A method to the madness
Latijn en Wiskunde waren niet echt mijn ding. Ik overleefde de middelbare school dankzij de kunstvakken. Mijn leraar plastische opvoeding gaf me de opdracht een kijkdoos te maken. ‘Een schoenendoos met een gat erin, laat wat licht binnen en zet er maar iets in.’ De kartonnen wanden maakte ik van hout, de achterkant werd vervangen door transparante kleurenvlakken. Papieren popjes manipuleerde ik over een zacht tapijt. Mijn schoenendoos werd een wonderkamer. Wie door het gaatje keek, werd meegezogen in een universum van licht, kleur en intimiteit.
Ook later op de toneelschool kon ik een eigen wereld bouwen, verhalen verzinnen en spelen. Maar mijn wonderdoos verdween. De muren van het klassieke toneel waren gesloopt. Theater mocht geen kijkdoos op volwassenmaat meer zijn. We hielden de vinger strak aan de pols van de tijd.
Tegendraads en jong vloog ik naar New York en kreeg daar de sleutel tot The Actors Studio. Een kleine kerk omgebouwd tot theater, een werkplaats voor acteurs en schrijvers. Een parel in het hart van Manhattan. Vandaag waakt Ellen Burstyn (Requiem for a dream) er als een leeuwin over haar welpen wereldwijd. In een brief deelt ze haar method to the madness. Ze moedigt acteurs en schrijvers aan om, zeker in deze tijden, te blijven investeren in kunst. Draai als een danser elke dag een pirouette. Speel je toonladders als een muzikant. Memoriseer, fantaseer, schrijf, verbind.
De wereld die groot en onoverbrugbaar leek, past plots in een doos. Geen vliegtuig, geen visum, geen overvolle agenda houdt ons tegen. We verbinden ons, we zoomen in. We piepen elkaars woonkamer binnen door de lens van onze laptop. Kleine attributen verraden wie we zijn. Een slapende hond in New Hampshire, een gitaar aan de muur in Vancouver, een tas van the Mets in Florida, een wondermooie vrouw in Los Angeles. Shakespeare, Becket, Van Dolron, Mamet, Rumi, Devillé passeren de revue. We zetten de ramen wijd open voor de muzikant die ons beroert vanop het lege plein. We zien hoe een actrice in haar keuken een nieuwe tekst tot leven wekt. We kunnen niet anders dan begrijpen hoe hard we op elkaar lijken. De wonderkamer is terug.
En als de tijd daar is, slopen we de muren van onze kijkdoos weer. Slaan we, trotse apen die we zijn, elkaar de kop weer in. Discussiëren we over wat relevant is en wat niet. Omdat we zo graag willen bewijzen dat we juist niet de ander zijn. Maar laten we nu de pen scherp houden, het lichaam soepel, het hart open, de geest verlicht. Laten we ons verbinden door ramen en kieren, desnoods door een sleutelgat. Laat de wonderkamer maar floreren. Zo lang we spelen is er hoop.
Als de tijd daar is, slopen we de muren van onze kijkdoos weer. Slaan we, trotse apen die we zijn, elkaar de kop weer in