Microbioloog Emmanuel André:
‘We kunnen en moeten veel breder testen, óók bij de contactpersonen die besmette patiënten doorgeven’
Als de maatregelen tegen corona versoepelen, is dat alleen mogelijk omdat daar de ‘testing and tracing’strategie tegenover staat: besmette patiënten worden opgespoord via een test op het nieuwe coronavirus en daarna worden hun contacten opgespoord. Maar alvast dat eerste deel van de strategie kan gerust een versnelling hoger schakelen, vindt microbioloog Emmanuel André (UZ Leuven), die ook deel uitmaakt van de Groep Experts belast met de Exitstrategie.
Een test afnemen gebeurt op basis van de ‘indicaties voor het testen’, zoals symptomen die wijzen op covid19. Die indicaties zijn strak bepaald om overconsumptie van de tests te vermijden.
‘In het begin van de coronauitbraak was het goed om daar zeer strikt in te zijn’, zegt André. ‘Er waren te weinig tests voorradig, de laboratoria hadden onvoldoende capaciteit en er waren onvoldoende reagentia (de chemische stoffen die nodig zijn voor het proces, red.). Nu zitten we in een andere fase. Er is capaciteit om meer te testen. Veel meer zelfs: de capaciteit van het nationaal platform voor PCRtests (die het virus opsporen, red.) ligt in België vijf à tien keer hoger dan het werkelijk aantal uitgevoerde testen. Het is tijd om, na het contactonderzoek van een patiënt, ook de contacten met een hoog risico te testen.’
Een contact met hoog risico is bijvoorbeeld iemand bij wie u langer dan een kwartier op minder dan anderhalve meter afstand bent geweest. Daar vallen onder meer huisgenoten onder, of naaste buren op het werk. ‘Die groep mensen ook testen, kan perfect deel uitmaken van de langetermijnstrategie.’
Geen straf
Volgens de microbioloog is het zinvol om die mensen te testen omdat zo beter kan worden uitge
maakt wie twee weken thuis moet blijven en wie niet. Nu is de regel eenvoudig: elk contact met hoog risico moet zich twee weken isoleren. ‘Zo’n quarantaine is niet aangenaam. Het kan ook financiële gevolgen hebben. Als je weet wie besmet is en wie niet, kun je die regel fijnmaziger toepassen’, zegt André.
Breder testen kan patiënten er ook toe aanzetten meer open te zijn over hun contacten wanneer de onderzoekers hen opbellen. Dat blijkt de afgelopen dagen een probleem te zijn. ‘Per besmette persoon krijgen we maar één of geen contacten met hoog risico door’, verklaarde Sciensanoviroloog Steven Van Gucht gisteren bij de voorstelling van de dagelijkse coronacijfers. ‘Dat zouden er vier of vijf moeten zijn.’ Hij vermoedt dat mensen schrik hebben om open kaart te spelen. ‘Contactonderzoek is een volledig anoniem proces’, benadrukte Van Gucht. ‘Er zal nooit iemand worden bestraft of berispt om wat hij vertelt tijdens zo’n telefoontje.’
De beslissing om de teststrategie uit te breiden, is in handen van de Risk Management Group. Onder anderen vertegenwoordigers van de verschillende ministers van Volksgezondheid zitten daarin. André heeft daar het voorstel ook al gelanceerd, maar er is nog geen beslissing genomen. ‘Wij staan hier in ieder geval voor open’, zegt de woordvoerder van Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V).
De eerste dagen van het contactonderzoek zijn overigens geen onverdeeld succes gebleken. Vorige vrijdag maakte het Agentschap Zorg en Gezondheid bekend dat ‘vijftig tot zestig procent’ van de besmette personen telefonisch kon worden gecontacteerd om na te gaan met wie zij de voorbije dagen contact hadden. ‘Dat is te weinig’, evalueert het Agentschap dat cijfer nu na een vraag van De Standaard.
De contactonderzoekers hangen af van de gegevens die huisartsen doorsturen over hun patiënten. Die instroom van informatie moet verbeteren, vindt het Agentschap. Die informatie loopt weliswaar niet rechtstreeks van de huisartsen naar de centra voor contactonderzoek, maar maakt een tussenstop op federaal niveau. ‘Het zal wat tijd vragen om de hele keten zuiver te krijgen. De instroom van testresultaten uit de labo’s moet ook verbeteren’, zegt Joris Moonens van het Agentschap Zorg en Gezondheid.
Momenteel bereiken de contactonderzoekers maar 50 tot 60 procent van de besmette patiënten