ROEP NIET TE SNEL ‘SEKSISME!’
Ik voel mee met mannen. Nu kranten opnieuw ruimte maken voor nietcoronanieuws, vliegen de termen ‘seksisme’ en ‘patriarchaat’ je weer rond de oren. Noem een vorm van laakbaar of irritant mannelijk gedrag tegenover vrouwen en het wordt geheid op die manier geduid. Ongewenste dickpics, ongeïnspireerde vrouwenrollen in een nieuwe fictiereeks, seksuele intimidatie: ze worden met een vanzelfsprekende nonchalance verklaard als uitingen van seksisme, en dan nog van de structurele soort. Het gaat niet om een seksist hier of daar, maar om seksisme dat diep ingebed zit in onze patriarchale samenleving.
Je ontsnapt er ook als goedbedoelende man niet aan. Zo bedachten scherpslijpers de term ‘zacht seksisme’ voor mannelijke galanterie tegenover vrouwen. Dat zachte seksisme zou minstens even schadelijk zijn als de openlijke vorm, juist omdat de meeste vrouwen galant gedrag waarderen en dus, volgens dat perspectief, meegaan in de mannelijke boodschap dat ze eigenlijk zwak zijn.
Je zult je als man maar verketterd weten, louter op basis van je sekse. Ook het gebrek aan wetenschappelijkheid van dit soort benaderingen doet duizelen. Concepten als ‘seksisme’ en ‘patriarchaat’ zijn containerbegrippen die amper inzicht bieden. Ze dienen als totaalverklaring, maar zijn veel te vaag om iets te verhelderen.
Die vaagheid biedt strategische voordelen. Je kunt alles op een hoopje gooien, zonder je argumenten te moeten onderbouwen. ‘Er zitten meer mannen in topfuncties, dus leven we in een patriarchaat, dus kijken mannen neer op vrouwen, dus duwen ze hen dickpics in de strot’, dat soort redenering. Mannen worden a priori als dader gecast binnen (bewust?) slecht gedefinieerde concepten, terwijl een goede wetenschappelijke analyse begint bij heldere definities en een neutrale onderzoeksvraag. Bedoelen we met patriarchaat dat vrouwen in die samenleving minder rechten hebben dan mannen? Of dat ze minder machtsposities bekleden, of te maken krijgen met seksueel geweld? Laten we de oorzaak van die specifieke fenomenen onderzoeken, in plaats van ‘het patriarchaat’ aan te wijzen als verklaring. Want dat brengt ons geen meter verder.
Critici kaderen dat patriarchaat ook steevast als iets waarvan mannen profiteren en vrouwen louter het slachtoffer zijn.
Dat klopt niet. Vrouwen hebben hun aandeel in de universeel grotere mannelijke controle van machtsposities en materiële middelen. In alle ons bekende samenlevingen, van de meest eenvoudige tot de meest geavanceerde, verkiezen vrouwen een succesvolle man.
In stammengemeenschappen als de ZuidAmerikaanse Yanomami hebben goede jagers en uitmuntende krijgers meer vrouwen en laten ze meer kinderen na dan sociale kneusjes. Hun kinderen zijn gezonder en op hun beurt sociaal succesvoller. Een vrouwelijke voorkeur voor een partner met een hoge sociale status ging evolutionair altijd gepaard met meer overlevingsen voortplantingskansen voor haar kroost.
Die voorkeur zit daardoor ingebakken in het vrouwelijke seksuele brein. Maak een man beroemd en plots dienen de vrouwen zich op een presenteerblaadje aan. Dat moet voor mannen best frustrerend zijn, alsof niet zijzelf ertoe doen, maar hun sociaal aanzien. Steracteur Dustin Hoffman
Maak een man beroemd en plots dienen de vrouwen zich op een presenteerblaadje aan
sprong tijdens een interview in een restaurant eens op van zijn stoel, om tegen de schare jonge vrouwen die zich aan het raam had verzameld te roepen: ‘Waar waren jullie toen ik jullie nodig had?’
Het is in de 21ste eeuw niet anders. Op datingsites bepalen opleiding en inkomen hoeveel respons een man krijgt. Bij vrouwen zijn dat jeugd en schoonheid. Succesvolle vrouwen verkiezen een nog succesvollere man. Nu vrouwen vaker een diploma hoger onderwijs halen dan mannen, gaan ze soms noodgedwongen voor een lager geschoolde partner, maar dan liefst een die meer verdient dan zijzelf. Amerikaans onderzoek naar ‘downdating’ toont dat zijn loonzakje in 93 procent van die gevallen zwaarder weegt dan het hare.
Als mannen wereldwijd veel meer dan vrouwen concurreren om prestige, macht en bezit en daardoor een groter deel van de koek binnenhalen, is dat voor een stuk omdat vrouwen hen zo gemaakt hebben. Mannen beseffen de impact van sociaal prestige op hun seksuele aantrekkelijkheid maar al te goed. Een jonge kerel die met een gitaar op een podium klimt, hoopt op commercieel én seksueel succes.
Macht is het krachtigste afrodisiacum, zei Henry Kissinger. Dat geldt voor mannen, niet voor vrouwen. U snapt nu wellicht waarom. Mannen zouden die vrouwelijke voorkeuren, zoals ook die voor een grote, sterke, zelfverzekerde man, eveneens seksistisch kunnen noemen en zichzelf tot slachtoffer uitroepen. Dat laatste zijn ze in zekere zin. Beide seksen zijn het slachtoffer van de geëvolueerde verlangens van de tegenpartij. Wie het spel niet meespeelt, komt niet of moeilijk aan de bak. De associatie van mannen met slachtofferschap wordt vaak weggehoond, maar vrouwen hebben er heus niet het alleenrecht op. Je zal maar een man van 1,60 meter zijn.