‘Curiosity’ (2003)
‘Ik leerde Jeff Jordan kennen als de mens achter het artwork van The Mars Volta. Ik was grote fan van die rockband, en al even zot van hun hoesontwerpen, zoals die van de plaat Amputechture. In mijn zoektocht naar meer werk van Jordan, stootte ik op Curiosity: een surrealistisch schilderij van een boer die op zijn veld staat te kijken naar een gigantisch kuiken.’
‘Wat me fascineert aan het werk is het hyperrealisme. Net als Magritte schildert Jordan met een haast fotografische perfectie. Net daarom valt het element dat niet klopt, de surreële toevoeging, op. In dit geval een kuiken, een dier dat haast symbool staat voor schattigheid, maar door Jordan afgebeeld wordt met de dreigende proporties van een dinosaurus. Het is mooi, onverwacht, absurd en dus grappig. Over grote kunst wordt te vaak gewichtig gedaan, er mag ook gelachen worden.’
‘Ik heb een zwak voor absurdisme en surrealisme. Ik houd bijvoorbeeld van Frank Zappa, een geweldige muzikant die dat talent inzet om behoorlijk zot te doen. Het is niet dat ik de werkelijkheid of de waarheid saai vind, maar er mag volgens mij wel mee geëxperimenteerd worden. Dat deed ik zelf ook toen ik De Raas
kalderij (een satirische nieuwssite, red.) oprichtte. Eigenlijk heeft satire een waarheidsbevestigende functie.
Door iets wat waar is te verdraaien, of te verfraaien, of door het te overtreffen, bevestig je net wat waar is. De grap kan dan alleen gevat worden door mensen die de onderliggende waarheid met je delen.’
‘Mijn grootvader werkte bij de bank, maar was in het diepst van zijn gedachten een boer. Ik herinner me dat aan de muur bij hem thuis een reproductie hing van Arenleessters, dat beroemde schilderij van JeanFrançois Millet met daarop drie vrouwen die gebukt op het veld staan te werken. Ook Curiosity doet me denken aan zo’n oogsttafereel. Die boer staat op zijn veld te kijken naar dat enorme kuiken, met de armen gekruist. Zijn houding is niet open, maar hij is ook niet van plan om het op een rennen te zetten, hoewel dat beest groot genoeg is om hem te vertrappelen. Voor mij gaat dit schilderij niet alleen over nieuwsgierigheid, maar ook over de angst voor het onbekende. De lijn tussen die twee is dun, misschien hebben ze elkaar zelfs nodig.’
‘Ik heb een eerder introverte natuur. De typetjes die ik in Iedereen beroemd speel, zijn van een totaal ander kaliber. Toen ik voor het programma in Amerika was en daar op straat allerlei mensen lastigviel met een bijna misplaatste extravertie, lag ik de nacht ervoor allerlei scenario’s te bedenken, uit angst. Maar als je die niet opzij kunt zetten, maak je niks mee. Eigenlijk ben ik die boer. Ik ben afwachtend, een tikje bang, maar ik loop niet weg.’