De Standaard

Uitzieken was toen de remedie

In 1957 beleefde de wereld, na de Spaanse griep van 1918, zijn tweede grieppande­mie. Het verschil tussen toen en nu toont hoe kwetsbaar ons gezondheid­ssysteem is.

- MARC REYNEBEAU

BRUSSEL I De Aziatische grieppande­mie van 1957 is Marc Sleen in zijn stripreeks Nero niet ontgaan. In Het geheim van Bakken

doen (1957) vindt Petoetje er een vaccin voor uit, al heeft het een bijwerking: je wordt er onzichtbaa­r van. Even tevoren, in De ijze

ren kolonel (1956), bedacht Nero zelf een middel tegen griep, met ook een curieus neveneffec­t: je kon er goud mee opsporen. Griep, verkoudhei­d of virussen treffen de personages in de strip wel vaker, zoals in De zwarte voeten (1951),

De pax apostel (1958), Toffe Theo (1969, waarin Nero wordt geveld door de Hongkonggr­iep) of Het

hikvirus (1999). Griep hoort bij het leven, dus ook in de strip.

Het was, zo blijkt uit tal van getuigenis­sen, ook wat velen in 1957 dachten in de eerste fase van wat later de Aziatische griep zou heten: dat ze ‘gewoon’ griep hadden, zoals griep nu eenmaal geregeld rondwaart, maar dat ze het nu wel flink te pakken hadden. Het virus dook eind 1956 in China op en verspreidd­e zich vanaf 1957 snel over de hele wereld, eerst naar Singapore, dan naar Hongkong, India en verder en ontzag ook Maria Callas, Ingrid Bergman en de Amerikaans­e en Braziliaan­se presidente­n niet. Na een halfjaar, in de zomer van 1957, had het virus de hele wereld in zijn greep. Het huidige coronaviru­s had daar maar een kwart van die tijd voor nodig.

De wereld had erop voorbereid kunnen zijn, na de ravage van de Spaanse griep in 1918, met wereldwijd minstens 50 miljoen doden. Maar die pandemie was al vergeten – ze kreeg al weinig aandacht toen ze toesloeg. Weinigen konden zich voorstelle­n wat een pandemie precies inhield. Met de Aziatische griep, vier decennia later, was het slechts de tweede keer dat zo’n virus opdook. Onderschat­ting lag dan ook voor de hand. In 2006, nog enkele pandemieën later, zou de Britse viroloog John Oxford op een congres nochtans stellen: ‘De voorbije eeuw zijn meer mensen gestorven aan griep dan door om het even welke andere oorzaak, zelfs meer dan door de pest in de veertiende eeuw.’

Absoluut onoplosbaa­r

In 1957 vormden kinderen en adolescent­en een uitgesprok­en risicogroe­p. Ook de internen van het Klein Seminarie van Hoogstrate­n ontsnapten er niet aan. Wie zich grieperig voelde, zo getuigde een tijdgenoot, werd geacht het bed te houden en het uit te zieken. In het internaat kwam af en toe een non de koorts meten – zowel om medische redenen als om veinzers weer naar de klas te sturen. Dokters kwamen er niet aan te pas. Tot een leerling in het ziekenhuis in Ekeren belandde en stierf. ‘Binnen de kortste keren mocht het seminarie op slag helemaal leeglopen. Zieken moesten thuis maar verpleegd worden zolang de epidemie huishield.’

Als in 1957 scholen, kantoren, administra­ties, fabrieken of mijnen al de deuren sloten, was dat niet als voorzorgsm­aatregel, maar doordat ze niet meer konden functioner­en: te veel leerlingen of werknemers hadden zich ziek gemeld. Nergens was sprake van algemene, dwingende maatregele­n.

Vandaag is een lockdown wel de standaards­trategie om de pandemie in te dijken. Die keuze is, aldus de Amerikaans­e historicus Adam Tooze, ‘uitzonderl­ijk ingrijpend’. Volgens diens Franse collega Patrick Zylberman is die keuze mee ingegeven door het voorbeeld van de lockdown van Wuhan. Het Chinese regime staat er nu eenmaal niet voor bekend dat het te rugdeinst voor drastische ingre pen. ‘De experts staan dan ook voor een absoluut onoplosbaa­r probleem,’ stelt Zylberman, vooral bij gebrek aan een vaccin. ‘De eni ge manier om op te treden bestaat er dan in om contacten tussen individuen maximaal te beperken.’

Het duurde even voor een vac cin voor de Aziatische griep voor handen was. In 1957 bleef het ver trouwen groot in de recentelij­k ontwikkeld­e antibiotic­a, al was de effectivit­eit ervan vrij beperkt. In GrootBritt­annië kreeg wie symp tomen voelde (koorts, spierpijn, hoofdpijn, een droge keel, hoesten, een lopende neus, bij jongens neusbloedi­ngen) van de overheid de eenvoudige raad het bed te houden en aspirine te nemen. Al moesten dokters zich wel het vuur uit de sloffen lopen. En wie vaak in contact kwam met (zieke) kinderen, zoals leerkracht­en, artsen en verplegend personeel, raakte snel zelf besmet.

Uitgestorv­en

Toch vreesden slechts weinigen voor een overbelast­ing van het gezondheid­ssysteem, al is dat is nu, met het streven naar een afvlakking van de curve, wel het belangrijk­ste argument voor de lockdown. Daar was toen een eenvoudige reden voor: ook in ontwikkeld­e landen was dat gezondheid­ssysteem nog lang niet zo gesofistic­eerd als nu. Pas in de jaren 60 bouwden ziekenhuiz­en een aparte afdeling intensieve zorg uit. Idem

Overbelast­ing van de ziekenhuiz­en met grieppatië­nten was in 1957 geen bekommerni­s, want afdelingen voor intensieve zorg bestonden nog niet

Overheden gaven niet elke dag cijfers over de Aziatische griep vrij, gevestigde media berichtten er weinig over, sociale media bestonden niet

met de beademings­apparatuur, die tot dan maar zelden werd ingezet. De introducti­e van beide waren overigens een uitloper van een polioepide­mie in Kopenhagen in 1952.

Overheden maakten toen niet elke dag de nieuwste statistiek­en bekend, niemand had een overzicht van hoe de pandemie evolueerde, de gevestigde media berichtten er doorgaans maar mondjesmaa­t over, van sociale media was al helemaal geen sprake. Velen konden slechts afgaan op wat in hun onmiddelli­jke omgeving gebeurde.

Cijfers over de tol van de Aziati sche griep zijn schaars. Wereld wijd zouden er 1 tot 4 miljoen mensen aan gestorven zijn, onder wie 116.000 Amerikanen, 30.000 Duitsers, 25.000 Fransen en 14.000 Britten – voor België ont breken cijfers.

De pandemie en het absenteïsm­e die ze veroorzaak­te, berokkende wel economisch­e schade – voor zowat 2 procent van het bbp – maar verder wachtte iedereen af tot de koorts weer zakte. Na een tweede opstoot begin 1958 verdween het H2N2virus. Inmiddels is het, zoals dat heet, ‘in het wild uitgestorv­en’.

 ??  ?? Oktober 1957: soldaten zieken uit in een geïmprovis­eerde ziekenboeg in
Oktober 1957: soldaten zieken uit in een geïmprovis­eerde ziekenboeg in
 ?? © ap ?? een Deense sporthal.
© ap een Deense sporthal.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium