Jong of oud, zwaksten hebben voorrang
VEERLE DRAULANS en WOUTER DE TAVERNIER vinden leeftijd geen goed criterium voor coronamaatregelen.
De hele wereld heeft in 2020 een ‘nieuw ding’ leren kennen, covid19. Aan de vooravond van Rerum Novarum, de viering van de solidariteitsboodschap van de christelijke arbeidersbeweging, zet dat nieuwe ding de intergenerationele relaties onder druk. Tot voor kort gebruikten we die relaties nog als voorbeeld van een ‘latent conflict’ in de les. Maar generationele breuklijnen staan weer helemaal centraal nu we ons afvragen hoe we de coronacrisis het hoofd moeten bieden.
De leeftijdsdiscriminatie is daarbij flagrant: de Vlaamse overheid bepaalde afgelopen zondag dat mensen boven de 65 jaar niet voor hun kleinkinderen mogen zorgen, en sommigen vinden zelfs dat een langer leven van ouderen niet opweegt tegen de zware economische gevolgen. In een opiniestuk kwam Oxfordeconoom JanEmmanuel De Neve terug op zijn idee van een coronataks voor ouderen om de inspanning van de jongere generaties te compenseren (DS 19 mei). In de plaats pleitte hij voor leeftijdsspecifieke lockdownmaatregelen om de economische en mentale impact op jongeren te verzachten. Maar hoe verdedigbaar is die focus op leeftijd?
Er is wel nog wat marge voor we van ‘oudere generaties’ een bijzondere bijdrage mogen vragen
Gebrek aan zekerheid
Verouderen betekent fysiek kwetsbaarder worden, maar dat proces kan heel verschillend verlopen. Tussen 55 en 75 jaar zijn ook de sociale verschillen in gezondheid bijzonder groot. De Neve geeft aan dat zijn bezorgdheid over de economische en mentale kwetsbaarheid van jongeren te maken heeft met een gebrek aan werk en financiële zekerheid. Maar ook onder jongeren zijn er grote verschillen. En zij zijn zeker niet de enigen die met job en inkomensonzekerheid te maken hebben.
Kwetsbaarheid is dus niet tot leeftijd te reduceren, maar bevindt zich op de intersectie van leeftijd met andere factoren, zoals gender, sociaaleconomische positie, gezondheid en herkomst. Zeker nu blijkt dat de lockdown vooral de mensen die al kwetsbaar waren disproportioneel treft (DS 18 mei), dreigen maatregelen op basis van leeftijd voorbij te gaan aan de complexe cluster van aspecten die mensen kwetsbaar maken.
Gekalkte lijnen
Maatregelen op basis van leeftijd bevatten een zekere logica van wederkerigheid: we leveren allemaal inspanningen om ouderen te beschermen, dus mogen we van hen ook iets terug verwachten – in de vorm van een belasting of zelfisolatie. Zelfs als we aannemen dat lasten en baten zo over generaties verdeeld zijn, is die logica niet zonder problemen.
Wederkerigheid is een moeilijk concept in intergenerationele relaties, want je kunt één vorm van herverdeling tussen generaties niet isoleren. Zo betalen jongere generaties ook voor de pensioenen van oudere generaties, maar staat daar tegenover dat die laatste, in het bijzonder vrouwen, via onzichtbare gezinsarbeid in jongeren investeerden in de vorm van kinderzorg, opvoeding en scholingskansen. Transfers van tijd en geld van ouderen naar jongeren worden ruim dubbel zo groot geschat als omgekeerd.
Die schattingen gaan zelfs voorbij aan het vele vrijwilligerswerk dat ouderen doen. Niet alleen nu: binnen het verzuilde verenigingsleven bouwde hun generatie het naoorlogse sociale weefsel op, van het wegen van baby’s bij wat nu Kind en Gezin is tot het kalken van de lijnen in het jeugdvoetbal. Vanuit een logica van wederkerigheid is er dus wel nog wat marge voor we van ‘oudere generaties’ een bijzondere bijdrage mogen vragen.
Botte bijl
Het grootste voordeel van een maatregel op basis van leeftijd is dus zijn eenvoud, maar gebruiksgemak is geen sterk argument om discriminatie te legitimeren. Een rawlsiaanse benadering van rechtvaardigheid lijkt beter geschikt om deze crisis het hoofd te bieden: bij een externe schok, zoals covid19, moet het beleid in de eerste plaats de positie van de zwaksten verbeteren, hun kansen geven. Een opdeling van de samenleving op basis van leeftijd is een behoorlijk botte bijl om dat te bereiken.
De uitdaging waarvoor we als samenleving staan, vraagt om sociaal rechtvaardige maatregelen die rekening houden met draagkracht en last. Op de vooravond van Rerum Novarum is er dus eens te meer nood aan solidariteit. Solidariteit die voorbijgaat aan simplismen, over de gekalkte lijnen tussen generaties heen.