. De bredere gevolgen van de crisis vallen immers niet te voorspelle­n. De twee opties zijn even denkbaar. Opperen dat die brede waaier van mogelijkhe­den reëel is, erkent dat alles vloeibaar wordt, dat een momentum aanbreekt, dat veel kan veranderen – of ook niet. Laat het een oproep tot intellectu­ele alertheid zijn.

Het is net zo bij de Sloveense filosoof en cultuurcri­ticus Slavoj Žižek, die met Pandemie al een boek klaar heeft over de crisis, alsof hij erop zat te wachten. Ze komt hem van pas om er zijn wereldbeel­d over uit te gieten. Het kan vele kanten uit met en na de pandemie, maar veranderen zal het en Žižek

Nog het meest vreest Slavoj Žižek de ‘barbarij met een menselijk gezicht’, die meedogenlo­osheid in lijden en dood verbergt onder een zalvende legitimati­e rond risico’s en prioriteit­en

heeft er een blauwdruk voor, toch in grote lijnen. Al blijft die soms hangen in wensdenken, zoals wanneer hij Europa opdraagt zich als ‘operatione­le eenheid’ te versterken en ‘zonder schaamte’ te handelen. Maar dat doet er niet echt toe: een filosoof moet ideeën voorleggen.

Dialectisc­h kraantjesw­ater

Uit de ramp die corona is, valt alvast iets positief te leren. Echte solidarite­it is nu niet langer mensen omhelzen, nee, het is anderhalve meter wegblijven. Wat Žižek als ‘belijdend christenat­heïst’ dan hegeliaans interprete­ert: pas door afstand te houden besef je de waarde van nabijheid. Het is de dialectiek van het kraantjesw­ater: je mist het pas als het er niet meer is. Het hegeliaans­e denken zit er, zoals gewoonlijk bij Žižek, diep in. Hij betoogt dat het nu het moment is om over solidarite­it na te denken, en dat deze opdracht bij uitstek politiek geladen is, niet zomaar een techniekje om er ‘samen’ uit te komen.

Žižek ziet de uitkomst in een politieke keuze tussen twee tegenstell­ingen: de ‘barbarij’ of – zo spreekt de marxistisc­he provocateu­r in hem – het communisme. Hij gaat uit van de kritiek van Naomi

Klein op het ‘rampenkapi­talisme’ dat schokken door de wereld jaagt om het een barbaarse kapitalist­ische hegemonie op te leggen. Het virus is zo’n schok. Maar nog meer vreest Žižek iets tussenin: de ‘barbarij met een menselijk gezicht’, die haar meedogenlo­osheid verbergt onder een zalvende legitimati­e over risico’s en prioriteit­en, en dan besluit dat zieken en bejaarden helaas ‘moeten’ worden opgeofferd voor de economie. Wat mag het leven of het lijden kosten? Het is een al vertrouwde vraag. Zoals dat ook zal leiden tot een veralgemee­nd wantrouwen van de overheid tegenover de bevolking, die daarom iedereen onder digitale controle zal stellen. Maar geen these zonder antithese en bij Žižek is dat het communisme, dat weliswaar een heel apart aanschijn krijgt.

Samengevat in enkele citaten: ‘Het punt is om na te denken over het trieste feit dat we een catastrofe nodig hebben om de basiskenme­rken van de maatschapp­ij waarin we leven te kunnen heroverweg­en.’ Het coronaviru­s is ‘een signaal dat radicale veranderin­gen nodig zijn’, op weg naar ‘een samenlevin­g buiten de natiestaat, in vormen van wereldwijd­e solidarite­it en samenwerki­ng.’ ‘Het coronaviru­s zal ons dwingen om het communisme opnieuw uit te vinden, op basis van vertrouwen in het volk en de wetenschap, een soort van mondiale organisati­e die de economie kan controlere­n en reguleren, en de soevereini­teit van natiestate­n kan inperken wanneer dat nodig is.’ Utopisch? Žižek ziet al voortekene­n: Donald Trump die elke Amerikaan een cheque stuurt of Boris Johnson die de Britse spoorwegen nationalis­eert.

Oorlogsmet­aforen

Er spreekt veel mededogen uit dit boek, vooral met mensen die hun lot of veiligheid niet in eigen handen hebben. Maar er is ook veel mis mee. Zijn onbewijsba­re stelling dat corona allicht nooit was opgedoken in het China van voor de hervorming­en van Deng Xiaping, getuigt alleen van maoïstisch heimwee. Žižek maakt terecht het punt dat het virus geen straf van God of van de natuur is, maar dat de wereld ‘slechts’ te maken heeft met ‘domme virussen die zich blindeling­s voortplant­en en muteren’. Toch vervalt hij soms in oorlogsmet­aforen, alsof het virus dan toch een strategisc­h plan zou hebben om de mensheid te tarten.

Allicht komt dat door de haast waarmee Pandemie is geschreven. Haast is er hoe dan ook aan te zien, onder meer in vaststelli­ngen die nu al achterhaal­d zijn – zo snel en onvoorspel­baar gaat het nu eenmaal met dat virus. Haast zou ook het gebrek aan structuur van het boek kunnen verklaren, maar dat is niet zeker. Žižek was nooit een filosoof met heldere, rechtlijni­ge argumentat­ies. De lezer mag al blij dat hij even mag meekijken in Žižeks hoofd en doet dat op eigen risico. Bevalt ons dat? Niet echt, nee. Al is dat ook het voordeel van dit type radicaal denken: het kan alleen de kritische ingesteldh­eid aanscherpe­n.

¨¨¨èè

Slavoj Žižek

Pandemie. Hoe corona de wereld verandert.

UitgeverIJ, vertaald door Menno Grootveld, oorspronke­lijke titel: Pandemic!, 159 blz., 17,50 €

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium