Scholier en kostwinner tegelijk
‘We hebben het geld echt nodig’
DRONGEN I Hoewel ze in Italië het laatste kleuterklasje mocht overslaan, zakte Roberta Pepnikaj in België naar een lagere klas om eerst Nederlands te leren. Door een hobbelig parcours, vooral buiten de schoolmuren, moest ze een aantal keer blijven zitten. Vandaag zit Roberta (19) in het vierde jaar handel. Nog een jaar blijven zitten, is echt geen optie voor haar. Corona betekent nog maar eens een nieuwe drempel voor het gezin en Roberta wordt stilaan schoolmoe.
‘Ik ben de oudste van vijf kinderen. We wonen in een klein arbeidershuisje. Terwijl ik ingeschreven sta als Europese werkstudent, moet mijn moeder elk jaar opnieuw een verblijfsvergunning aanvragen. Bovendien verloopt de zoektocht naar een job moeizaam. Haar Nederlands is niet goed genoeg, waardoor ik haar moet helpen om allerlei paperassen over mutualiteit en kindergeld in orde te brengen. Door de coronacrisis verlopen alle procedures digitaal, wat alles vertraagt. Het is een doolhof. Ik ken er heel weinig van. De vzw Jong helpt gelukkig een handje. Ze werken rond jeugdwelzijn: veel jongeren kunnen met allerlei vragen bij hen terecht.’
‘Om mijn gezin financieel te ondersteunen, heb ik een studentenjob in een bakkerij. Eigenlijk ben ik momenteel de hoofdkostwinner van het gezin. Om zo veel mogelijk geld binnen te brengen, klop ik veel uren. Sinds we niet meer fysiek op school aanwezig moeten zijn, draai ik extra shiften om geld in het laatje te brengen.’
‘Omdat ik in de bakkerij afwisselende shiften draai, kan ik niet alle online lessen volgen. Ik mis heel wat informatie over taken die we moeten indienen. Leerkrachten willen mij geen extra uitleg geven over een taak. “Dat is besproken tijdens de livesessie” krijg ik dan te horen. Plots stond mijn rapport vol nullen omdat ik een aantal taken niet had gemaakt. Dat demotiveerde mij enorm om me nog verder in te zetten voor school. Intussen zijn de nullen kwijtgescholden, maar ik vreesde toch dat ik weer zou moeten blijven zitten. De leerkrachten zijn op de hoogte van mijn thuissituatie, maar toch blijf ik taken krijgen en verwachten ze dat ik die allemaal netjes maak. Iedereen gelijk voor de wet, vinden ze.’
‘Iedereen maant mij aan om mijn studies af te maken. Een diploma is belangrijk. Maar mocht ik kunnen kiezen, zou ik momenteel voor mijn werk gaan. We hebben het geld echt nodig. Er is weinig andere keuze. Daarnaast moet ik ook nog eens schipperen tussen mijn eigen werk en school en mijn zusjes en broertjes helpen bij hun huiswerk. Er rust zo veel verantwoordelijkheid en druk op mijn schouders.’
‘Plots stond mijn rapport vol nullen omdat ik een aantal taken niet had gemaakt. Dat demotiveerde mij om me nog verder in te zetten’