Zo screen je honderd rusthuisbewoners met slechts een tiental tests
Om corona uit de woonzorgcentra te houden, moeten we bewoners en personeel blijven testen. Is dat haalbaar? Stalen ‘poolen’ kan een oplossing zijn.
BRUSSEL I Na enkele grote uitbraken in woonzorgcentra zijn alle bewoners en het personeel in de Vlaamse woonzorgcentra (wzc) prioritair getest (DS 13 mei). 4 procent van de bewoners en 2 procent van het personeel bleken positief. In 63,5 procent van de wzc’s was er geen besmetting of geen besmetting meer.
Tegelijk bleken in rusthuizen met grote uitbraken veel bewoners positief te hebben getest die geen enkel symptoom hadden. Het toont aan dat het virus zich razendsnel kan verspreiden als het eenmaal binnen zit. Een wzc kan nooit zeker zijn dat het virusvrij is. Regelmatig blijven testen is dus belangrijk.
‘Iedereen is zich daarvan bewust’, zegt microbioloog Herman Goossens (UA). Hij zit in een werkgroep van de Vlaamse taskforce die zich buigt over de teststrategie in zorgvoorzieningen. ‘We hebben woensdag nog gediscussieerd hoe het verder moet.’
Volgens Joris Moonens van het agentschap Zorg en Gezondheid mogen de wcz’s hierover binnenkort meer duidelijkheid verwachten. ‘De discussie gaat vooral over het nut van het testen van asymptomatische personen, en in welke situaties we dat zullen doen.’
‘Zodra één persoon positief test, is het aangewezen om meteen iedereen te testen’, zegt Herman Goossens. ‘Maar hoever kunnen we daarin gaan? De capaciteit van de laboratoria en de beschikbaarheid van reagentia blijven beperkt, en nu we ook in de samenleving breder gaan testen, zullen we keuzes moet maken.’
Stalen samenvoegen
Er bestaat een manier om veel asymptomatische personen te screenen en toch veel laboratoriumtests uit te sparen, door swabs te ‘poolen’ of samen te voegen. Zeker voor wzc’s, met een kwetsbare groep van de bevolking en een groot risico op veel overlijdens, is die methode volgens Goossens het overwegen waard. ‘Dit is zeker iets dat we in de werkgroep kunnen bespreken.’
Dat poolen werkt als volgt: in een rusthuis met honderd bewoners neem je van elke bewoner een neus of keelswab. Het lab test die honderd stalen niet afzonderlijk, maar voegt die eerst per tien of meer samen tot één staal. Als de test op het samengevoegde staal negatief is, wil dat zeggen dat alle tien of meer bewoners negatief zijn. Alleen als het samengevoegde staal positief is, moeten we die tien of meer bewoners afzonderlijk testen. Zo worden labtests en reagentia uitgespaard.
Onderzoekers van de universiteit van Saarland in Duitsland, hebben in een artikel in The Lancet beschreven hoe ze de methode – met een maximum van dertig swabs per samengevoegde staal – op sarsCoV2 bij asymptomatische personen hebben toegepast. Voor de analyse van 1.191 stalen hadden ze slechts 267 labtests nodig om 23 positieve gevallen te ontdekken.
Tot 30 swabs per staal
‘De methode van poolen is niet nieuw’, zegt Goossens. ‘Voor andere infectieziekten waarbij het nodig was om veel asymptomatische mensen te testen, is deze methode ook al gebruikt om tests uit te sparen. Alleen is de methode niet altijd even succesvol gebleken.’
Dat heeft te maken met de concentratie van virus bij asymptomatische mensen, zegt Goossens. Bij veel virussen ligt die virale lading laag. Als je die stalen gaat samenvoegen, bestaat de kans dat je het virus niet detecteert, en dat resultaten valsnegatief zijn.
‘Het ongewone aan het coronavirus is dat asymptomatische personen dezelfde virale lading blijken te hebben als personen met symptomen. Het is een van de redenen waarom het virus zich zo makkelijk verspreidt. Maar het betekent dus ook dat de concentratie virus bij asymptomatische personen zo hoog is, dat de techniek van poolen voor dit virus waarschijnlijk gevoelig genoeg is. Je zou tien stalen kunnen samenvoegen, dertig lijkt me het absolute maximum’, legt Goossens uit. ‘Ik zou graag zien dat andere onderzoeksgroepen deze methode eerst op grotere schaal uitproberen, maar het kan zeker nuttig zijn om toe te passen.’
‘Zodra één persoon positief test, is het aangewezen meteen iedereen te testen. Maar hoever kunnen we daarin gaan?’ HERMAN GOOSSENS Microbioloog UA