Acht procent leerlingen afwezig in lager onderwijs
Het aantal afwezige leerlingen vorige vrijdag lag binnen de verwachtingen, maar varieert enorm per school. Vooral in Brussel lijken ouders bang te zijn voor een besmetting.
Zowat 8,5 procent van de leerlingen in de lagere school en 6 procent van de scholieren uit het secundair onderwijs verschenen vrijdag, tijdens de proefdraaidag, niet op school. Dat blijkt uit de afwezigheidscijfers van meer dan duizend scholen. Minister van Onderwijs Ben Weyts (NVA) is tevreden, maar hoopt dat het aantal afwezigen nog zal afnemen. ‘Ik heb begrip voor de angst van ouders. De directeurs en de leerkrachten werken keihard om de terugkeer naar school veilig te laten verlopen. We hopen dat de vlotte heropstart twijfelende ouders en leerlingen overtuigt. De chaos is uitgebleven.’
De afwezigheidsgraad ligt in de lijn van de verwachtingen, benadrukken de onderwijskoepels. ‘We merkten dat ouders veel vragen hadden, maar in het algemeen is er een hoge opkomst’, zegt Anne Berckmoes, woordvoerder van de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG).
Kwetsbare groepen
Toch varieert het aantal afwezige leerlingen enorm. ‘De overgrote meerderheid van scholen meldde weinig afwezigheden. In sommige scholen gaat het om één afwezige op tweehonderd leerlingen’, zegt de OVSG. Het gaat dus om lokale uitzonderingen, voornamelijk in het Brussels Gewest. ‘Daar lopen de afwezigheden soms op tot twintig procent. De schooldirecteurs melden dat ouders schrik hebben voor een besmetting.’
Een deel van de leerlingen bleef thuis omdat ze zelf een familielid hebben dat ziek is of tot een risicogroep behoort, benadrukt Katholiek Onderwijs Vlaanderen. ‘De redenen waarom sommige leerlingen thuisblijven, zijn divers. Scholen gaan op individuele basis na of ze elke leerling naar school kunnen krijgen.’
De OVSG benadrukt dat het moei
In het Franstalig onderwijs was 40 tot 50 procent van de leerlingen uit het zesde leerjaar afwezig
lijk blijft om kwetsbare leerlingen te bereiken. ‘Alle scholen nodigen kwetsbare groepen uit naar school. Het aantal leerlingen dat hierop ingaat, ligt doorgaans vrij laag. Het blijft een enorme uitdaging.’
Minister Weyts wijst ook naar de belangrijke rol die de Centra voor leerlingbegeleiding (CLB) spelen. ‘Er zal geluisterd worden naar de bezorgdheden van ouders en er kan meer informatie gegeven worden over de vele veiligheidsmaatregelen die scholen nu nemen’, zegt Weyts.
Het onderwijsveld verwacht dat het aantal afwezigen de komende dagen en weken verder zal afnemen. ‘Voor sommige ouders was de proefdraaidag misschien nog een eerste test. De directies en CLB’s contacteren hen om duidelijk te maken dat alle veiligheidsmaatregelen genomen zijn, om zo hun vertrouwen te winnen’, zegt Raymonda Verdyck, topvrouw van het GO!onderwijs.
Franstalige scholen
In de Franstalige scholen lag het aantal afwezigen maandag een stuk hoger dan in de Vlaamse scholen vrijdag. Uit voorlopige cijfers blijkt dat in het zesde leerjaar 40 tot 50 procent van de leerlingen afwezig was. In het zesde jaar van het secundair onderwijs gaat het om een kwart van de leerlingen. Ook hier zijn er onderlinge verschillen – van scholen met een kwart aanwezige leerlingen tot scholen met 85 procent aanwezige leerlingen. In de grotere stedelijke basisscholen bleef dat percentage meestal onder de 50.