Gratis vrijheden
Ik was getuige van een manifestatie. Een groep van een man of twintig, die veel ruimte in beslag nam omdat ze de regels voor onderlinge afstanden respecteerde, trok door de straten van het centrum van Genua, nauwlettend gadegeslagen door politie in burger, die opvallend anoniem stond te posten. Ik kon uit hun leuzen niet opmaken wie zij waren en wat zij wilden. Eén spandoek riep op tot ontzet van het beleg. Met een ander spandoek werd het recht opgeëist om te demonstreren. Als protesteren een doel op zichzelf is, is de mensheid misschien nog niet verloren.
’s Avonds sprak premier Giuseppe Conte het volk toe. Stella en ik volgden zijn redevoering live. Hij sprak vanuit het binnenhof van Palazzo Chigi. Voor het eerst sinds maanden waren de journalisten lijfelijk aanwezig, in plaats van dat ze uit hun lekkende mansardes mochten inbellen met gammele videoverbindingen, al werden ze op grote afstand gehouden.
De premier sprak van bemoedigende cijfers. Het was tijd, zei hij, om ‘met vertrouwen en een groot gevoel van verantwoordelijkheid’ de volgende stap te zetten. Vanaf vandaag wordt het land grotendeels heropend. Hij gaf een lange opsomming van alle activiteiten die weer zullen zijn toegestaan. Ik vond het bevreemdend om de premier gratis vrijheden te horen uitdelen. Het idee dat de regering zomaar zonder enige noodzaak controle uit handen geeft, vond ik inmiddels net zo onwerkelijk als wanneer de belastingdienst zou aankondigen voortaan geld te gaan uitkeren.
Winkels, bars, restaurants, parken en stranden kunnen vandaag weer openen, op voorwaarde dat zij de draconische sanitaire richtlijnen respecteren. In feite wordt de quarantaine opgeheven, al blijven de sportscholen, zwembaden, theaters, bioscopen en scholen voorlopig gesloten en geldt er nog steeds een verbod op verplaatsingen buiten de eigen regio.
’s Nachts kon ik niet slapen van opwinding en zorgen.