Wim Opbrouck meet de schade op
‘Er moet een marshallplan voor de cultuursector komen’
‘Het enige zekere aan mijn bestaan is dat het onzeker is. Daar heb ik voor gekozen. Maar deze keer valt het me zwaarder dan de romantiek waarmee ik het altijd gehanteerd heb’
Op de musea na heeft de cultuurwereld nog niet het minste perspectief wanneer het slot weer van de deuren mag. Een duizendpoot als Wim Opbrouck kreeg op elke vinger een tik. ‘Misschien veegt deze crisis al die fantastische structuren weg die we in dit land hebben opgebouwd.’
BAVIKHOVE I Het theaterstuk van Wim Opbrouck (51) was klaar om in première te gaan, toen het coronavirus het de pas afsneed. De plaats van stilstand was Maas tricht, waar hij zich tussen joelen de carnavalisten moest wurmen en waar hij de kunstbeurs Tefaf had bezocht voor ze voortijdig sloot. ‘Een omineuze sfeer’, zegt hij. ‘De galeristen doken in de champagne en begonnen oesters uit te delen. Het was dansen op de rand van een vulkaan.’
De lockdown sloeg hem zowat alles uit handen. De theatervoor stelling Jungfrau, die hij met Wil fried de Jong in Maastricht had gemaakt, lag in duigen. ‘Een coïtus interruptus, nooit leuk’, zegt hij. ‘We wisten meteen dat het niet te redden was. Toen sloeg de paniek wel even toe, om wat er nog zou kunnen volgen.’ Even later ging de uitgebreide festival tournee van zijn band De Dolfijn tjes voor de bijl. De overzichtsten toonstelling met zijn plastisch werk is al zeker een jaar verscho ven.
Het is al acht weken Bavikhove. In de diepte van de tuin vinden we hem in een bijgebouw met een open wand, binnen en toch bui ten. Er hangen gietijzeren takels en oude leidingen. ‘Industrieel erfgoed’, zegt hij. Opbrouck woont in een voormalig vlasfabriekje, zoals er in de regio wel meer zijn. ‘Hierboven zat het waterreservoir, en achter deze muren lag het vlas te roten. Mijn grootouders zaten ook in het vlas, een paar dorpen verder. Zij hebben in de jaren 60 de crisis van het textiel meege maakt. Toen de synthetische stof fen in opmars waren, betekende dat de doodsteek. En wat zien we nu? Er dienen zich toch weer on dernemers aan die linnen in ere herstellen.’
Maar wat brengt deze gezond heidscrisis bij hem teweeg? Zijn vrouw en twee kinderen werken in de zorgsector. ‘Ik zie wat daar gebeurt’, zegt hij. ‘In het zorgcen trum waar mijn vrouw werkt, zijn mensen overleden aan corona. Ik zie de zorgwerkers daar lopen met hun skibril op. Ze hebben het zwaar, maar het is fenomenaal wat ze doen. De gezondheidsinfrastructuur is goed in ons land, we hebben meer capaciteit dan andere landen om deze vloed op te vangen. Maar dat we niet voorbereid waren op beschermende kledij voor de zorgwerkers, daar ben ik verontwaardigd over. Dat dat niet in orde was! Dan moet men mij geen lessen komen leren dat ik geld kost aan de maatschappij.’
Een paar jaar geleden heeft Opbrouck zich losgekoppeld van het subsidieinfuus. Hij heeft zijn eigen bvba en is nergens in vaste loondienst. ‘Ik ben een zelfstandige, ik kan dus niet werkloos worden. Ik moet zelf geld zoeken. Nu de coronacrisis de cultuurwereld lamlegt, word je daar zonder pardon voor afgestraft. Je wordt op nul gezet. Zo simpel is het. Premier Wilmès zei: “We zullen ermee moeten leven dat alles on zeker is.” Dank u. Onzekerheid is iets wat elke kunstenaar heel zijn leven kent. Het enige zekere aan mijn bestaan is dat het onzeker is. Daar heb ik natuurlijk voor geko zen. Maar deze keer valt het me toch wel zwaarder dan de roman tiek waarmee ik het altijd gehan teerd heb.’
Wat doet u tijdens de lockdown?
‘Na dertig jaar op de planken droomde ik al langer van een sab batical. Wel, hier is hij dan. Ook al wordt de pauzeknop verplicht ingedrukt. Ik verveel me niet. Ik zit in mijn atelier te schilderen, ik maak muziek. Er is tijd om te stu deren – dat heb ik nog nooit gehad. De toverberg van Thomas Mann heb ik moeten dichtdoen. Het isolement in dat sanatorium op een berg, waar ze nu en dan een dode wegdragen, dat kwam iets te dichtbij.’
‘Die lege agenda beleef ik met een dubbel gevoel. Of het nu thea ter, muziek of kunst is, al mijn projecten liggen in duigen. De voorbereidingen voor Bake off
Vlaanderen zijn bezig. En voor Vier heb ik vijftig dagen een liedje gebracht op Instagram. Afgelopen maandag, toen de maatregelen versoepeld zijn, ben ik ermee gestopt. Ik heb dus wel íéts kun nen doen. Daarom vond ik dat ik geen compensatiepremie kon aanvragen. Maar als het nog lang blijft duren ...’
Staan de hoofden van de mensen naar cultuur?
‘O ja, duidelijk. Als mijn huis genoten hun laptop dichtklappen na een dag keihard werk, is er één ding waar ze naar snakken: cul tuur. Ze willen wat divertisse ment, een film, een boek, televisie. Er is gigantisch veel archief voorhanden. Ik heb voor mezelf en mijn zoon een retrospectieve van Louis de Funès samengesteld.’
‘Je kunt de belangstelling ook meten. Je ziet zelfs dat ze toe neemt. Het eerste liedje dat ik postte op Instagram had vijfdui zend views. Dat werd er al snel zesduizend, zevenduizend. Ik kan de mails niet bijhouden van mensen die me vragen om iemand een hart onder de riem te steken. “Mama wordt vijftig en ze zit helemaal alleen, heb je geen liedje om haar op te fleuren?” En dan heb ik het nog niet over de lange lijst vanuit de woonzorgcentra. Ik heb een paar keer een liedje doorgestuurd voor een covidbegrafenis. Dan zetten de mensen een cadeautje op de stoep om me te bedanken. Dat doet plezier.’
Maar het is wel gratis?
‘Dat is gratis, maar dat is een oud zeer. Blijkbaar ben ik zeer aanspreekbaar voor gratis verzoeken. Tegelijk is het wel mijn werk. Als ik een paar filmpjes maak, dan steekt daar bijna een dag werk in, gratis. Stefan Hertmans sloeg onlangs de nagel op de kop: de subsidieslurper is nu de melkboer die tekstjes en tekeningetjes moet verzinnen. Als individuele kunstenaar kun je niet op tegen die stem uit de onderbuik die roept dat cultuur een hobby is. Ik ben geen rouwclown, ik ben niet de grote trooster, maar toch ga ik in op verzoeken. Ik zoek daar een middenweg in.’
‘Maar in deze coronatijd is die bereidwilligheid wel vaak op scherp gesteld. Een grote instelling vroeg me om een inleiding te doen bij een onlinefilmpje. Toen bleek dat het niet de bedoeling was dat ik een factuur zou sturen. Het is ontploft met die verzoekjes.’
Waarom de kunstenaar? Omdat hij een bezieler is?
‘Dat denk ik wel. Je moet maar even naar de geschiedenis kijken. Denk maar aan de Decamerone van Boccaccio, die ontstond tijdens een pestepidemie. Of de cellist die op de puinhoop van Sarajevo in het vizier van de sluipschutters Bach zat te spelen. Of het nu de aanslagen in Brussel zijn of bij Charlie Hebdo, het zijn telkens de kunstenaars die ergens op een plein troostliederen zingen. Jammer genoeg moet je vaststellen dat de troost meestal pas komt na de catastrofe. We kunnen ze maar zelden tegenhouden. Het mooiste voorbeeld is Rosa Luxemburg, die samen met Jean Jaurès de Eerste Wereldoorlog probeerde af te wenden. Ze hebben geprobeerd om alle partijen samen de Negende symfonie van Beethoven te laten zingen, met de gevleugelde woorden “Alle Menschen werden Brüder”. Maar het is niet gebeurd. Bij deze pandemie zie je het ook. Ze overvalt iedereen, mensen schikken zich ernaar en zoeken naar uitingen.’
Is het redde wie zich redden kan? Of redden wat er te redden valt?
‘Redde wie zich redden kan, dat mag het niet zijn. Maar wie nu geen spaargeld heeft, zit in zwaar weer. Er zijn in de cultuurwereld veel freelancers met interimcontracten. Uit die hoek hoor ik soms wel paniek. Hun inkomen is voor maanden weg. Als je dan geen reserve hebt of geen vooruitzicht op steunmaatregelen, dan is het heel penibel. Kunstenaars zijn bij uitstek ego’s. Toch moet ik zeggen dat ik in die dertig jaar, op één uitzondering na, nooit bedrogen ben geweest, zelfs al worden afspraken aan de telefoon beklonken. Ik zie nu ook de Acteursgilde hard ijveren voor haar leden. Ze hebben een uitgebreide rondvraag gedaan, momenteel kunnen de meesten geholpen worden.’
U ziet meer solidariteit dan egoïsme?
‘In het begin van de lockdown was het tous ensemble. Iedereen schikte zich naar de maatregelen. Nu begint iedereen naar elkaar te kijken, vaak met een zekere afgunst omdat de ene alweer aan het werk mag en de andere nog niet. Als ik het rationeel bekijk, zou ik zeggen: houd het spel maar gesloten tot eind augustus, tot het beest in zijn kooi zit. Zo zouden de virologen het ook het liefst hebben. Maar dan ben ik niet solidair met de kappers.’
Valt ermee te leven dat er voor cultuur geen enkel perspectief is?
‘De politici werken eraan, dat moet gezegd. Er worden steunmaatregelen uitgerold. Maar de vooruitzichten zijn heel somber en er is nog geen perspectief. Er wordt al rekening gehouden met scenario’s dat het hele najaar wegvalt. Daarom moet er een culturele coalition of the willing komen, waarin individuele kunstenaars zich verenigen. Daar wordt nu aan gewerkt. De politiek moet een marshallplan voor de cultuursector uitdenken. Bij de volgende powerpoint van de Veiligheidsraad wil ik niet dat cultuur dat allerlaatste blokje is dat mag herbeginnen. Dat blokje moet naar omhoog. En ik wil zelfs dat er een rood kadertje omheen staat.’
‘Ik mis in ons land een politieke leider die onomwonden zegt dat kunstenaars een essentieel
‘Bij de volgende powerpoint van de Veiligheidsraad wil ik niet dat cultuur dat allerlaatste blokje is dat mag herbeginnen. Dat blokje moet naar omhoog’
beroep hebben. Als ik daar die speech van Merkel mee vergelijk ... Zij zegt voluit dat kunst van nationaal belang is. Dat ze onze identiteit vormt, ons een ziel geeft en ons erfgoed is. Cultuur ís ook onwaarschijnlijk belangrijk. In deze crisis wordt een groot appel gedaan op zachte sectoren als de zorg, het onderwijs en cultuur, die het welzijn van de mens centraal stellen. Er zit ook een hele econo mie achter van toeleverings bedrijven.’
U verdiept zich in de Eerste Wereldoorlog. Wat kunnen we voor deze crisis leren uit de weder opbouw?
‘Na die oorlog kwam een gewel dige levenslust naar boven. Maar er is één groot verschil: de vijand was weg. Een onzichtbare vijand als het coronavirus kun je niet be vechten. We kennen hem niet goed, we weten niet hoe hij zich zal gedragen. We tasten in het duister, er is geen duidelijk toekomstperspectief. Wordt dit het einde van optredens voor 30.000 mensen? Is het gedaan met blockbustertentoonstellingen? Ik houd mijn hart vast voor een zomer zonder grote culturele evenemen ten. Misschien veegt deze crisis al die fantastische structuren weg die we in ons land hebben opge bouwd. Van de broeikas waar het jonge talent wordt gekweekt tot het meesterschap van de interna tionale top. Van de ervaring die van de meester wordt overgedra gen naar de beginner.’
‘Ik ben gaan opzoeken wat ons aller grote meester Herman Teir linck zei over moeilijke tijden. (pulkt een strookje papier uit een boek) Hoor maar: (declameert) “In zijn oude evolutie heeft het theater goede en slechte tijden be leefd, maar geen crisis vermocht ooit zijn leefbaarheid in gevaar te brengen. Uit alle inzinkingen wist het telkens krachtiger op te staan.” Wat vind je daarvan? Topcitaat toch! Maar als er een tweede golf komt. Pfff, dat idee zaagt echt de poten onder je stoel.’
Een kuchende zaal
Het wordt even stil. De wind ruist door de populieren. Nog voor dit interview afgelopen is, zal de haan van de buren honderd keer victorie gekraaid hebben. In de ruimte waar we zitten, staat een warmtelamp, ligt een flard van een liedjeinwording en heb ben enkele flessen hun weg naar het containerpark nog niet gevon den. Hier wordt tussendoor toch nog gewerkt.
Op de bovenkant van een baksteenmuur hangt een strook cortenstaal waarin letters ge laserd zijn, een creatie van Maud Bekaert. ‘Nooit komt er een eind aan ons verlangen’, staat erop, een dichtregel van haar partner Peter Verhelst. Nu alles stilligt, is het verlangen om te creëren alleen maar groter geworden. ‘Ik verlang op de duur zelfs naar een kuchen de, hoestende zaal’, zegt Opbrouck glimlachend.
Maakt een crisis creatief?
‘Kunst is per definitie onderhevig aan maatschappelijke ontwikkelingen, vervelt of gaat in de con tramine. Tijdens een oorlog of een politieke crisis kun je als kunste naar een standpunt innemen. Maar je kunt geen standpunt in nemen tegen een gezondheidscri sis. Er valt niet te rebelleren tegen een pandemie. De coronacrisis inspireert me ook niet om kunstvormen te herdenken.’
‘Tegelijk word ik als oude dino saurus wel gedwongen om bezig te zijn met internet en sociale media. Zoomvergaderingen: heerlijk, alleen al die vormgeving (lacht)!’
Moeten de oplossingen niet van de cultuurcentra en de grote instel lingen komen? Die zitten wel op nieuwe formats?
‘Zeker. Gesubsidieerde huizen kunnen meer experimenteren met plexiglas in de zaal of een be perkt publiek. Maar op de vrije markt, zonder subsidies, moet die zaal gewoon vol. En dat kan nu niet, maar natuurlijk kun je na denken over alternatieven. De Dolfijntjes zou ik nooit solo doen, maar voor mijn Singalongtournee is dat wel een optie. Of in plaats van één keer voor veel publiek moeten we misschien een paar keer optreden voor een derde van de zaal.’
En zou u voor zo’n kleine zaal ook optreden?
‘(ferm) Ja. Ik sta open voor elke oplossing om te kunnen spelen.’
Is het ook rendabel?
‘Ik denk dat je dat moet zien als tijdelijke oplossing. Als huizen en steden de hele zomer niets moeten organiseren, sparen ze ook geld uit. Tegelijk hoop ik dat geld dat specifiek voor cultuur besteed was, daar ook voor bestemd blijft. Je ziet veel cultuurcentra budget ten verschuiven. Er zijn ook hui zen die proberen om artiesten on der de prijs te laten werken, met de coronacrisis als excuus. Andere huizen betalen gezelschappen dan weer al 30 procent van de uit koopsom uit – hoe chic is dat?’
‘Zelf organiseer ik binnenkort ook virtuele Sinksenfeesten voor de stad Kortrijk – billijk vergoed, voor alle duidelijkheid. Kortrijk zet daarvoor technici en artiesten in, de machine mag toch een beet je weer draaien.’
Kan zo’n onlineinitiatief een voor stelling in levenden lijve vervan gen?
‘Live cultuur beleven zou je een duiveluitdrijving kunnen noemen. Er is niet alleen troost, contemplatie en nadenken over onze samenleving, maar ook fun, humor, hartverheffing.’
‘In Maastricht hebben ze een lockdowntheaterfilm gemaakt, over twee theaterdirecteurs die vastzitten. Heel leuk, maar dat biedt geen perspectief voor een nieuwe vorm. Hetzelfde als met driveinoptredens. Mensen zullen dat weleens doen en dat leuk vinden. Maar je mist de weerklank van een gedeelde ervaring met anderen. Tijdens een festival of een voorstelling sta je schouder aan schouder met elkaar, je ademt dezelfde adem, je ervaart dat ene, unieke moment. Alle andere oplossingen, zoals gestreamd theater, zijn ersatz, zoals de cichorei die men tijdens de oorlog dronk. Lekker, maar koffie is het niet.’
Zijn duizendpoten zoals u meer gewapend tegen deze crisis? Wordt dat de nieuwe norm als je in de cultuursector wilt overleven?
‘Ik hoop dat het niet zal moeten, want ik vind het even nobel om je aan één kunst te wijden. Maar het is nu inderdaad lastiger. Ik hoop alvast dat die cellist van het symfonisch orkest zijn ding kan blijven doen. Dat die morgen niet zomaar een tvshow kan en wil presenteren, lijkt me logisch.’
(denkt na) ‘Er zijn velen die bang zijn dat de remedie erger is dan het virus. Het is niet te becijferen wat we nu meemaken.’
Artiesten moeten maar beter waakzaam blijven?
‘Ja, ik wil best meegaan in tijdelijke oplossingen, omdat dit een noodsituatie is. Maar het debat van de cultuursector met de economische en politieke wereld zal cruciaal zijn. Er was al weinig overschot voor kunstenaars: het budget voor cultuur is het equivalent van een paar kilometer asfalt. De leidraad bij dat debat moet zijn: in welke wereld willen we leven, en wat zijn we bereid om achter ons te laten?’
Zal er nog publiek durven te komen als de lockdown voor cultuur wordt gelost?
‘Als ik zie hoeveel volk er voor de ingang van de Ikea en Avevewinkels staat, dan denk ik dat ons publiek evengoed vlug naar de theaterzaal komt. Maar wordt het een lange, pijnlijke recessie, dan is het een ander verhaal. Als deze crisis te lang duurt, stort alles in.’
Zult u ook een ander publiek te zien krijgen? Zijn mensen veranderd?
‘Sommige wel, andere niet. Het is utopisch om te denken dat we nu herboren worden met een vernieuwde blik. In onze bubbel, misschien. Ik zou natuurlijk graag hebben dat er iets verandert. Dat mensen meer lokaal kopen en meer respect krijgen voor de natuur. Maar er komt spanning op goede voornemens als er economische belangen meespelen of als mensen de crisis diep zullen voelen in hun portemonnee.’
‘Neem nu het massaal rondvliegen met cultuurproducties. Waarom zou Sidi Larbi Cherkaoui dat niet meer mogen en die zakenman met zijn aktetas wel? Het is ook delicaat om jongeren daarin lessen te geven. Ik kan hun moeilijk zeggen dat ze beter niet naar Australië vliegen, terwijl ik er zelf geweest ben. Nee, daar past als vijftiger maar één houding: nederigheid.’
‘Alle tijdelijke oplossingen, zoals gestreamd theater, zijn ersatz, zoals de cichorei die men tijdens de oorlog dronk. Lekker, maar koffie is het niet’