‘De kinderen maken het goed’
Dankzij brieven die een familie tijdens een pestuitbraak schreef, kunnen we ons beter inleven in die ramp. JEROEN PUTTEVILS ziet verbanden met onze situatie nu.
Linhart Tucher (14871568) was een rijke koopman uit een roemrijk geslacht en lid van de Raad van Zeven in het Duitse Nürnberg. Die functie zal hij zich beklaagd hebben in juli 1533, toen de stad getroffen werd door een uitbraak van de builenpest. Die verspreidde zich vanuit de stad razendsnel naar het ommeland en doodde meer dan 10 procent van de Nürnbergse bevolking. De Raad van Zeven werd de lokale Nationale Veiligheidsraad. Van de leden werd verwacht dat ze in de stad bleven. Een groot deel van de elite koos het hazenpad, net zoals de jonge Florentijnen in Boccaccio’s Decamerone of de steenrijke New Yorkers die hun penthouse in Manhattan inruilden voor hun villa in de Hamptons.
Linhart had zijn eerste vrouw, Magdalena Stromer, en twee kinderen verloren in een reeks pestepidemieën van 1519 tot 1521. Die voorgeschiedenis deed hem er ongetwijfeld voor kiezen om de twee oudere dochters uit zijn eerste huwelijk en de vijf zoons uit zijn tweede huwelijk samen met zijn schoonzus Margret (als opzichtster) en twee meiden (als verzorgsters) naar Nördlingen te sturen (net geen 100 kilometer ten zuidwesten van Nürnberg). Op 8 augustus 1533 bolderden twee wagens met de kinderen, de schoonzus, de meiden, enkele voerlieden, bagage, proviand en een grote som geld die tussen de kledij verstopt was, door de Nürnbergse stadspoorten om twee dagen later in Nördlingen in het gehuurde burgerhuis aan te komen. Van een lockdown was geen sprake, tenminste niet voor de kinderen van een bestuurder van de Raad van Zeven. Dit alles was op voorhand in detail gepland. De Tuchers waren voorbereid (in tegenstelling tot wij vandaag).
De ouders, kinderen en de schoonzus van Linhart hielden contact via meer dan tweehonderd brieven, soms meerdere per dag. Ze informeerden naar ieders gezondheid, naar de opvoeding en opleiding van de kinderen en naar de nakende bevalling van de moeder, die hoogzwanger was en bij Linhart in Nürnberg achtergebleven was, omdat ze de hobbelige reis niet zou aankunnen. Zijn schoonzus Margret schreef: ‘Alles gaat goed met de dochters en hun gezondheid – lof zij God – en de zonen zijn blij en evenwichtig.’
Feesten zonder afstand
Niet alleen brieven circuleerden, vader Linhart liet ook geschenkjes en eetbare verwennerijen zoals patrijzen, amandelen, vijgen en gedroogd fruit bezorgen door koeriers en andere reizende familieleden. De Tuchers waren geen arme stakkers, ze konden zich in tijden van een gezondheidscrisis en van sterk gestegen voedselprijzen nog makkelijk luxevoeding permitteren. De geboorte van een zesde zoon in Nürnberg was de aanleiding voor een groot feest in Nördlingen, waarop heel wat kennissen en buren uitgenodigd waren, allicht zonder social distancing.
Linhart had dat goed gezien, denkt u misschien: even van de kinderen af en rustig thuiswerken. Hij kon inderdaad per brief telewerken in Nürnberg en zijn koopmansbedrijf heeft niet geleden onder de pestepidemie. Bovendien was het in middens van handelaars die veel reisden en soms lang in het buitenland verbleven niet vreemd om een tijd van de familie gescheiden te zijn.
Dan brak de pest in Nördlingen zelf uit, net op het moment dat in Nürnberg de mortaliteit over haar piek was. Een eerste dode viel in een huis niet ver van het huis waar de kinderen verbleven. In een volgende brief stond dat een van de meiden ziek aan het worden was en dat twee van de jongere kinderen symptomen van de pest begonnen te vertonen. Een van de oudere dochters schreef aan haar vader dat de zieke kinderen ten dode opgeschreven waren. In die
brief deelde ze ook mee dat ze van anderen hoorde dat er verschrikkelijke verschijningen gezien waren in de hemel, waarvan sommigen zeiden dat ze wezen op een vergiftiging van de lucht. Men dacht toen dat de pest en andere ziekten door slechte lucht of miasme veroorzaakt werden. Katharina zelf interpreteerde de tekenen als de dag des oordeels. Ze zag de pest als een straf van God waartegen alleen bidden een remedie bood.
Margret liet aan haar schoonbroer Linhart weten dat ze de moeder van de kinderen niet geschreven had over hun ziekte, om haar niet te verontrusten. Meer zelfs, in een aparte brief aan de moeder loog ze dat de kinderen nooit in gevaar waren. Margret liet een dokter komen die gedroogde vijgen voorschreef. Aan de ouders in Nürnberg schreef ze dat ze gehoord had dat het aantal slachtoffers niet langer toenam.
De jongens herstelden en in februari 1534 waren zowel Nördlingen als Nürnberg pestvrij en kon de familie herenigd worden in Nürnberg, tot grote vreugde van hun moeder. De brieven werden geklasseerd en bewaard in het familiearchief, waardoor historici ze kunnen lezen.
Het lot van kinderen nu
De brieven doen ons, historici, nadenken over de band tussen ouders en hun kinderen in het verleden, een onderwerp waarover controverse bestaat. Zeker niet elke inwoner van Nürnberg kon zijn kinderen in veiligheid brengen, en de familie mag dan wel aan de pest zijn blootgesteld, ze was niet zo kwetsbaar als haar minder gegoede stadsgenoten die allicht geen vijgen konden betalen, geconfronteerd werden met piekende prijzen van basisgoederen en niet zomaar de stad konden verlaten. Dit verhaal doet ons oog hebben voor sociaal gedifferentieerde kwetsbaarheid vroeger en nu. Ze laat ons de persoonlijke familiebanden in het verleden zien op een moment dat we zelf sociale contacten missen. Het doet ons stilstaan bij het lot van kinderen in moeilijkere situaties vandaag.
Ik doe geen historisch onderzoek naar rampen, dus ik hield me ver van de discussie. Tot ik begin deze week voor ander onderzoek op de correspondentie van Linhart Tucher en zijn familie stootte, in een artikel van historicus Mathias Beer. Voor de crisis zou ik dit artikel op een andere manier gelezen hebben: afstandelijker. Nu overviel me een gevoel van herkenning en bevreemding. Maar wat heeft de lezer van deze krant eraan?
De opiniestukken van historici die ik heb gelezen, verwijzen vaak naar anonieme mortaliteitscijfers en Boccaccio’s
Decamerone. Meer persoonlijke verhalen zoals dat van de Tuchers kunnen een gezicht geven aan de afstandelijke schattingen van de aantallen dodelijke slachtoffers van historische rampen en de oorzaakgevolganalyses rond crises en maatschappelijke veranderingen. Naar de ervaringen van mensen uit het verleden kijken, kan tot meer inzicht in onze eigen situatie leiden.
De kinderen hadden symptomen, maar hun opzichtster schreef hun moeder niets over hun ziekte, om haar niet te verontrusten