De bocht van Merkel: toch solidair met Zuid-Europa
Berlijn en Parijs stellen een coronaherstelfonds van 500 miljard voor, niet als leningen maar als subsidies. Merkel komt zo Italië en Spanje tegemoet.
‘Een bocht van 180 graden.’ Zo omschrijft de Frankfurter Allgemeine Zeitung de beslissing van Angela Merkel om in te stemmen met een herstelfonds voor de Europese economie ter waarde van 500 miljard euro. Samen met de Franse president Emmanuel Macron steunt ze het plan van de Europese Commissie om namens de hele EU geld op te halen op de kapitaalmarkten. Dat geld zal vervolgens via de volgende meerjarenbegroting 20212027 doorgespeeld worden naar die lidstaten en sectoren die het zwaarst getroffen zijn door de pandemie, om investeringen te financieren (DS 18 mei).
Tot nog toe behoorde Duitsland samen met Nederland tot het kamp van de ‘fiscale haviken’. Zij passen voor een ‘transferunie’ en eisen dat geld uit het herstelfonds in de vorm van leningen wordt doorgeschoven naar de zwakkere landen, die het daarna ook zelf moeten terugbetalen. Voor Italië, Spanje en Frankrijk is dit een ‘no go’ omdat leningen hun schuldpositie nog verder zullen verslechteren. Uit de mededeling die Macron en Merkel gisteren na intense onderhandelingen publiceerden, blijkt dat het gaat om subsidies die op langere termijn terugbetaald zullen worden door toekomstige Europese begrotingen. ‘Dit gaat om de transfer van vers geld’, zei een glunderende Macron.
Merkel verantwoordde haar nieuwe opstelling met deze zin: ‘Vanwege het ongewone karakter van deze crisis kiezen we voor een ongewone aanpak.’ De samenhang binnen de EU en de werking van de interne markt staan op het spel: naar een hopeloos verzwakt Italië kan er minder geëxporteerd worden. Met het arrest van het Duits grondwettelijk hof in Karlsruhe in het achterhoofd, eiste Merkel wel dat de tekst vermeldt dat alles moet gebeuren ‘met volle respect voor de Europese verdragen en de rol van nationale parlementen’.
Toch kan de stap van Merkel gerust spectaculair genoemd worden. ‘Groot nieuws: Europese schuld wordt niet geteld als schuld van een lidstaat. Dit was tot enkele dagen geleden taboe. Nu kan het realiteit worden’, reageerde Henrik Enderlein, directeur van het Jacques Delorsinstituut in Berlijn. De voorgestelde 500 miljard komt boven op het pakket van 540 miljard euro waar eerder een akkoord werd bereikt, het jongste opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank én de nationale hulppakketten.
De Spaanse premier Pedro Sanchez en zijn Italiaanse collega Giuseppe Conte bestempelden het voorstel snel als een stap in de goede – lees: hun – richting. Ook Commissievoorzitster Ursula von der Leyen is tevreden: het ligt in de lijn van het voorstel waar haar team aan werkt (DS 18 mei). Ze komt eind van de maand met een gedetailleerd voorstel, daarna is het aan Charles Michel als voorzitter van de Europese Raad om een compromis uit de brand te slepen.
De vraag is hoe de ‘hardliners’ Nederland, Oostenrijk en Finland zich zullen opstellen nu ze hun Duitse bondgenoot in dit debat verliezen. Macron en Merkel lieten tijdens hun virtuele persconferentie verstaan dat ze hun plan hebben afgetoetst bij de belangrijkste EUleiders, maar hielden een slag om de arm: ‘Een akkoord tussen Duitsland en Frankrijk betekent nog geen akkoord onder de 27. Maar dat laatste is niet mogelijk zonder het eerste’, zei Macron.
Gelijk tellen
De twee leiders stellen ook dat de pandemie aantoonde dat er nood is aan meer Europa inzake gezondheidsbeleid. De EU moet zelf mondmaskers, beademingstoestellen en testmateriaal kunnen produceren om strategische voorraden aan te leggen. Er moet meer geld gaan naar onderzoek naar geneesmiddelen en vaccins. Om bij toekomstige epidemieën een nieuwe opstoot van ‘nationalistische reflexen’ (dixit Macron) te vermijden, is er nood aan Europese preventie en reactieplannen. En er moet één methode komen om statistieken op te stellen, zodat elke lidstaat op dezelfde manier het aantal besmettingen en doden telt.
‘Groot nieuws: Europese schuld wordt niet geteld als schuld van een lidstaat. Dit was tot voor enkele dagen taboe’
HENRIK ENDERLEIN Directeur Jacques Delorsinstituut