Economie blijft bloeden ondanks heropstart
Het ‘graduele herstel’ van de economie dat zou volgen op de heropstart, blijft voorlopig uit. Bedrijven lijden gemiddeld nog altijd evenveel omzetverlies. ‘Het herstel zal tijd vergen’, zegt de ERMG.
De cijfers van de zevende enquête van de Economic Risk Management Group (ERMG) tonen dat de coronacrisis een onverminderd grote impact heeft op de omzet van de bedrijven. Gemiddeld genomen zeggen de bedrijven dat ze 31 procent minder omzet boeken. Dat is bijna evenveel als in de eerste weken van de lockdown. En opvallend: het is ook iets slechter dan vorige week, terwijl er intussen meer economische activiteit toegelaten werd. De revalidatie van de Belgische economie tijd zal dus tijd vergen, besluit de ERMG.
Nonfoodwinkels
KBC Groep, de belangrijkste bank in Vlaanderen, waarschuwde vorige week ook al dat de economische terugval groter zal zijn dan gedacht en dat er ook in de tweede jaarhelft geen snel herstel zal komen. Uit de enquête van de ERMG blijkt hetzelfde: het zogenaamde graduele herstel dat we in het tweede kwartaal zouden zien door de heropstart van de economie, blijft voorlopig uit.
De nonfoodwinkels die op 11 mei weer zijn opengegaan, zeggen dat ze nu nog 25 procent onder hun normale omzet zitten – tijdens de lockdown was dat nog 75 procent. Maar dat lichte herstel werd tenietgedaan door sectoren die blijven achteruitboeren. Het gaat vooral om informatie en communicatiesectoren die minder opdrachten krijgen. Het gebrek aan vraag is meteen de belangrijkste reden waarom de economie nog altijd bijna een derde (31 procent) minder omzet draait. Zowel in binnen als buitenland blijft de vraag achterophinken, doordat bedrijven én consumenten zich terughoudend opstellen.
Dat leidt tot een negatieve spiraal. Doordat het herstel van de vraag ondermaats is, blijven bedrijven op een lager toerental draaien, krijgen ze minder cash binnen dan verwacht én moeten ze dus op zoek naar bijkomende besparingen. Dat doen ze door alle nietessentiële uitgaven te schrappen én projecten uit te stellen. Maar als steeds meer bedrijven op de rem staan, geraakt ook de economie niet op kruissnelheid. Veel bedrijven hebben een cashplanning gemaakt waardoor ze het een bepaalde poos kunnen uitzingen. Als de economie blijft slabakken, moeten ze extra ingrijpen.
De zwakke vraag speelt vrijwel iedereen parten, maar blijkt toch het meest voor te komen in de sector van vervoer en opslag, en de industrie – sectoren die afhankelijk zijn van de internationale handel.
Bazooka van de overheid ging verkeerdelijk uit van een snel herstel
Faillissementen
Nog uit de enquête blijkt dat de faillissementsdreiging gemiddeld iets is afgenomen tot 8 procent. Maar in de hardst getroffen sectoren is er geen verbetering, wel integendeel. Het gaat om kunst, horeca, amusement en recreatie. Daar wordt nu gevreesd dat 39 procent van de bedrijven failliet zal gaan, terwijl dat de afgelopen weken nog 25 procent was.
De enquête onderlijnt ook nog eens dat het bankenplan dat de Nationale Bank, banken en overheid in maart in elkaar boksten, ondoelmatig is. Die bazooka ging ervan uit dat getroffen bedrijven geholpen waren met een lening van 12 maanden. Almaar meer kmo’s geven nu aan dat ze mogelijk drie jaar nodig zullen hebben om eventuele overbruggingskredieten terug te betalen. Het kabinetFinanciën laat weten dat het probleem ‘op de radar’ staat.