Het mondmasker, politiek dynamiet van Vlaanderen tot de Verenigde Staten
Er is een nieuw lapje stof dat de gemoederen hoog doet oplopen, van de Verenigde Staten tot in Vlaanderen. Voor of tegen mondmaskers is zowat de scherpste scheidslijn geworden in het coronadebat. Hoe is het zover kunnen komen?
BRUSSEL I Nu ook Manneken Pis er een draagt, lijkt het kantel punt bereikt waarop het mond masker eerder dan een curiosum een alomtegenwoordig attribuut wordt. Verplicht bij de kapper, op scholen en het openbaar vervoer, aangeraden in de supermarkt en winkel(straat). De invoering stuit amper op protest. Het mondmasker is het nieuwe, weliswaar vaak slecht zittende, normaal. Dat is niet minder dan een monumenta le shift op luttele weken.
Toch komt die aanvaarding te gen de achtergrond van een heftig debat over het nut van die mas kers in het openbaar. Want uiter aard is er geen discussie over de cruciale rol die (gespecialiseerde) maskers spelen voor het zorg personeel. En wie hoestend en proestend ziek is, krijgt in alle bin nen en buitenlandse adviezen al langer de raad om mond en neus te bedekken. Maar die eenstem migheid is er niet over het nut van maskers op openbare plaatsen voor mensen die niet verkouden zijn. De meningen gingen in maart en april van ‘verplichten voor iedereen’ (JeanLuc Gala, UZ SaintLuc) over ‘zinloos’ (Marc Van Ranst, KU Leuven) tot ‘eigen lijk weten we het niet’ (Herman Goossens, UAntwerpen). De vraag staat op scherp wanneer onderzoek uit Hongkong eind maart een eerste keer aantoont dat covid19patiënten al dagen vóór ze symptomen vertonen, besmettelijk zijn. Daardoor is iedereen potentieel besmettelijk. Best een mondmasker dragen dan, om de kans om anderen aan te steken, te beperken? Toch blijft ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (tot nader order) van me ning dat die asymptomatische be smettingen geen algemenere mas kerdracht rechtvaardigen. Veel landen, waaronder België, volgen lang dat advies. De anderhalve meter afstand en het handen was sen blijven de voornaamste wa pens voor de burger in lockdown. Een mondmasker dreigt het op volgen van die maatregelen te ver slappen, is de redenering. Het creëert de illusie van bescherming en kan, indien verkeerd gebruikt, zelf een stoflap worden vol ziektekiemen die je constant inademt.
De bocht
Tot premier Sophie Wilmès op 24 april, net zoals veel andere Europese regeringsleiders in die periode, aankondigt dat ‘mond neusbedekking’ een ‘sleutelrol’ zal spelen in de exitstrategie. In plaats van het debat te beslechten liet die politieke bocht de discussie pas echt ontploffen. Want als mondneusbedekking een ‘sleutel rol’ speelt in de exitstrategie, waarom was het dan niet nuttig in de weken daarvoor, vroegen nogal wat mensen zich logischerwijs af.
Die vraag kreeg een bijkomen de lading tegen de achtergrond van de afwezige stock aan chirur gische en gespecialiseerde mond maskers (DS 24 maart). Daardoor was er meteen een schaarste aan maskers voor het zorgpersoneel. De afwezige stock werd al op 1 april door Het Laatste Nieuws in geroepen als de echte reden waar om het gebruik van mondmaskers niet werd aangeraden voor ieder een. Volgens die lezing gaven rege ringen en experts in dit land voor 24 april niet alleen het verkeerde advies, ze wisten ook dat ze het verkeerde advies gaven.
Vorige week herhaalde Paul De Grauwe die beschuldiging in een opiniestuk in De Standaard. ‘Zo konden ze het wanbeleid minima liseren: sorry, de mondmaskers zijn er niet meer, maar goed, ze hebben toch geen nut. Een ver haal dat als coverup kon dienen om de handen in onschuld te wassen.’
De Grauwe is niet de enige die zo denkt. Op de sociale media zijn de beschuldigingen van ‘schuldig verzuim’ en ‘leugens’ talrijk. Want het verhaal is nog niet rond. Zodra de politieke bocht pro mondmas kers gemaakt was, bleken ze niet voorhanden en moest de bevol king ze zelf stikken. Vijf federale ministers kaatsen de bal nu heen en weer.
De laatste stand van zaken is dat minister van Defensie Philippe Goffin (MR) wacht op mondmaskers die hij besteld heeft via een Luxemburgs postbusbedrijf en een voormalige voetbalmake laar. Partijpolitiek klopt vooral Vlaams Belang overuren in het aanklagen van wat de partij het ‘knoeikabinet’ noemt.
Politiek dynamiet
Achter het mondmasker schuilt met andere woorden een fundamenteel politiek vraagstuk: kunnen we de overheid vertrouwen? ‘Het mondmasker is een metafoor geworden. Een symbool van: de overheid laat ons in de steek. De overheid zorgt niet goed voor ons,’ zei emeritus hoogleraar Ivan Wolffers (UvA) twee weken geleden in de Volkskrant.
Zo bekeken is het al beter te begrijpen waarom het mondmasker zoveel passie meebrengt. Niet alleen in Vlaanderen trouwens. Ook in Nederland heeft het debat over de kwaliteit van het beleid zijn symbool gevonden in het ‘mondkapje’. In Duitsland leidde de Mundmaske tot een opbod tussen de deelstaten (voor verplichting) en bondskanselier Angela Merkel (die het hield op een dringende aanbeveling). Maar nergens ontvlamde het debat zo sterk als in de Verenigde Staten door de weigering van president Donald Trump om een masker te dragen. Dat werd door zijn aanhangers geprezen als een statement tegen overheidsbemoeienis.
Omarmen critici van de overheid het mondmasker in Europa als symbool van de vermeende laksheid van de bewindslui, dan verfoeien Amerikaanse overheidscritici het masker als iets wat de vrijheidslievende patriot wordt opgedrongen zonder goede reden. Een masker is iets voor ‘smug liberals’, stelde Politico vast, het niet dragen is voor ‘reckless Republicans’. Your mask is now your political identity, aldus het herenblad GQ.
‘Is het nu zo moeilijk?’
Terug in België valt het op dat de politici de bal snel doorspelen naar de experts. En dat die tegenspreken dat er sprake zou zijn van voortschrijdend inzicht. Dat het
‘Het mondmasker is een metafoor geworden: de overheid laat ons in de steek en zorgt niet goed voor ons’ IVAN WOLFFERS
Emeritus hoogleraar
advies en cours de route wijzigde, was perfect logisch, betoogden experts
Pierre Van Damme,
Erika Vlieghe, Niel Hens en Marc Van Ranst in deze krant in een reactie op De Grauwe. Hun verweer: zolang de lockdown van kracht was, had een mondmasker in het openbaar geen nut, maar nu de sociale contacten groter worden wel. ‘Niet het nut van een mondmasker is veranderd, maar wel de fase van de epidemie.’
Dat verweer overtuigde niet iedereen. Ook filosoof Maarten Boudry (UGent) niet. ‘Is het nu zo moeilijk om toe te geven dat die mondmaskers ook zinvol waren geweest in de publieke ruimte voor de lockdown, als we er maar voldoende voorradig hadden, en dat jullie (1) zich daarin vergist hebben (2) dat best wisten maar strategisch hebben gecommuniceerd?,’ schreef hij op Twitter.
Bovendien: de experts halen de WHO aan ter verdediging van hun oorspronkelijke advies, maar negeren dat hun tweede advies in gaat tegen diezelfde WHO – dat het dragen van mondbedekking door gezonde mensen altijd afraadt, in welke fase de epidemie ook zit. Als je van daag tegen de WHO ingaat, waar om dan niet voor 24 april? Ofwel volgde de regering de WHO voor 24 april ten onrechte, ofwel wijkt ze na die datum ten onrechte af van haar advies. De zaak is on danks het spervuur over en weer nog steeds niet opgeklaard. Daar door blijft de discussie zelf over het nut van maskers en de geloof waardigheid van experts en rege ringen natuurlijk doorgaan.
Achterhoedegevecht
De vraag is in hoeverre die de batten stilaan een achterhoede gevecht worden, nu het mond masker zijn intrede heeft gedaan in de samenleving. De geschiede nis van het gewijzigde advies en de evaluatie van regeringen en experts zal waarschijnlijk nog fel bediscussieerd worden, net zoals de vraag of het huidige advies nog meer een verplichting moet worden. Maar de toekomst is er een met mondmaskers in tijden van virologische dreiging. Zelfs Trumps campagneleider Brad Parscale postte vorige week op de sociale media een foto van een
‘Keep America great’ mondmasker – beschikbaar in twee kleuren. Zo zal ook in de VS de ‘maskerstrijd’ luwen, waarna het attribuut van oost tot west ingeburgerd raakt en we misschien met verbazing zullen terugkijken op de lente van 2020 waarin zo weinig stof zo veel stof tot discussie gaf. Dat moet van de monokini geleden zijn.
Ofwel volgde de regering de WHO voor 24 april ten onrechte, ofwel wijkt ze na die datum ten onrechte af van haar advies