Ode aan de Onbeantwoorde Liefde
Ik ben verliefd. Geen paniek, niet op u. Het onderwerp van mijn affectie weet het niet, hij hoeft het niet te weten. Ik heb niet de behoefte mezelf met een metgezel op te schepen, en bovendien hééft hij al een lief, ook een minpuntje. In dat potje wil ik hoegenaamd niet roeren. Ik vermaak me prima alleen, de herinnering aan mijn laatste relatie is nog vers genoeg om elke ochtend met een gevoel van opluchting wakker te worden omdat er geen zeikerd met een ochtendhumeur naast mij ligt.
En toch ben ik verliefd. Ik droom weg achter mijn computer, ik praat in mijzelf, ik maak lange avondwandelingen in de schemering terwijl ik mij inbeeld dat ik in een romantische komedie met Hugh Grant leef, of in een roman van Milan Kundera. Ik luister eindeloos naar ‘We’ve got tonight’ in de versie van Kenny Rogers – R.I.P. – en de zwaar onderschatte Sheena Easton. Wat een klok van een stem heeft die zeg! Als ze invalt in het tweede couplet, samen met die drumcomputer, dan gaan als bij een kerkorgel alle kleppen van mijn baarmoeder openstaan. Dat mijn baarmoeder helemaal geen kleppen heeft, of ten hoogste één, is hier het punt niet. Het punt is dat ik verliefd ben.
Niets aan te doen. Wachten tot het voorbijgaat. Hoe allesoverheersend dit gevoel ook is, ik weet dat het ophoudt. Sinds ik een app heb geïnstalleerd die mijn maandelijkse cyclus in het oog houdt, heb ik gemerkt dat ik dit soort uitzinnigheden voornamelijk produceer rond mijn eisprong. Ontnuchterend is dat. In mijn hoofd druipen mijn gedachten van de poëtische bombast, beleef ik de meest romantische avonturen, word ik al zingend meegenomen op een vliegend tapijt, maar dat alles kan worden teruggevoerd tot een tijdelijke verhoging van testosteron in mijn bloed. Oh biologie. Ik ben een aap, maar wel een romantische aap.
Waar moet ik toch heen met al die hartstocht? Ik ontwikkel dan maar een platonische verliefdheid. Ideaal in tijden van corona – geen risico op besmetting. Zo worden mijn driften tenminste omgezet in iets artistieks. Ik kan een lied aan hem wijden, een gedicht, of, bijvoorbeeld, een column.
Mijn onbeantwoorde liefdes zijn altijd de meest productieve geweest. Zo heb ik lang geleden de helft van mijn eerste plaat en een heel toneelstuk geschreven over een man naast wie ik niet één nacht heb gelegen. Jaren ben ik op die jongen verliefd geweest. Het is nooit wat geworden tussen ons – maar misschien heeft het net daarom zo lang geduurd. Misschien ben ik nog steeds verliefd op hem. Of niet op hem, maar op wat hij voor mij symboliseert: het spook van de liefde die niet zijn kan, telkens weerspiegeld in een andere onbereikbare man. Wordt de man bereikbaar, dan verdwijnt het spook.
De mooiste liefdes zijn diegenen die nooit beleefd worden. Want vroeg of laat verandert zelfs de meest passioneel begonnen relatie in droge gortepap. Iemand is je redder, je prins, je ware, en het volgende moment ben je aan het discussiëren over wie er de vuilniszak buiten gaat zetten. Telkens opnieuw bleek de liefde, als ik erop inging, een teleurstelling. Ik heb nog geen enkele relatie gehad die niet uiteindelijk uitdraaide op bitterheid of verveling. De liefdes die ik nooit heb geconsumeerd daarentegen, die blijven eeuwig jong. Het gras is altijd groener in een tuin waar niemand komt.
Misschien geloof ik in romantische liefdes zoals ik in engelen of eenhoorns geloof – ik kan er mij iets bij voorstellen, maar ik weet dat ze eigenlijk niet bestaan. Misschien geloof ik in gelukkige relaties zoals ik in subsidies voor cultuur geloof – ik weet dat ze bestaan, maar mij zijn ze nog nooit overkomen. Misschien heb ik tot nu toe gewoon pech gehad. Of misschien ben ik vervloekt, niet in staat de liefdevolle banden te smeden die iedereen rond mij schijnbaar moeiteloos aangaat. Wie zal het zeggen?
Intussen zal ik wel rustig op mijn eentje verliefd zijn, daar val ik tenminste niemand mee lastig. In gedachten neem ik zijn hoofd tussen mijn handen en kus ik hem, onophoudelijk. In werkelijkheid kom ik thuis van mijn avondwandeling. Kenny Rogers en Sheena Easton zijn uitgezongen. Het is zondag. Ik moet de vuilniszak nog buiten zetten.
Ik zal wel rustig alleen verliefd zijn, daar val ik tenminste niemand mee lastig
Nele Van den Broeck