‘Zo fijn om weer een cultureel wezen te zijn’
Musea en tentoonstellingen openen sinds maandag weer de deuren. Het publiek waagt zich voorzichtig over de drempel. ‘Het masker is oncomfortabel, warm en raar. Toch ben ik blij dat ik hier vandaag ben.’
Maandag 10 uur: de glazen deur van de toeristische trekpleister Claude Monet, the immersive experience in de Brusselse Hortagalerie wil niet open blijven staan. Een medewerker zoekt naar de juiste knop en pelt de affiches over de sluiting er voorzichtig af.
Acht bezoekers hebben online een ticket gekocht voor die eerste ochtend: heel wat anders dan de 240 bezoekers per uur die de expo soms telde in precoronamaanden. Zoveel kan ook niet meer. Voortaan mogen maximaal honderd bezoekers tegelijk de ruimte van 1.000 vierkante meter in, zo’n zeventig per uur.
‘Of we blij mogen zijn met de heropening, valt af te wachten’, zegt creatief directeur Mario Iacampo. Zal het publiek de weg naar de zalen terugvinden? Hoe snel zal het zich daarvoor comfortabel en veilig genoeg voelen? Ik schat dat het stap voor stap zal gaan. Maar de mens is een sociaal dier. We overleven niet zonder contact met anderen. Beter gelimiteerde interactie, dan helemaal geen. Acht bezoekers is niet veel, maar het is een eerste teken van leven.’
Oogmasker, douchekapje
Monet zou tot 19 april lopen, maar wordt verlengd tot 6 september. De tentoonstelling dompelt je met geavanceerde virtuele projectietechnologie onder in meer dan driehonderd
werken van de impressionistische schilder. Een paar en hun tienerzoon komen de centrale ruimte binnen, elk met een mondmasker op en een stoel onder de arm. ‘We hebben een week vakantie’, legt Patrice Wery uit. ‘Nu we weer wat meer buitenshuis mogen doen, grijpen we graag de kans.’ Ze zetten hun stoelen pal in het midden van de ruimte, netjes op een rij. Behalve wat personeel, onder wie de dame die aldoor trapleuningen, klinken en andere oppervlakken loopt te ontsmetten, is er niemand om hun zicht op de 360 gradenprojectie te belemmeren. Een unieke ervaring, zelfs met mondmasker.
Overal waar je kijkt, zie je handgel. Pijlen op de grond en een heus verkeerslicht vertellen je waar je wel en niet mag lopen. De virtual realityhelm voor het laatste deel van de expo – netjes ontsmet na elk gebruik – mag pas op je hoofd als je behalve je mondkapje ook een oogmasker én douchekap draagt. Ademen is even lastig.
Maar dan zweef je door de schilderijen van Monet en voelt dat bijna echt als een reisje.
‘Ik leef weer meer’
Dinsdag 10 uur. Terwijl koning Filip en koningin Mathilde even verderop de oude meesters in de Musea voor Schone Kunsten bezoeken, laat ook Bozar na twee maanden weer een briesje binnen waaien. Bozar verlengt zijn grote Keith Haringtentoonstelling tot 21 juli. Ook hier staat de handgel paraat, blijft de vestiaire gesloten en gelden strikte voorschriften over afstanden en aantallen. Zo’n honderd tickets gingen er voor de eerste voormiddag over de virtuele toonbank. Al 850 voor de hele periode van de expo.
Bij het publiek van het eerste uur voert opluchting de boventoon. ‘Ik was eerst bang om de trein te nemen en naar Brussel te komen’, geeft Wahiba toe. ‘Maar ik heb mijn voorzorgen genomen en draag een degelijk masker. Ik woon in Ieper en heb twee maanden mijn stad niet verlaten. Ik woon bovendien alleen, dus mijn sociale contacten waren beperkt. Het was hoognodig om er eens uit te zijn.’
Christel Stalpaert, professor podium en mediakunsten aan de Universiteit Gent, loopt ook al in het eerste uur door de zalen, samen met haar gezin. ‘Mijn dochters hebben al die weken flink hun schoolwerk gemaakt, dus de tentoonstelling is een vorm van beloning’, zegt ze. ‘We willen hen vooral niet bang maken voor het virus. We zijn voorzichtig, maar vinden het belangrijk dat de meisjes ondanks alles de wereld nog durven te ontdekken. Ik zie ook hoe ze de coronabeslommeringen hier wat van zich af kunnen zetten.’ De kunst van Keith Haring vindt Stalpaert bovendien prima geschikt voor nu. ‘Hij was een geengageerd kunstenaar die op een creatieve manier omging met sociale problemen. Zijn werk toont goed wat kunst kan teweegbrengen.’
De Deense Solvej loopt sinds januari stage in Brussel. Ze vindt nu dat ze te lang gedraald heeft om de stad te verkennen. Over twee weken gaat ze naar huis en in de tussentijd wil ze zo veel mogelijk kunst en cultuur meepikken. ‘Het masker is oncomfortabel, warm en raar. Maar toch ben ik vooral blij dat ik hier vandaag ben.’
‘Ik leef weer meer’, beaamt haar collega Frederike. ‘Het is zo fijn om weer een cultureel wezen te mogen zijn!’
Overal waar je kijkt, zie je handgel. Pijlen op de grond en een heus verkeerslicht vertellen je waar je wel en niet mag lopen