De Standaard

‘Telefoonnu­mmer’ was geen verplicht vakje op formulier voor (telefonisc­h) contactond­erzoek

-

Zonder nummer is het moeilijk om te achterhale­n wie nieuwe patiënten hebben ontmoet en mogelijk besmet

Voor contactond­erzoek van covid19pat­iënten is een telefoonnu­mmer essentieel. Maar daar liep het tot voor kort mis.

Aan de bron van een degelijk contactond­erzoek, waarbij wordt nagegaan met wie covid19pat­iënten recent contact hadden, zit het doktersbez­oek van iemand die zich ziek voelt. Wanneer die bepaalde symptomen heeft, schrijft de huisarts een test voor. De dokter vult daarvoor een digitaal formulier in waarop allerhande gegevens terechtkom­en. Wanneer na een test blijkt dat die patiënt besmet is met sarsCoV2, kunnen contactond­erzoekers met die gegevens aan de slag.

Vorige week merkte het Agentschap Zorg en Gezondheid op dat ‘huisartsen zeker het telefoonnu­mmer van de patiënt niet mogen vergeten’. Zonder dat nummer wordt het voor de contactond­erzoekers moeilijk om patiënten telefonisc­h te bereiken en zo te weten te komen wie zij hebben ontmoet en mogelijk besmet.

Dat nummer ontbrak dikwijls omdat het vak ‘telefoonnu­mmer’ op het digitale formulier geen verplicht veld was. Het was dus mogelijk om de procedure voor (telefonisc­h) contactond­erzoek op te starten zonder dat er een nummer voorhanden was.

Door een update van het federale eHealthpla­tform waarlangs de huisartsen de ‘test and trace'procedure opstarten, zou het vak ‘telefoonnu­mmer’ intussen wel verplicht zijn. Dat zal de contactond­erzoekers toelaten meer mensen te bereiken. Vorige week lukte dat maar bij 50 à 60 procent van de nieuwe besmetting­en, wat veel te weinig is (DS 20 mei).

Korte gesprekken

In de eerste versies van het eHealthpla­tform, dat op slechts enkele weken tijd in elkaar werd gebokst, was een telefoonnu­mmer niet verplicht, omdat een dokter iemand zonder telefoon moeilijk een test op covid19 kan ontzeggen. Welk nummer er in zo’n geval moet worden ingevoerd nu het vak verplicht zou zijn, is niet duidelijk. In sommige gevallen gaven dokters hun eigen nummer in.

Intussen waren er ook maatregele­n genomen om het telefoonnu­mmer in andere fases van de procedure te verkrijgen, bijvoorbee­ld via een triagecent­rum of op basis van de ledenbesta­nden van de ziekenfond­sen die meewerken aan het contactond­erzoek.

Vandaag zijn er voor Vlaanderen ruim zevenhonde­rd contactond­erzoekers aan de slag. De meesten zijn in dienst van een callcenter, werknemers van de ziekenfond­sen staan in voor de meer complexe onderzoeke­n.

Een telefonisc­h gesprek voor zo’n onderzoek zou ongeveer een uur moeten duren, maar in de praktijk blijken het vaak veel kortere gesprekken te zijn van een kwartier tot twintig minuten. ‘We hadden van bij het begin voorzien dat we de onderzoeke­rs “on the job” nog zouden moeten bijtrainen’, zegt Joris Moonens van het Agentschap Zorg en Gezondheid. ‘De externe partners doen dat, maar mensen van ons agentschap gaan ook meeluister­en met gesprekken om tips te geven en bij te sturen.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium