NOOIT MEER IN DE FILE
Luidt de coronacrisis het einde in van de files op onze wegen? Of gooit angst voor het openbaar vervoer roet in het eten? In ieder geval boomde telewerken de voorbije weken als nooit tevoren en zien overheden een momentum voor de fiets. ‘We moeten ons blijven afvragen welke verplaatsingen essentieel zijn.’
De allereerste Natio nale Thuiswerkdag, op 28 oktober 2010, draaide uit op een sisser. De boodschap van de bedrijven die er hun schouders onder zetten, was nochtans aanlokkelijk. Ze wilden zo veel mogelijk mensen de voor delen van thuiswerken ‘aan den lijve’ laten ervaren: weg met verlo ren tijd in de file, weg met onnodi ge luchtvervuiling, welkom betere balans tussen werken en vrije tijd. Amper 2.0000 werknemers deden eraan mee.
Sindsdien vindt elk jaar zo’n Nationale Thuis of Telewerkdag plaats. Maar ondanks de vele po gingen deed in 2018 slechts 17 procent van de werkende Bel gen aan telewerk, van wie de grote meerderheid één dag per week. Een gezondheidscrisis bracht daar de afgelopen weken met een schok verandering in.
‘Jarenlang hebben we gebrain stormd, teksten geschreven en de batten georganiseerd over digita lisering en “het nieuwe werken”’, zegt Danny Van Assche van onder nemersorganisatie Unizo. ‘Nu hebben we in heel korte tijd alle
woulds, shoulds en coulds losgelaten – omdat het moest. We hebben het gewoon gedaan. En zo ontdekt dat het kan.’
Pauzeknop
Sinds het begin van de corona crisis is het verkeer op onze wegen onherkenbaar veranderd. De dagelijkse files rond Brussel en Ant werpen zijn nog een vage herinne ring. Aanschuiven gebeurt voorlo pig nog alleen aan grenscontroles – die binnenkort ook weer ver dwenen zijn – en waar een onge val is gebeurd. De impact van het virus op ons leven en werken is enorm – maar is hij ook blijvend? Cathy Macharis, professor Duur zame Mobiliteit aan de Vrije Uni versiteit Brussel, gelooft alvast dat de ervaringen en inzichten die de afgelopen weken zijn opgedaan bij bedrijven, overheden en in ie ders hoofd, ‘een kantelpunt in on ze mobiliteit’ kunnen voortbren gen.
‘We hebben de pauzeknop inge drukt’, zegt ze. ‘Alles is stopgezet en dat is hét moment om bij te le ren. Om na te denken over hoe we het, als dit voorbij is, anders kun nen doen.’ Ze verwijst naar ingrij pende wegenwerken: de heraan leg van de Leien in Antwerpen, de werken aan de tunnels in Brussel. ‘Telkens gaven die aanleiding tot een grondige, lokale hertekening van de mobiliteit. En wat we nu meemaken, is nog vele malen ingrijpender.’
Als de economie weer aantrekt, de scholen (verder) openen en de epidemie achter ons ligt, zal het verkeer weer aanzwellen. Dat doet het nu al. Maandag, bij de heropening van de winkels, was er 30 procent meer zwaar verkeer onderweg dan de week ervoor en nog maar 10 procent minder dan in precoronatijden, tonen data van het Telraamproject van Transport&Mobility Leuven en Mobiel 21. Zondag al deden soepelere regels voor sociaal contact het autoverkeer toenemen. Maar kunnen we voorkomen dat het dagelijkse fileoverzicht op de radio die tendens volgt? Kan het coronavirus het einde betekenen van de structurele files op onze wegen?
Minder ‘verliesuren’
Zo erg veel is daar eigenlijk niet voor nodig. ‘Een klein percentage minder auto’s op de weg zou volstaan om de druk op het wegennet fors te verminderen’, zegt Thomas de Spiegelaere, de woordvoerder van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit. Net zoals dat vaak gaat bij de verspreiding van een virus, vertoont filevorming een exponentiële curve. Het aantal auto’s kan lang zonder problemen toenemen – tot de beschikbare ruimte op de weg het verzadigingspunt nadert en de vertragingen plots snel beginnen aan te dikken.
Dat geldt gelukkig ook in de andere richting. Transport&Mobility Leuven berekende dat 10 procent minder auto’s in de ochtendspits naar Brussel goed zou kunnen zijn voor 40 procent minder ‘verliesuren’.
Niet alleen zou dat ons collectief veel tijd – en dus ook geld – besparen, ook voor de luchtkwaliteit zou het een zegen zijn. Sinds het begin van de coronacrisis is de
‘Deze crisis zal onze manier van werken blijvend beïnvloeden: de vooroordelen tegenover telewerk zijn weg’
DANNY VAN ASSCHE
Unizo
Raakt het openbaar vervoer in het verdomhoekje? Een derde van de reizigers van De Lijn geeft aan bus en tram minder te zullen gebruiken
uitstoot van stikstofdioxide volgens berekeningen van het Centre for Research on Energy and Clean Air in België met 35 procent afgenomen, die van fijn stof (PM10) met 11 procent. Die trend is niet alleen aan het afgenomen verkeer te wijten, ‘maar minder auto’s onderweg betekent natuurlijk minder uitstoot’, zegt Frans Fierens van de Vlaamse Milieumaatschappij, die momenteel ook zelf aan een analyse werkt.
Koudwatervrees
Mobiliteitsdeskundigen, maar ook de FOD Mobiliteit, stellen hoge verwachtingen in een toename van het aantal telewerkers. ‘Elke werknemer die thuis werkt en elke conferentie of vergadering die digitaal plaatsvindt, betekenen een verplaatsing minder’, zegt Macharis. Veel werknemers lijken er alvast voor open te staan. Afgaan de op een bevraging door de Odi see Hogeschool bij ruim 5.000 Belgen zou maar liefst 84 procent van de werknemers ook als deze epidemie voorbij is, aan telewerk willen blijven doen.
Dat initiatieven als de Nationale Thuiswerkdag nooit een door braak brachten, was te wijten aan koudwatervrees bij werkgevers. Maar die lijkt definitief overwon nen, blijkt uit een rondvraag van
De Standaard.
Bij telecomoperator Proximus kunnen werknemers al sinds 2013 tot twee dagen per week thuiswer ken. ‘Toen we begonnen, kwam er veel weerstand van de team verantwoordelijken’, zegt Ilse Diependaele, die mee het telewerkbeleid bij het bedrijf uitzet. ‘Zal iedereen zijn werk wel doen? Zullen ze zich niet met privézaken bezighouden? Dat was de vrees.’ Nu sinds midden maart plotseling 85 procent van de werkvloer – goed voor 10.000 mensen – elke dag thuis is, ‘zien diezelfde team verantwoordelijken in dat dit de nieuwe manier van werken wordt. De ervaringen zijn heel positief. De voorzichtige cultuuromslag heeft door deze crisis zijn defini tieve doorslag gekregen.’
Iedereen op de digitale kar
Diependaele is er zeker van dat werknemers van Proximus ook als de epidemie voorbij is, meer zullen telewerken dan voorheen. ‘We bekijken hoe we het aantal telewerkdagen kunnen uitbreiden en stellen ons de vraag of we er als bedrijf nog wel een limiet op moeten zetten. Op voorwaarde dat er duidelijke afspraken zijn, gebeurt al het werk dat moet gebeuren. Waar dat gebeurt, maakt dan niets uit.’
Tot gelijkaardige conclusies komen ook andere grote werkgevers in ons land, zoals BNP Paribas Fortis – ‘Iedereen is het erover eens dat telewerk zijn doeltreffendheid bewezen heeft en steeds meer toegepast zal worden’ – of de FOD Financiën – ‘Voornaamste les uit deze periode? Dat wij zo goed als volledig normaal kunnen functioneren met iedereen thuis’, zegt directeur Personeel en Organisatie Arnaud Vajda.
Bij De Lijn klopte de ICTdienst overuren om elke bediende op de digitale kar te krijgen. Er werden handleidingen gemaakt om de nodige technologie in elke huiskamer te krijgen. ‘Deze periode leerde ons dat het vaak geen meerwaarde biedt om in de auto naar het bedrijf te rijden om daar achter een computer te kruipen, zegt HRdirecteur Filip Claes. Hij noemt de ervaringen van de voorbije weken ‘een katalysator om nog meer aan telewerken te gaan doen’ – uiteraard voor de functies die daarvoor in aanmerking komen.
Bang voor de bus
Er zijn ook mindere kanten aan telewerk, zeggen de bedrijven. Gebrek aan sociaal contact tussen de collega’s en een vervagende grens tussen werk en vrije tijd worden het vaakst aangehaald. ‘Maar de terughoudendheid is weg en vooroordelen zijn doorgeprikt’, leert Danny Van Assche van Unizo uit een bevraging bij kleinere kmo’s. ‘Deze crisis zal onze manier van werken’ – en zo ook onze mobiliteit – ‘blijvend beïnvloeden. Er is geen weg terug.’
Maar de kennismaking met het coronavirus kan ook andere mobiliteitseffecten sorteren – met minder hoopgevende vooruitzichten voor de drukte op de weg. De vrees is groot dat het openbaar vervoer in het verdomhoekje verzeilt – omdat afstand houden er moei