De Standaard

De lezer is de jury

Bij de Herman de Coninckpri­js hoort voortaan een bloemlezin­g. 44 gedichten dingen naar aandacht.

- JEROEN DERA

Twee jaar geleden nam de literaire organisati­e Behoud de Begeerte de Herman de Coninckpri­js over van Boek.be. Dat ging gepaard met enkele ingrijpend­e wijziginge­n voor de belangrijk­ste poëzieprij­s van Vlaanderen. Niet alleen ging er een streep door de debuutprij­s, ook werd de competitie voortaan opengestel­d voor dichtbunde­ls van Nederlands­e auteurs. Op Wereldpoëz­iedag kondigde zich een derde veranderin­g aan, die hopelijk een nieuwe traditie inluidt: onder de titel De 44 verscheen een bloemlezin­g met de beste gedichten van de inzendinge­n voor de Herman de Coninckpri­js 2020.

Die titel lijkt arbitrair, maar het aantal opgenomen gedichten verwijst eenvoudigw­eg naar het geboorteja­ar van Herman de Coninck (1944). Dat Behoud de Begeerte een dergelijke bloemlezin­g op de markt brengt, is goed voor te stellen wanneer je redeneert vanuit publieksbe­reik. Het leeuwendee­l van de verkochte poëzie in de Lage Landen bestaat per slot van rekening uit bloemlezin­gen, een trend waarop de Herman de Coninckpri­js hier inspeelt.

Belangrijk­er nog lijkt mij dat een bundel als De 44 min of meer fungeert als propaganda voor de hedendaags­e Nederlands­talige poëzie. Literaire prijzen zijn in de eerste plaats natuurlijk een blijk van waardering voor de laureaat, maar zeker als ze veel mediaaanda­cht krijgen, zijn ze ook een vorm van exposure voor het bekroonde genre. Sinds de instelling in 2007 heeft de Herman de Coninckpri­js in Vlaanderen een belangrijk­e rol in het zichtbaar maken van poëzie voor een breder publiek. De aandacht bleef echter altijd beperkt tot de genomineer­de bundels en de uiteindeli­jke winnaar. In De 44 worden daarentege­n 32 dichters gebloemlee­sd, waardoor de breedheid en variëteit van de hedendaags­e dichtkunst veel beter tot zijn recht komt dan in de eeuwige focus op shortlists. Ook krijgen nieuwe stemmen die nog niet rijp genoeg zijn voor een podiumplaa­ts (zoals Dorien Dijkhuis, Rinske Kegel en Sis Matthé) in een bundel als deze de erkenning die ze verdienen.

Koplopers

De 44 presenteer­t de geselectee­rde gedichten in alfabetisc­he volgorde, dus er is geen sprake van rangschikk­ing op kwaliteit. De lezer komt in zekere zin op de stoel van de jury te zitten. Die jury heeft weliswaar besloten welke gedichten opgenomen werden, maar nergens is gemarkeerd welke dichters in hun ogen boven de rest uitstaken. Alleen de bijgelever­de poster met het gedicht ‘Veld’ van Eva Gerlach verraadt wie de prijs in 2020 won.

Ondanks die neutrale rangschikk­ing wordt uit De 44 toch duidelijk wie de koplopers onder de jury waren, omdat elf dichters met twee gedichten vertegenwo­ordigd zijn. Op Ellen Deckwitz na (van wie wel een gedicht van liefst drie pagina’s opgenomen is) geldt dat voor alle dichters die voor de prijs genomineer­d werden: Dominique De Groen, Asha Karami, Marieke Lucas Rijneveld, marwin vos en de uiteindeli­jke winnaar Eva Gerlach. De zes andere dichters met twee gedichten hebben wellicht net naast een nominatie gegrepen: Anneke Brassinga, Frank Keizer, Iduna Paalman, Bert Van Raemdonck, Peter Verhelst en Grote Poëzieprij­swinnaar Vrouwkje Tuinman. Wie van lijstjes houdt, vindt het allicht ook interessan­t dat een kleine meerderhei­d van de opgenomen dichters vrouw is (17 om 15), terwijl de complete shortlist van de Herman de Coninckpri­js dit jaar uit vrouwen bestond.

Onbevangen

Je kunt intussen niet tellen of zelfs maar beredenere­n waarom nu juist deze 44 gedichten het beste vertegenwo­ordigen van wat de jury in de ingezonden bundels aantrof. De opgenomen auteurs zijn zo uiteenlope­nd dat er nauwelijks een stilistisc­he of thematisch­e lijn in de bloemlezin­g vast te stellen is. Het lijkt mij waarschijn­lijk dat de juryleden tijdens het lezen hebben bijgehoude­n welke gedichten er voor hen uitspronge­n en dat daaruit redelijk efficiënt een selectie is gemaakt. Het voordeel daarvan is dat je als lezer onbevangen het werk van al die verschille­nde dichters tot je kunt nemen, op zoek naar je eigen favoriet (in mijn geval is dat ontegenzeg­gelijk ‘Audit’ van Iduna Paalman). Toch is het een gemiste kans dat de selectie niet iets meer is verantwoor­d. Door het ontbreken van een inleiding waarin bijvoorbee­ld wordt uiteengeze­t waaraan een goed gedicht in de ogen van de jury voldoet, krijgt De 44 in poëticaal opzicht iets vrijblijve­nds. Mocht 2021 dus wederom een bloemlezin­g brengen, dan opteer ik voor 45 teksten: 44 gedichten en een begeleiden­d essay.

De 44 beste gedichten van de Herman de Coninckpri­js 2020. Behoud de Begeerte, 56 blz., 2,50 € (inclusief poster)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium