‘Dakloosheid is geen keuze, het is een crisissituatie’
Sien Volders zag dat op de meest kwetsbaren niet te besparen valt
In een tijd waarin armoede in het algemeen en kinderarmoede in het bijzonder blijft stijgen, zijn miljoenen bespaard op welzijnsorganisaties die eerstelijnshulp bieden, diensten die begeleiding en crisisopvang bieden. Bij elke besparing wordt gehamerd op het snoeien in overheadkosten, niet in werking op het terrein, maar dat is ontkennen dat je van regen nat wordt. Hoe je het ook draait of keert, als je bespaart op welzijnswerk, gaat dat altijd ten koste van de doelgroep. Een doelgroep die al murw en moe was en nu snoeihard wordt getroffen (DS 18 mei).
Vorige week werkte ik mijn (voorlopig) laatste dag als brugfiguur voor daklozen in de Gentse inloopcentra. Ik begon in het koudst van de winter en de mensen die ik leerde kennen in dikke winterjassen zijn nu op zoek naar sandalen.
Mijn werkplek waren de inloopcentra en de nachtopvang. Die inloopcentra vind je in heel Vlaanderen en Brussel. Het zijn plekken van rust en geborgenheid. Een bezoek is vrijblijvend, veilig en in het beste geval ook gezellig. Er is koffie, thee, water, een maaltijd. Op sommige plekken kun je er je was doen, internet raadplegen, je douchen. En altijd is er iemand die met je praten kan, als je dat wil. Er zijn dienstverleners en vrijwilligers die de inloopcentra openhouden en voor of met je koken, klaarstaan met soep en warme handen. Er zijn brugfiguren, hulpverleners die ter plekke beschikbaar zijn voor een babbel.
Het is hulpverlening op de meest laagdrempelige manier, voor wie het gevoel heeft nergens terecht te kunnen met een vraag of een probleem. Voor wie vindt dat andere diensten te veel eisen stellen. Als brugfiguur vis je naar de zorgmijders en zorgmissers. Zij die door de nauwe mazen van de hulpverlening dreigen weg te glippen. Soms help je door een traject op te starten, soms door schouder aan schouder samen stil de storm uit te zitten.
Gent telde voor de coronacrisis twee zulke inloopcentra. Elk in een ander deel van de stad, elk met een eigen aard en publiek. Een van de onvermijdelijke gevolgen van de ijskoude besparingsronde die zich in december 2019 bovenop de al eerder aangekondigde besparingen stortte, was dat een van de twee onherroepelijk dicht zou moeten. Hoe dat opgelost moest worden, waar de mensen dan terecht zouden kunnen? Niemand die het wist. Het einde van mijn contract naderde terwijl ik de tijd met groeiende tegenzin verder zag spoelen. De lente kwam en de eerste bladeren verschenen, dat zeker, maar ondertussen bleven de wachtrijen even lang, de huizen even duur, de plekken waar mensen geholpen zouden kunnen worden even vol. Al was het een warme lente, het bleef erg, erg koud.
Toen sloeg corona met een stormram alle structuren en verwachtingen aan duigen. In de eerste week van de lockdown sloten alle restaurants, dus ook de sociale restaurants waar het goed en goedkoop eten is. Voedselbedelingen gingen tijdelijk niet of erg beperkt door, omdat het gros van de vrijwilligers in de risicogroep bleek te vallen, inloopcentra bleven dicht omdat er niet veilig gewerkt kon worden, de capaciteit van de nachtopvang kelderde door de plots noodzakelijke eenpersoonskamerpolitiek.
De angst en de onzekerheid bij de zwaarst getroffenen, de vlammende woede van al wie toen wel nabij bleef, het titanenwerk van de straathoekwerkers die nooit weken, mag niet licht vergeten worden. Terwijl iedereen met een huis zich achter gesloten deuren en vensters barricadeerde met voorraden toiletpapier en bakkersgist, spookten de thuislozen door lege straten. Pijnlijk zichtbaar plots, ook de meest trotse.
Na de val wordt gelukkig snel weer overeind gekrabbeld. Dertien verenigingen die in het Gentse werken met en voor mensen in armoede verenigen zich onder het Gents Solidariteitsfonds. De nachtopvang zet alle zeilen bij en hostels vullen de nachtopvang aan, de voedselbedeling wordt heropgestart. In plaats van twee gaan nu drie inloopcentra open met elk een vaste lijst bezoekers. OCMW en CAWmedewerkers wier gewone werking wegviel, staan plots zij aan zij soep te mixen en koffie te zetten voor de dakloze bezoekers. Straathoekwerkers en brugfiguren zetten hun werk verder terwijl ze elkaar de oren van het lijf telefoneren. Voor een aantal bezoekers is er plots veel meer stabiliteit en waarlijk iedereen voelt het nut van nabijheid. Zowel die met de diensten onderling, als de nabijheid met mensen in extreme armoede.
Twee maanden na het begin van de crisis voelt het of er langzaam fundamenten ten goede verschuiven. De winternachtopvang die eigenlijk eind maart al afliep wordt verlengd tot maart 2021. Het Gents Solidariteitsfonds geeft met de voeten diep in het veld de armoedeverenigingen met één luide stem inspraak in het Gentse armoedeplan, dat 550 miljoen euro inzet voor de meest kwetsbaren. Outreachend werk is nooit zo zichtbaar geweest als toen de straten leeg waren, en meer dan ooit klinkt de roep om dit te blijven doen, en het nog uit te breiden, zowel vanuit de stad, het OCMW als vanuit het CAW.
Op de meest kwetsbaren valt niet te besparen. Dakloosheid is geen keuze, het is een crisissituatie die te allen tijde vermeden moet worden. Door betaalbare woningen, door methodes als ‘housing first’, door continue nabijheid. Nu meer dan ooit.
Terwijl iedereen met een huis zich barricadeerde met voorraden toiletpapier en bakkersgist, spookten de thuislozen door lege straten
‘De deur stond open voor politiek. Dat was het: politiek’ (Gert Verheyen in ‘Het Nieuwsblad’)
De manier waarop de Pro League besliste over de organisatie van het komende voetbalseizoen was zo’n gekonkelfoes, dat analist Gert Verheyen er maar één woord voor heeft: politiek. Zo laag zijn we dus gezakt. Politiek wordt niet meer gezien als iets wat het algemeen belang dient, maar als het slechtste van het gemeenste.
‘De conclusie is meer dan ooit dat elke club van A tot Z aan zijn eigenbelang denkt’ (Chef voetbal Ludo Van
dewalle in ‘Het Nieuwsblad’)
Politiek is dus niet kiezen voor het algemeen belang, maar voor het eigenbelang.
‘Als je denkt dat het niet erger kan, is er de Pro League om zichzelf te overtreffen’ (Leuvens burgemeester Moha
med Ridouani in ‘Het Nieuwsblad’)
Al moeten de echte politici toch hun meerdere erkennen in de voetbalbonzen.
‘Al het slechte in de mens komt in het
voetbal samen’ (exBeerschotvoorzitter Patrick Vanoppen in ‘Het Nieuwsblad’)
Zouden we dan eigenlijk niet beter in het parlement gaan voetballen in plaats van in het Koning Boudewijnstadion?
‘Er wordt niet uitgesloten dat Alexander De Croo in de Veiligheidsraad op de rem staat om tweedeverblijvers terug te laten keren naar hun appartementje aan de kust om de kandidatuur van Bart Tommelein, de burgemeester van Oostende, te dwarsbomen’ (Politiek redacteur Wim Van de Velden in ‘De Tijd’)
Of moeten we politici laten vergaderen in het Koning Boudewijnstadion? Want zo’n gekonkelfoes is de politiek dus: omdat Alexander De Croo wil dat Egbert Lachaert voorzitter wordt van Open VLD, werkte hij volgens De Tijd Bart Tommelein tegen, zodat u niet naar uw appartementje aan zee kon. Als dat klopte, moet de Pro League werkelijk zijn meerdere erkennen in Open VLD. Of in de politiek redacteur die dit bedenkt.
‘Dat Tommelein met zijn strand doet wat hij wil. Het onze blijft wél open voor iedereen’ (Burgemeester Lippens in ‘Het Laatste Nieuws’)
Zo ver is het dus gekomen: om Bart Tommelein een pad in de korf te zetten, heet Leopold graaf Lippens in Knokke zelfs de frigoboxtoeristen welkom.
‘Ik vind een naamsverandering een goed idee’ (Egbert Lachaert in ‘Humo’) Als Open VLD synoniem is voor zoveel gekonkelfoes, kan je inderdaad wel een naamsverandering gebruiken.
‘Het bericht is al 27.000 keren geliket, maar van de kant van collegapolitici uit andere partijen bleef het tot dusver heel stil’ (Tom Van Grieken in ‘Gazet
van Antwerpen’)
Over gekonkelfoes gesproken: Vlaams Belangvoorzitter Tom Van Grieken is verongelijkt dat hij geen felicitaties kreeg van conculega’s nu hij bekendmaakte dat hij vader wordt. Gunt de politiek hem zelfs die blijdschap niet? Of komt het omdat Van Grieken de aankondiging deed met de xenofobe boodschap ‘Nieuwkomers maken we zelf’?
‘Ons merk en logo kunnen zeker wat meer rock’nroll gebruiken’ (Egbert
Lachaert in ‘Humo’)
Als ze bij Open VLD dan toch wat meer rock’nroll kunnen gebruiken, moeten ze misschien de slogan van de Ramones overnemen: ‘Hey ho, let’s go!’. Misschien krijgen we dan ruim een jaar na de parlementsverkiezingen eens een regering.
‘We hebben nu politici nodig die hun carrière durven op te offeren voor een plaats in de geschiedenisboeken’ (Econoom Peter De Keyzer in ‘Het Laatste Nieuws’)
Maar met een toekomstige plaats in de geschiedenisboeken wordt je ego nu niet gestreeld. De staatsman Winston Churchill verloor ook de verkiezingen na de Tweede Wereldoorlog. (Maar weet u nog wie won?)
‘In de Ultratop ben ik intussen recordhouder bij de Belgische artiesten. Dat is voor de geschiedenisboeken hé’ (Regi in ‘Het Laatste Nieuws’)
Gelukkig is er toch één iemand blij met een plaats in de geschiedenisboeken. ‘Een vrouw van 58 mag al blij zijn als ze nog een beetje mag meedoen’ (Leen Demaré in ‘Het Nieuwsblad’)
En toch is de politiek misschien nog zachter dan de entertainmentwereld, want op de dag dat het interview met Leen Demaré in Het Nieuwsblad verscheen, stond er in even grote letters boven een interview met Maggie De Block (58) in Het Laatste Nieuws: ‘Ik droom weleens van een sabbatjaar, maar ben er nog niet aan toe’.
‘Het leven gaat om de fluit en de duit’ (Gerard Joling in ‘Het Nieuwsblad’)
In de entertainmentwereld hebben ze dan ook andere prioriteiten dan Maggie De Block.
Over fluiten gesproken: ‘Wat condooms zijn voor hiv, zijn mondmaskers voor het coronavirus’ (Mondmaskerproducent Geert Casselman in ‘De Tijd’) Maar het is wel lekkerder zonder.
Scoop kijkt met een kritische blik naar de media en kiest elke week een aantal citaten.