‘We moeten af van stapelbedden’
Ook in de daklozenopvang lijkt de piek van de epidemie voorbij. Maar de crisis stelt Samusocial in Brussel voor nieuwe uitdagingen. ‘We zullen de opvang helemaal moeten herdenken.’
‘Alle opvangcentra van Samusocial zijn getest’, zegt Sébastien Roy, directeur van Samusocial, de grootste noodopvang voor daklozen in Brussel. ‘In de centra Poincaré en het Vestje was tot twintig procent besmet. We wisten dat daar in het begin van de epidemie mogelijk een cluster was. In het centrum in Evere hadden we maar twee gevallen op 180. Eén bewoner is in het ziekenhuis overleden, maar de meeste daklozen had den milde of geen symptomen.’
‘Er zijn ook weinig personeelsleden besmet geraakt. Dat wil toch zeggen dat we onszelf goed hebben beschermd’, zegt Roy. ‘Het personeel was nochtans bijzonder ongerust. In het begin heeft Artsen Zonder Grenzen ons met enkele duizenden maskers gedepanneerd. We hebben ook zelf enkele nieuwe leveranciers aangesproken. Pas daarna hebben we er van het Brussels Gewest gekregen.’
Maar Roy wil niet vervallen in het ‘makkelijke discours’ dat de daklozenopvang vergeten werd, zegt hij. ‘Er is veel solidariteit tussen alle partners gegroeid. Al bij al hebben we deze crisis goed beheerd. Al duurde het wel lang voor er een teststrategie was.’
‘Ik begrijp dat de aandacht eerst naar de woonzorgcentra is gegaan, maar van bij het begin heb ik gepleit om iedereen te testen. Pas eind april is Dokters van de Wereld daarmee kunnen beginnen (zie inzet). Nu is de vraag hoe het verder moet. Om zeker te zijn zouden we elke nieuwe persoon die onze centra binnenkomt, moeten testen of isoleren. Misschien kunnen we het personeel ook testen op immuniteit? Daar moeten we nu over nadenken. Poincaré heeft aangetoond dat ook daklozencentra broeihaarden van besmettingen kunnen zijn.’
Welke maatregelen hebt u in Poincaré moeten nemen toen bleek dat veel daklozen besmet waren?
‘Alle mannen die positief hebben getest, hebben we naar het medisch opvangcentrum van Artsen Zonder Grenzen gestuurd (zie hiernaast). Alle vrouwen konden naar het Rode Kruis. Alle andere hygiëne en afstandsmaatregelen hebben we aangehouden.’
‘Verdachte gevallen konden we in het begin ook in onze eigen covidafdeling in het Vestje isoleren. Op de piek waren bijna al die bedden ingenomen. Momenteel ligt er niemand meer.’
Was het moeilijk om daklozen te overtuigen om zich aan de afstandsmaatregelen te houden?
‘Met Dokters van de Wereld hebben we veel geïnvesteerd in gezondheidspromotie in de centra. We hebben de mensen goed uitgelegd waarom de maatregelen nodig zijn. Dat loopt goed, maar het heeft tijd gekost. De bewoners komen uit verschillende culturen en spreken verschillende talen. Covid19 was aanvankelijk ook niet hun grootste bezorgdheid. Ze hadden andere zorgen, zoals geld vinden om eten of sigaretten te kopen.’
Boze mails
Kon u hen van de straat houden? U hebt blijkbaar veel boze mails gekregen van Brusselaars.
‘Kritiek hebben we altijd gekregen, maar ze klonk nu nog luider. Bewoners die daklozen met twee op een bankje zagen zitten, zeiden dat ze zich niet aan de regels houden en de openbare ruimte besmetten, en dat we meer moesten doen om dat te voorkomen.’
‘Wij voorzien in nachtopvang. Na het ontbijt trekken daklozen normaal weer
‘Daklozen mogen niet meer op bankjes zitten en zijn gedwongen de hele tijd te blijven stappen, waardoor ze doodmoe zijn’