Corona, de grote onthuller
De EU mag niet blindelings de lijn van China of de VS volgen, vindt LUUK VAN MIDDELAAR. Maar meesterschap over het eigen verhaal vereist ook materiële autonomie.
Ook nu we langzaam uit onze lockdownholen kruipen, blijft de coronacrisis een drastische verstoring van het dagelijkse leven. Toch luidt ze geen wezenlijk nieuwe orde in. Het is een ‘disruptieve’ gebeurtenis, geen ‘transformatieve’. Het lijkt wel of covid19 vooral onderliggende zwaktes blootlegt en bestaande trends versnelt. Je ziet het in het klein: het virus dwingt – heel vilein – vooral al kwetsbare patiënten tot een strijd op leven en dood. Je ziet het ook in het groot, bij organisaties, bedrijven of landen die door de gezamenlijke volksgezondheidsrespons in het nauw raken.
Ook op het wereldtoneel werkt corona als grote onthuller. De machtsstrijd tussen China en Amerika wordt zichtbaarder, net als de ongemakkelijke positie waarin die Europa brengt. Een recent akkefietje bood zicht op dit krachtenspel. Eind april moest EUbuitenlandvertegenwoordiger Josep Borrell zich in het Europees Parlement verantwoorden na mediaberichten dat hij boog voor Chinese druk. De EU heeft sinds enkele jaren een dienst tegen desinformatie, EUvsDisinfo – opgezet vanwege Russische propagandaactiviteiten. Sinds 2019 onderzoekt die ook China.
#tijdvoorwaarheid
In een gelekte kladversie van een coronarapport stond dat Peking een ‘mondiale desinformatiecampagne’ voert om de zwartepiet voor de uitbraak te ontlopen met ‘open en verborgen’ tactieken. De vrees bestond dat China kon terugslaan door medisch materiaal in te houden. Na druk op EUdiplomaten in Peking, waarbij het woord ‘repercussies’ viel, is de passage verzacht. Volgens The New York Times greep een adviseur van Borrell in om de publicatie van het rapport uit te stellen. De Amerikaanse Trumpgezant in Nederland, Pete Hoekstra, twitterde gretig over die Chinese intimidatie: ‘Echte vrienden doen dat niet #tijdvoorwaarheid.’ Borrell in zijn repliek: ‘Dit is een normale werkwijze. Wij buigen nooit voor druk.’
China en de VS hechten beide aan hun versie van het grote verhaal over corona en vragen de Europeanen dat te onderschrijven. Xi Jinping wil dankbaarheid voor de geleverde mondmaskers – dan moet je je mond houden over de Wuhanmarkt of over hoe het virus eerder had kunnen worden gestopt. Donald Trump vraagt trouw van zijn vazallen in een grotere geopolitieke strijd, neergezet als nieuwe koude oorlog tussen democratie en dictatuur, en hoort – zeker in zijn herverkiezingsjaar – liever niet over de incompetentie van zijn regering.
Op zichzelf komt zo’n narratieve strijd vaker voor, inclusief druk van buitenlandse machten achter de schermen. De VS hoef je daarin niets te leren. Nieuw is hoe de spanning ook in de Brusselse coulissen oploopt, getuige het lek naar de media. Het hoort ook tot het diplomatieke werk – daarin heeft Borrel gelijk – om diplomatiek te zijn. Ook van lastige brieven zijn kladversies vaak net scherper dan wat de geadresseerde te lezen krijgt – dan heb je nog niet meteen je ziel aan de duivel verkocht, maar rekening gehouden met gevoeligheden, gevolgen, belangen. Prinzipienreiterei tegen de Chinese Communistische Partij is lekker, maar met te weinig mondmaskers om je eigen burgers te beschermen, kom je snel in ademnood.
Met ons of met hen
Toch wordt het moeilijk balanceren. In een volgend incident beging de EUambassadeur in Peking, Nicolas Chapuis, een misstap. Mede namens de 27 ambassadeurs uit de EUlidstaten zond hij vorige week een opiniestuk naar China Daily, waarin de samenwerking tussen China en Europa – ook in de coronacrisis – goed in de verf werd gezet. Toen de redactie eiste een vermelding van Wuhan als virusbron te schrappen, stemde de afgezant in (‘om 99 procent van de inhoud te behouden’) zonder overleg met Brussel. Verontwaardiging in de media en het Europees Parlement volgden, net als een berisping door Borrell.
Zulke spanningen zijn koren op de molen van de Amerikaanse diplomatie. Steeds duidelijker laten de VS voelen dat er binnenkort gekozen moet worden. De harde druk op Europese bondgenoten in 2019 om voor hun 5Gnetwerken niet met de Chinese telecomgigant Huawei in zee te gaan, was een voorproefje. Deze week berichtte The Guardian over Britse zorgen dat Washington in een bilateraal handelsverdrag een clausule
wil opnemen die een Britse commerciële toenadering tot China kan dwarsbomen. Met ons of met hen.
Oosterse despoot
Het Amerikaanse establishment ziet de buitenlandpolitiek graag als strijd van goed tegen kwaad. Die Hollywoodkijk op de geopolitiek biedt een weergaloze verhalenmachine, die bijwijlen iedereen meesleept. Zo hadden we de kwade genius Saddam Hoessein of Vladimir Poetin. De volgende villain in het stuk wordt Xi Jinping. De Chinese president is steeds beter te casten als oosterse despoot, nieuwe totalitaire dreiging voor de westerse vrijheid. Maar we moeten die narratieve dynamiek niet volgen. Het is een valkuil. Europa moet tegenstrevers als politici blijven beschouwen, niet als monsters. Alleen dan kunnen we onze belangen koel analyseren en verdedigen. En, zoals machtspoliticus Trump beseft, de onze vallen niet samen met de Amerikaanse.
Deze incidenten leren de EU dat meesterschap over het eigen verhaal ook materiële autonomie vereist. Wil Europa de klem ontlopen tussen grootmachten Amerika en China, met hun nieuwe, medische verdeelenheerspolitiek, dan moet Europa zelf de productie (of aanvoer) van spullen op orde hebben. Pas dan kun je je eigen verhaal staande houden. Zonder strategische autonomie geen narratieve soevereiniteit.
Europa moet tegenstrevers als politici blijven zien, niet als monsters