ZE HADDEN DE BAL, MAAR LIETEN HEM GLIPPEN
Het begin van de coronacrisis was een uitgelezen kans om, na ruim een jaar politieke crisis, een aanvang te maken met het herstel van het vertrouwen. De onzichtbare, maar dodelijke vijand die ons allen belaagde, maakte ons vatbaar voor het verregaande indijkingsbeleid dat vanaf midden maart op de sporen werd gezet. De onontkoombare conclusie uit het onderzoek van de Universiteit Antwerpen dat De Standaard en VRT vandaag publiceren, is echter dat die opportuniteit snel verloren ging. Ze hadden de bal, maar lieten hem weer uit de handen glippen.
Zulke kansen komen niet gauw weer. Als er na de zomer, zoals experts vrezen, een tweede coronagolf komt, zal de bevolking niet in dezelfde mate bereid zijn in haar kot te blijven. Afstand houden zullen we, smetvrezig als we zijn geworden, wel blijven doen. Maar onze bewegingsvrijheid zullen we, eens we ze terug hebben, nog maar node prijsgeven.
Een herhaling van de virale bedreiging kan nooit hetzelfde effect hebben. De eerste kwam onverhoeds vanuit het Verre Oosten en overviel ons. Wat konden we anders doen dan onze hoop op redding te projecteren op de enigen die daarvoor in aanmerking kwamen: de virologen en de politici die gedwee deden wat hen voorgesteld werd.
Als de cijfers van besmettingen, hospitalisering en overlijdens weer fel de hoogte in zouden gaan, dan spreken we niet opnieuw van een onbegrijpelijke natuurramp. Dan gaat het over schuldig verzuim, incompetentie en politieke verantwoordelijkheid. Een nieuwe lockdown zou het einde betekenen van de politieke generatie die het crisisbeheer in handen heeft.
De daling van het aanvankelijk gegroeide vertrouwen lijkt volgens het onderzoek samen te vallen met momenten van falende communicatie en de perceptie van chaos. De onverhoedse aankondiging van bezoekrecht in de woonzorgcentra, zonder dat af te toetsen met de betrokken sector, en de nachtelijke persconferentie met overtallige slides fungeerden als scharnierpunten. De mondmaskersaga deed de rest.
Er zijn politologen die vinden dat België er, ondanks zijn complexiteit, nog relatief goed in is geslaagd coherent beleid te voeren. Het had allemaal nog erger kunnen zijn als ministers over de scheidslijnen tussen federatie en deelstaten heen niet naar best vermogen hadden samengewerkt. Zelfs als daar waarheid in schuilt, blijft de vaststelling dat het met vereenvoudigde structuren ook beter had kunnen gaan. Als de beproeving leidt tot openingen in de vastgelopen frontlijnen daarrond, heeft ze misschien nog enige zin gehad.
Een nieuwe lockdown zou het einde van een politieke generatie betekenen