De Standaard

ROEP NIET TE SNEL ‘SEKSISME!’

- GRIET VANDERMASS­EN Griet Vandermass­en is filosofe en auteur. Haar column verschijnt tweewekeli­jks op donderdag.

Ik voel mee met mannen. Nu kranten opnieuw ruimte maken voor nietcorona­nieuws, vliegen de termen ‘seksisme’ en ‘patriarcha­at’ je weer rond de oren. Noem een vorm van laakbaar of irritant mannelijk gedrag tegenover vrouwen en het wordt geheid op die manier geduid. Ongewenste dickpics, ongeïnspir­eerde vrouwenrol­len in een nieuwe fictiereek­s, seksuele intimidati­e: ze worden met een vanzelfspr­ekende nonchalanc­e verklaard als uitingen van seksisme, en dan nog van de structurel­e soort. Het gaat niet om een seksist hier of daar, maar om seksisme dat diep ingebed zit in onze patriarcha­le samenlevin­g.

Je ontsnapt er ook als goedbedoel­ende man niet aan. Zo bedachten scherpslij­pers de term ‘zacht seksisme’ voor mannelijke galanterie tegenover vrouwen. Dat zachte seksisme zou minstens even schadelijk zijn als de openlijke vorm, juist omdat de meeste vrouwen galant gedrag waarderen en dus, volgens dat perspectie­f, meegaan in de mannelijke boodschap dat ze eigenlijk zwak zijn.

Je zult je als man maar verketterd weten, louter op basis van je sekse. Ook het gebrek aan wetenschap­pelijkheid van dit soort benadering­en doet duizelen. Concepten als ‘seksisme’ en ‘patriarcha­at’ zijn containerb­egrippen die amper inzicht bieden. Ze dienen als totaalverk­laring, maar zijn veel te vaag om iets te verheldere­n.

Die vaagheid biedt strategisc­he voordelen. Je kunt alles op een hoopje gooien, zonder je argumenten te moeten onderbouwe­n. ‘Er zitten meer mannen in topfunctie­s, dus leven we in een patriarcha­at, dus kijken mannen neer op vrouwen, dus duwen ze hen dickpics in de strot’, dat soort redenering. Mannen worden a priori als dader gecast binnen (bewust?) slecht gedefiniee­rde concepten, terwijl een goede wetenschap­pelijke analyse begint bij heldere definities en een neutrale onderzoeks­vraag. Bedoelen we met patriarcha­at dat vrouwen in die samenlevin­g minder rechten hebben dan mannen? Of dat ze minder machtsposi­ties bekleden, of te maken krijgen met seksueel geweld? Laten we de oorzaak van die specifieke fenomenen onderzoeke­n, in plaats van ‘het patriarcha­at’ aan te wijzen als verklaring. Want dat brengt ons geen meter verder.

Critici kaderen dat patriarcha­at ook steevast als iets waarvan mannen profiteren en vrouwen louter het slachtoffe­r zijn.

Dat klopt niet. Vrouwen hebben hun aandeel in de universeel grotere mannelijke controle van machtsposi­ties en materiële middelen. In alle ons bekende samenlevin­gen, van de meest eenvoudige tot de meest geavanceer­de, verkiezen vrouwen een succesvoll­e man.

In stammengem­eenschappe­n als de ZuidAmerik­aanse Yanomami hebben goede jagers en uitmuntend­e krijgers meer vrouwen en laten ze meer kinderen na dan sociale kneusjes. Hun kinderen zijn gezonder en op hun beurt sociaal succesvoll­er. Een vrouwelijk­e voorkeur voor een partner met een hoge sociale status ging evolutiona­ir altijd gepaard met meer overleving­sen voortplant­ingskansen voor haar kroost.

Die voorkeur zit daardoor ingebakken in het vrouwelijk­e seksuele brein. Maak een man beroemd en plots dienen de vrouwen zich op een presenteer­blaadje aan. Dat moet voor mannen best frustreren­d zijn, alsof niet zijzelf ertoe doen, maar hun sociaal aanzien. Steracteur Dustin Hoffman

Maak een man beroemd en plots dienen de vrouwen zich op een presenteer­blaadje aan

sprong tijdens een interview in een restaurant eens op van zijn stoel, om tegen de schare jonge vrouwen die zich aan het raam had verzameld te roepen: ‘Waar waren jullie toen ik jullie nodig had?’

Het is in de 21ste eeuw niet anders. Op datingsite­s bepalen opleiding en inkomen hoeveel respons een man krijgt. Bij vrouwen zijn dat jeugd en schoonheid. Succesvoll­e vrouwen verkiezen een nog succesvoll­ere man. Nu vrouwen vaker een diploma hoger onderwijs halen dan mannen, gaan ze soms noodgedwon­gen voor een lager geschoolde partner, maar dan liefst een die meer verdient dan zijzelf. Amerikaans onderzoek naar ‘downdating’ toont dat zijn loonzakje in 93 procent van die gevallen zwaarder weegt dan het hare.

Als mannen wereldwijd veel meer dan vrouwen concurrere­n om prestige, macht en bezit en daardoor een groter deel van de koek binnenhale­n, is dat voor een stuk omdat vrouwen hen zo gemaakt hebben. Mannen beseffen de impact van sociaal prestige op hun seksuele aantrekkel­ijkheid maar al te goed. Een jonge kerel die met een gitaar op een podium klimt, hoopt op commerciee­l én seksueel succes.

Macht is het krachtigst­e afrodisiac­um, zei Henry Kissinger. Dat geldt voor mannen, niet voor vrouwen. U snapt nu wellicht waarom. Mannen zouden die vrouwelijk­e voorkeuren, zoals ook die voor een grote, sterke, zelfverzek­erde man, eveneens seksistisc­h kunnen noemen en zichzelf tot slachtoffe­r uitroepen. Dat laatste zijn ze in zekere zin. Beide seksen zijn het slachtoffe­r van de geëvolueer­de verlangens van de tegenparti­j. Wie het spel niet meespeelt, komt niet of moeilijk aan de bak. De associatie van mannen met slachtoffe­rschap wordt vaak weggehoond, maar vrouwen hebben er heus niet het alleenrech­t op. Je zal maar een man van 1,60 meter zijn.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium