Kleine momentjes van wijsheid
Acht weken lang getuigden 23 ‘gewone’ mensen over leven en werken in ongewone tijden. In De coronakronieken groeide zo een tijdsbeeld waarin rede en emoties, woede en hoop tegen elkaar opboksten. Een terugblik.
BRUSSEL I Een goeie week nadat België in lockdown was gegaan, begon ik te bellen. Ik verzamelde eerst een tiental men sen. Om de zoveel dagen zouden ze vertel len hoe ze het ‘Leven in tijden van corona’ beleefden. Die werktitel, naar Liefde in
tijden van cholera van G.G. Marquez, werd ultiem gewijzigd in De coronakro
nieken, naar The London Chronicles van
Samuel Pepys.
Een kroniek is een tijdsbeeld. Met De
coronakronieken wilden we laten zien hoe mensen uit alle lagen van de bevol king omgaan met een uitzonderlijke ge beurtenis.
Het begon boeiend. Elien Pieters luid de de alarmbel over miljoenen plantjes die stonden te vergaan, Virginie Vandaele jubelde dat ze haar kinderen in jaren niet zo veel gezien had. Ik dacht aan Umberto Eco, de Italiaanse semioticus die zei dat het niet de grote theorieën zijn die ons inzicht geven, maar kleine momentjes die wijsheid in zich dragen. Wat vindt iemand belangrijk als hij of zij ’s ochtends opstaat: lachende kinderen of een mooie, bloeiende plant?
Die eerste afleveringen, einde maart, lieten goed voelen dat iedereen verrast was. Het was geen chaos zoals na een or kaan op Haïti, maar we waren wel ge kaapt. Josephine Dapaah werkte van 8 tot 23 uur, zei ze, omdat ze als lerares de structuur probeerde te bewaren die haar leerlingen, veroordeeld tot virtueel con tact, niet konden opbrengen. Emiel Van Herck vertelde dat hij hooguit twee uur per dag voor de school werkte en dat hij in het fijne weer liever wilde gaan kamperen.
De tien getuigen werden er uiteinde lijk 23. Hun gevoelens van verwarring maakten plaats voor pogingen om struc tuur te vinden. Daarna kwamen de eerste tekenen van vermoeidheid en verveling, en protest. De versoepeling van de jongste weken leidde tot anticipatie, maar ook lethargie en ongeloof.
Het mooie aan een kroniek is dat je er dingen kunt tonen, in plaats van ze uit te leggen. Ik denk dat tonen vaak beter werkt. Af en toe kregen we een surreëel beeld van een verborgen wereld. Jet Can tineau schreeuwde haar machteloosheid uit over daklozen die de hele dag moesten rondlopen en zelfs het plezier kwijtraak ten van naar etalages te kijken, omdat ze dan ‘te zichtbaar’ zijn. Dieter Van Den Broeck vertelde hoe bedelaars met een boete bedreigd worden, wanneer ze durven te gaan zitten.
Ik heb veel kritiek gehoord in die acht weken, maar niet alles was voor publicatie bestemd. Kritiek op de politiek en op de nieuwsberichten, die te veel de cijfers benadrukten en in toenemende mate als verwarrend, bedreigend of repetitief ervaren werden. Socioloog Werner Schirmer sprak over een ‘verzadiging’, en legde uit dat corona ‘routine’ werd, omdat we nood hebben aan individuele vrijheid.
Maar hoe vrij waren we? ‘Ik kom mezelf tegen’, zei Virginie Vandaele al na een week, en dat geldt voor velen. Mensen veranderen van mening, of hebben al eens een slechte dag. Een kroniek laat die verschillende tinten zien. De meeste getuigen hebben hun donkere momenten gehad: vermoeid door te veel werk, rade loos door te weinig werk, machteloos door slecht werk en zelfs verloren omdat het werk niet gedaan kon worden. Najma Zemmouri vertelde aangedaan hoe mos limgezinnen in de ramadan honger lijden omdat de gezamenlijke maaltijden niet door konden gaan. ‘Als ik 30 jaar jonger was, ik zou me te pletter vechten tegen de mentaliteit van ikeerst’, riep Chris Lom me.
Iemand noemde de tijd een ‘emotionele rollercoaster’. Dat is zo, maar op het einde hou ik vooral een groot gevoel van respect over voor al die medecroniqueurs. Ik voelde, zelfs virtueel, ook veel veerkracht, veel geloof, veel hoop.
Iedereen is veerkrachtig op zijn/haar manier. Tineke Demey, Harmony Benegusenga en Sanne Putseys haalden kracht uit therapieën die ze eerder hadden gevolgd, en nu toepasten. Het toont hoe belangrijk psychosociale hulp was, is en zal zijn. Putseys benadrukte nog een ander aspect dat velen deelden: dat de hele periode van zelfisolatie, ver van het gewone en te drukke levensritme, haar blij maakte. Ze heeft een goeie knuffel van haar moeder meer gemist dan de society events die velen in het leven van een pop ster verwachten.
Boeiend was het gevecht tussen ratio en emotie. Mannen analyseren meer: psy choloog Carlo Scheerlinck, dominicaan Bernard De Cock en econoom Hans Bevers probeerden theoretische kaders en filosofische denkers aan de realiteit van elke dag te koppelen. Hoofdcommissaris Joël De Keyzer zag een visioen van een nieuw, meer mensgericht Brussel. Bernard Walravens zocht een nieuwe routine voor zijn familiebedrijf. Vrouwen vertrekken liever vanuit de kleine realiteit en gooien sneller hun gevoelens in de weegschaal. Ik dacht dat dat een cliché geworden was; niet dus.
Ik heb me vaak een amateurtherapeut gevoeld. De gesprekjes, drie of vier per dag, zouden een kwartier duren, maar sommige duurden vier keer zo lang. Misschien is dat wel normaal? Deze periode leidde ook tot veel zelfreflectie, en dan doet het deugd wanneer iemand je daartoe aanzet, en je je eigen woorden later gesynthetiseerd ziet in tekst en tekening.
Wat dus betekent dat je, zelfs voor zelfreflectie, de andere ook nodig hebt.
Dat was, zeker in de afsluitende week van De coronakronieken, het grote thema: we moeten hier samen door. Iedereen moet zich nu verantwoordelijk gedragen, zeker in dat nieuwe normaal dat elke dag weer kan veranderen. ‘Laten we blijven doen wat we al goed deden en aandacht hebben voor wat anderen willen’, besloot Josephine Dapaah, die maandag het lesgeven hervat. Met veel goesting.
De meeste getuigen hebben hun donkere momenten gehad: vermoeid door te veel werk, radeloos door te weinig werk, machteloos door slecht werk
Ik hoorde veel kritiek op de nieuwsberichten, die te veel de cijfers benadrukten en als verwarrend, bedreigend of repetitief werden ervaren