De smaak van de bevrijding
Volgens zegspersonen is ongeveer zestig procent van de bars en restaurants maandag heropend. Voor zover ik kan zien, is dat hier in het centrum bijna honderd procent. Maar hoewel je de collectieve opluchting kunt horen zuchten in de stad, is het nergens druk.
De terrastafeltjes staan meters uit elkaar. De gemeente is de bareigenaars tegemoetgekomen door uitbreiding van de terrassen toe te staan en geen precariobelasting te heffen, maar ondanks dat staan er aanzienlijk minder tafeltjes dan vroeger. Daarbij zijn ze voor maximaal twee personen. Toch had ik geen moeite om een plekje te vinden, toen ik maandagavond de bevrijding wilde proeven op Piazza delle Erbe.
Obers met mondkapjes en handschoenen ontsmetten alles. Iemand die opstond van zijn tafeltje en met zijn negroni in zijn hand twee vrienden wilde begroeten aan een ander tafeltje, werd door de serveerster teruggestuurd. Iedereen was extreem voorzichtig aan het vieren.
Ik stuurde de foto van Stella’s eerste koffie op het terras naar haar zus.
‘Echte kopjes!’ antwoordde zij. ‘Als ze die maar goed wassen. Hier in het ziekenhuis blijven ze binnenkomen.’
Later op de avond, toen ik weer thuis was, kwam er een ambulance voorrijden bij de terrassen van Piazza delle Erbe. Er werd geen kortademige bejaarde ingeladen, maar een omgevallen dronkenlap afgevoerd, zoals dat in de goede oude tijd meerdere keren per avond gebeurde.
Niet lang daarna werd het stil op het plein. De bars waren vroeg dichtgegaan. We hoorden de ratten piepen tussen de vuilcontainers, wat het vertrouwde geluid van de maandenlange stilte was geweest. Een kat sloop naderbij. De kat was nieuw.
In plaats van weg te zakken bij een zo ongeloofwaardig mogelijke Netflixserie bleven Stella en ik tot drie uur ’s nachts voor het open raam zitten praten, lachen en samenzweren. We hebben wilde plannen voor de toekomst gemaakt.