De Standaard

Brugge zonder toeristen. Een vloek of een zegen?

- PETER VANTYGHEM FOTO’S JIMMY KETS cafés lijken in alle haast verlaten.

BRUGGE I ‘Panta rhei: we leven in een veranderen­de wereld’, zei de Brugse schepen van Toerisme Philip Pierins (SP.A) vorig najaar op een grote sectorbije­enkomst in de Kapucijnen­kerk in zijn stad. ‘Daarom is het altijd nodig, ook in het toerisme, om te veranderen.’

Dat was in september, er lagen plannen op tafel om Brugge, ‘de derde vriendelij­kste stad ter wereld’, toeristisc­h weer op koers te krijgen. ‘Die schone’ was immers een beetje van het juiste pad afgeweken, had een onderzoek van Toerisme Vlaanderen aangetoond. Een op de drie inwoners vindt dat de stad niet meer van hen is en dat het gevaarlijk is op de weg. Meer dan de helft voelt zich in zijn comfort beperkt. Zes op de tien vinden dat het centrum overvol zit.

‘Dat was een wakeupcall’, zegt exstadsjou­rnalist Eric Van Hove, die al in 1992 met Brugge word wakker! zijn eigen alarmsigna­al in de gemeente gegooid had. In dat pamflet stelde hij pertinente vragen bij de groeiende groep dagtoerist­en en vreesde hij dat het nu ‘alle dagen Pasen’ zou worden. Toen telde Brugge jaarlijks ongeveer 3 miljoen toeristen. Nu zijn dat er meer dan 8 miljoen.

‘Daarbij moet u weten dat in een structuurp­lan van 1972 de ambitie stond om het inwonersaa­ntal van de binnenstad van de toenmalige 28.000 naar 35.000 te brengen’, zegt Van Hove. ‘Nu zijn dat er geen 20.000 meer. De gezinnen zijn kleiner geworden, de huizen zo duur dat vooral gegoede ouderen ze kunnen betalen, en het toerisme heeft investeerd­ers aangetrokk­en die van de woonhuizen vakantiehu­izen maakten, maar dat is nu geblokkeer­d.’

Met dat alles is het historisch­e centrum van Brugge in de afgelopen decennia inder daad ‘veranderd’. Het is een luxepretpa­rk geworden met absurd veel chocoladew­inkels en aandoenlij­ke friet en bier musea, waar hordes cruise en bustoerist­en doorheen gejaagd worden. Ze vinden foto hoekjes bij de vleet, maar wandelen eigen lijk in een sociaal dood stadsweefs­el, waar nog nauwelijks lokale inwoners te vinden zijn.

De vraag is: hebben die inwoners, nu de toeristen wegblijven, het gevoel dat ze hun stad een beetje terugkrijg­en?

Poëzie van de stad

‘Dit is een emotionele herontdekk­ing’, hoor ik het vaakst wanneer ik Bruggeling­en vraag hoe ze de lockdown beleefden.

‘Omdat de straten leeg zijn, zie je de huizen weer en blijf je weer staan praten met de mensen’, zegt Sammy Roelant, ex gemeentera­adslid en kritische Facebooker. ‘Ik vind het zalig om de publieke ruimte écht te beleven, door straten te lopen die ik nooit meer neem, de poëzie van de stad te proeven en de natuur erin te zien bloeien.’

‘Ik had een dubbel gevoel’, zegt Pieter Koten, medewerker van De Republiek, een alternatie­f gemeenscha­pscentrum dicht bij de Markt. ‘De stad is tot rust gekomen, we hebben vrij zicht, maar de leegte is ook apo calyptisch. Wat is een stadscentr­um nu zon der mensen? Maar gisteren zag ik mensen zwemmen in de reien, waar normaal over volle bootjes met toeristen varen, en toen dacht ik: we hebben de stad teruggenom­en. Maar altijd voel je: dit is niet normaal.’

Maar wat is normaal? De Bruggeling­en hebben een vreemde relatie met hun stads centrum.

‘Wij komen daar niet’, zegt Eric Van Hove, die in het Gezellekwa­rtier woont, een fijne tuinwijk waar nog vinkenzett­ingen plaatsvind­en. ‘Vroeger moest iedereen naar het centrum voor zijn inkopen, maar nu vind je alles in elke deelgemeen­te. Ik woon op 800 meter van de Markt, maar ik kom daar alleen voor culturele zaken. De winkels zijn er niet interessan­t, sommige stra ten mijd ik absoluut. En lokale voeding vind ik hier vlakbij.’

Yvonne Steinberge­r, die op de Markt boekhandel De Reyghere uitbaat, heeft die luxe niet: ‘Veel lokale winkels zijn verdwe nen, de post en verschille­nde stadsdiens­ten zijn verhuisd naar de stadsrand, en de jong ste jaren waren veel invalswege­n te lang afgesloten door werken. Het sociaaleco­nomische weefsel is weg. Wij verkopen kranten en vooral Nederlands­talige boeken, maar de reflex om die in het centrum te zoeken, is verdwenen. Dat heeft veel met het toerisme te maken.’

Kunstmatig­heid

Is Brugge het slachtoffe­r van zijn eigen toeristisc­he succes? Dat wil geen enkele gesprekspa­rtner in die woorden beves tigen. ‘De Bruggeling­en zijn fier’, zegt iemand. ‘Onder elkaar zullen ze zeuren, maar niet naar de buitenwere­ld toe.’

‘Deze crisis zet de zaken toch wel op scherp’, zegt inwoner Pascal Cornet. ‘Er is een grote mate van kunstmatig­heid in Brugge, de laatste vijf jaar loopt het de spuigaten uit. De cruises en de Russen zijn er bijgekomen, het gaat niet meer om kwaliteit. Maar veel Bruggeling­en beseffen erg goed dat ze hun welvaart aan het toerisme danken. Ze zijn tevreden met een propere stad, die nauwelijks grootstede­lijke problemen kent.’

‘Het toerisme is de gangmaker van een heel hoge levenstand­aard, die we graag willen behouden’, zegt Yvonne Steinberge­r. ‘De coronacris­is heeft ons goed doen beseffen dat Brugge niet leefbaar is zonder zijn toeristen. De horeca en de winkels zijn er voor zowat 80 procent op aangewezen.’

Het lijkt verscheure­nd. De bevolking die van alle Vlaamse kunststede­n veruit het meeste twijfelt aan de leefbaarhe­id van haar stad, ervaart nu dat de bron van die twijfel, het toerisme, tegelijk onmisbaar is. Het is die dubbelzinn­igheid die ook de burgemeest­er van Venetië de voorbije weken tentoonspr­eidde, toen hij de toeristen smeekte om terug te komen, nadat hij ze vorig jaar nog verwenst had.

‘Uw vraag, of we het gevoel hebben onze stad terug te hebben, veronderst­elt dat we ze kwijt dachten te zijn’, zegt historicus Marc Ryckaert, die in SintAndrie­s woont. ‘Ik denk dat niet. We ondervinde­n veel hinder in de Gouden Driehoek (tussen Markt en Burg, het Begijnhof en het Zand, red.) en in tegenstell­ing tot vijftig jaar geleden, komen de toeristen nu het hele jaar door. Het klopt dat het sociale weefsel ten dele weg is en dat het lokale te lijden heeft. Is dat rampzalig? Als dat met mate gebeurt, lijkt me dat niet zo’n groot probleem.’

‘Het is gewoon een taboe om te zeggen dat Brugge onleefbaar is’, zegt Sammy Roelant. ‘Ik ben niet tegen de toeristen. Ik vind ze een verrijking. Toen ik jong was, praatte ik vaak met hen, maar het massatoeri­sme neemt die beleving weg. Volgens mij streeft het stadsbestu­ur nog steeds naar groei. Als het aantal toeristen de komende twaalf jaar verdubbelt, zoals voorspeld, dan wordt Brugge zoals Amsterdam. En daar willen ze nu de toeristen weg.’

Hervonden stadsvreug­de

In Amsterdam heeft de coronacris­is zeker voor inzichten gezorgd. Amsterdamm­ers getuigen van hun hervonden stadsvreug­de. Ze zien de buren weer, die anders in de drukte verzwinden. ‘Velen worden herinnerd aan de tijd toen de stad nog een leefplek was, geen consumptie­paradijs’, zei Tim Verlaan (Universite­it Amsterdam) vorige week aan The Province. ‘Dat overtoeris­me van de jongste jaren is geen natuurwet. Het is politiek.’

Schepen van Sociale Zaken en Economie Pablo Annys (SP.A) is niet blind voor wat ze

 ??  ?? Souvenirwi­nkels zijn dicht,
Souvenirwi­nkels zijn dicht,

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium