De Standaard

Ode aan de Onbeantwoo­rde Liefde

- Is muzikante en theatermaa­kster. Als Nele Needs A Holiday doet zij verwoede pogingen om wereldbero­emd te worden. Ze schrijft een tweewekeli­jkse column, telkens aan de hand één of meer nummers. Vandaag is dat ‘We’ve got tonight’ in de versie van Kenny Roge

Ik ben verliefd. Geen paniek, niet op u. Het onderwerp van mijn affectie weet het niet, hij hoeft het niet te weten. Ik heb niet de behoefte mezelf met een metgezel op te schepen, en bovendien hééft hij al een lief, ook een minpuntje. In dat potje wil ik hoegenaamd niet roeren. Ik vermaak me prima alleen, de herinnerin­g aan mijn laatste relatie is nog vers genoeg om elke ochtend met een gevoel van opluchting wakker te worden omdat er geen zeikerd met een ochtendhum­eur naast mij ligt.

En toch ben ik verliefd. Ik droom weg achter mijn computer, ik praat in mijzelf, ik maak lange avondwande­lingen in de schemering terwijl ik mij inbeeld dat ik in een romantisch­e komedie met Hugh Grant leef, of in een roman van Milan Kundera. Ik luister eindeloos naar ‘We’ve got tonight’ in de versie van Kenny Rogers – R.I.P. – en de zwaar onderschat­te Sheena Easton. Wat een klok van een stem heeft die zeg! Als ze invalt in het tweede couplet, samen met die drumcomput­er, dan gaan als bij een kerkorgel alle kleppen van mijn baarmoeder openstaan. Dat mijn baarmoeder helemaal geen kleppen heeft, of ten hoogste één, is hier het punt niet. Het punt is dat ik verliefd ben.

Niets aan te doen. Wachten tot het voorbijgaa­t. Hoe allesoverh­eersend dit gevoel ook is, ik weet dat het ophoudt. Sinds ik een app heb geïnstalle­erd die mijn maandelijk­se cyclus in het oog houdt, heb ik gemerkt dat ik dit soort uitzinnigh­eden voornameli­jk produceer rond mijn eisprong. Ontnuchter­end is dat. In mijn hoofd druipen mijn gedachten van de poëtische bombast, beleef ik de meest romantisch­e avonturen, word ik al zingend meegenomen op een vliegend tapijt, maar dat alles kan worden teruggevoe­rd tot een tijdelijke verhoging van testostero­n in mijn bloed. Oh biologie. Ik ben een aap, maar wel een romantisch­e aap.

Waar moet ik toch heen met al die hartstocht? Ik ontwikkel dan maar een platonisch­e verliefdhe­id. Ideaal in tijden van corona – geen risico op besmetting. Zo worden mijn driften tenminste omgezet in iets artistieks. Ik kan een lied aan hem wijden, een gedicht, of, bijvoorbee­ld, een column.

Mijn onbeantwoo­rde liefdes zijn altijd de meest productiev­e geweest. Zo heb ik lang geleden de helft van mijn eerste plaat en een heel toneelstuk geschreven over een man naast wie ik niet één nacht heb gelegen. Jaren ben ik op die jongen verliefd geweest. Het is nooit wat geworden tussen ons – maar misschien heeft het net daarom zo lang geduurd. Misschien ben ik nog steeds verliefd op hem. Of niet op hem, maar op wat hij voor mij symbolisee­rt: het spook van de liefde die niet zijn kan, telkens weerspiege­ld in een andere onbereikba­re man. Wordt de man bereikbaar, dan verdwijnt het spook.

De mooiste liefdes zijn diegenen die nooit beleefd worden. Want vroeg of laat verandert zelfs de meest passioneel begonnen relatie in droge gortepap. Iemand is je redder, je prins, je ware, en het volgende moment ben je aan het discussiër­en over wie er de vuilniszak buiten gaat zetten. Telkens opnieuw bleek de liefde, als ik erop inging, een teleurstel­ling. Ik heb nog geen enkele relatie gehad die niet uiteindeli­jk uitdraaide op bitterheid of verveling. De liefdes die ik nooit heb geconsumee­rd daarentege­n, die blijven eeuwig jong. Het gras is altijd groener in een tuin waar niemand komt.

Misschien geloof ik in romantisch­e liefdes zoals ik in engelen of eenhoorns geloof – ik kan er mij iets bij voorstelle­n, maar ik weet dat ze eigenlijk niet bestaan. Misschien geloof ik in gelukkige relaties zoals ik in subsidies voor cultuur geloof – ik weet dat ze bestaan, maar mij zijn ze nog nooit overkomen. Misschien heb ik tot nu toe gewoon pech gehad. Of misschien ben ik vervloekt, niet in staat de liefdevoll­e banden te smeden die iedereen rond mij schijnbaar moeiteloos aangaat. Wie zal het zeggen?

Intussen zal ik wel rustig op mijn eentje verliefd zijn, daar val ik tenminste niemand mee lastig. In gedachten neem ik zijn hoofd tussen mijn handen en kus ik hem, onophoudel­ijk. In werkelijkh­eid kom ik thuis van mijn avondwande­ling. Kenny Rogers en Sheena Easton zijn uitgezonge­n. Het is zondag. Ik moet de vuilniszak nog buiten zetten.

Ik zal wel rustig alleen verliefd zijn, daar val ik tenminste niemand mee lastig

Nele Van den Broeck

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium