OORLOG IS NIET LANGER HET GROOTSTE GEVAAR IN JEMEN
De sterftecijfers gaan in Jemen steil de hoogte in. ‘Sterfgevallen worden niet echt geregistreerd, dus we weten niet waaraan mensen doodgaan.’
Het enige goede nieuws dat vorige maand uit Jemen kwam, was dat het coronavirus er niet leek rond te waren (DS 27 april) – misschien door de geïsoleerde positie van het oorlogsland onder aan het grote Arabische schiereiland. Die tijden zijn nu voorbij.
‘In de laatste drie weken lijkt het virus zich volledig te hebben verspreid’, zegt een Europese hulpverlener die door de precaire situatie liever anoniem blijft, per telefoon aan De Standaard. ‘Tenminste, dat denken we. Hier zijn ook andere epidemieën, zoals dengue (knokkelkoorts) en malaria, waarvan de symptomen gelijkaardig zijn aan die van covid19. Patiënten hebben koorts en pijnlijke ledematen, het hoesten komt pas op het einde – vlak voor de dood.’
‘Door de oorlogssituatie zijn de autoriteiten slecht georganiseerd en kunnen of willen ze niet echt tellen’, zegt de hulpverlener. ‘Het soort tests dat wordt gebruikt, blijkt bovendien in één op de drie gevallen foutief. Wat moeten we dan doen, iedereen drie keer testen? Wie overlijdt, wordt – om het bot te zeggen – zo snel mogelijk in de grond gestopt. Veel testen komt daar niet bij zien.’
Het persagentschap AP ging dit
weekeinde dan maar kijken op de begraafplaatsen van de havenstad Aden. Op basis van gesprekken met grafdelvers en lokale functionarissen concludeert AP dat in de voorbije tien dagen minstens vijfhonderd mensen ‘met ademhalingsmoeilijkheden’ zijn overleden in Aden. Het officiële coronacijfer stond op dat moment op 106 gevallen en 15 doden in het hele zuiden.
Rug van de kameel
‘Het coronavirus kan de strohalm worden die de rug van de kameel breekt in Jemen’, zei JeanNicolas Beuze van de VNvluchtelingenorganisatie in Jemen aan Sky News. ‘Het is ondanks hun inspanningen erg moeilijk voor de autoriteiten om de verspreiding in kaart te brengen. Er zijn niet genoeg testkits. De helft van de gezondheidscentra is vernield na
vijf jaar oorlog. Mensen sterven ook aan andere ziektes, van dengue over malaria tot cholera.’
‘Mensen gaan pas naar het ziekenhuis als het bijna te laat is’, zegt de Europese hulpverlener. ‘Het merendeel sterft binnen de 24 uur, want ze zijn dan al te zwak. Ze wonen vaak samen in grote
families, met de ouders en grootouders erbij. Die worden het zwaarst geraakt, de rest ziet af maar weet vaak niet waaraan ze precies lijden.’
‘Ook vallen overheidsmaatregelen moeilijk op te leggen in een doodarm conflictgebied. Je kan een lockdown opleggen op de grote wegen, maar in de kleine wijken en straten leven de inwoners op elkaars lip. Mensen zitten bij elkaar thuis of moeten naar de markt, kinderen spelen in de steegjes. Veel beschermend materiaal is er ook niet. Ik zie misschien één op de honderd mensen rondlopen met een mondmasker.’
Spreekverbod voor dokters
Zo komt het dat de oorlog niet meer het grootste gevaar is in Jemen, ook al woedt die al sinds 2015, toen sjiitische Houthirebellen de internationaal erkende regering uit de hoofdstad Sanaa verdreven. Die regering is nu officieel in de zuidelijke havenstad Aden gevestigd. ‘In een oorlogssituatie weet je vanwaar het gevaar komt’, zegt de hulpverlener vanuit Aden. ‘Bij een virus heb je daar geen idee van.’
De Houthi’s zeggen intussen dat in het noorden alles onder controle is. Daar zouden maar vier patiënten zijn en één sterftegeval. Intussen verbieden de Houthi’s dokters om te spreken en journalisten om hun werk te doen. ‘We weten dat die cijfers niet correct zijn’, zegt de hulpverlener. ‘Lokale collega’s hier hebben familieleden in de hoofdstad die zeer waarschijnlijk overleden zijn aan het coronavirus, en die zien we niet opduiken in de statistieken uit het noorden.’
‘We hebben ook geen enkele reden om aan te nemen dat de sterftecijfers daar anders zouden zijn dan in het zuiden. We staan waarschijnlijk nog maar aan het begin van de epidemie en we moeten roeien met weinig riemen. Het ziet er allemaal niet goed uit.’
‘Wie overlijdt, wordt – om het bot te zeggen – zo snel mogelijk in de grond gestopt’
EUROPESE HULPVERLENER