WAAROM GIEREN DE BEURZEN DOEN VLIEGEN
De lange klim na de financiële crisis van 2008 wordt wel eens de meeste gehate hausse genoemd. Gehaat, want (bijna) iedereen bleef waarschuwen dat de financieeleconomische ellende nog niet voorbij was: ‘De beurzen zullen zeker nog terugvallen’. Gevolg: heel veel men sen misten de lange hausse.
Ondertussen mag het beursherstel na de coronacrash die titel van ‘meest gehate klim’ overnemen. Opnieuw kregen we een stortvloed van economen, strategen en ‘wijzen’ die elkaar overtroefden in het benoemen van hoe dramatisch alles wel is. ‘Erger dan we ooit hebben gezien. De wereld zal nooit meer hetzelfde zijn.’
Uiteraard botste ook het (flukse) beursherstel op waarschuwende vingers. Maar naarmate de klim doorzette, verdwenen die alarmkreten, terwijl ze ondertussen hier en daar misschien toch op hun plaats zijn. De schade is weer wel aangericht: eens te meer hebben veel argeloze spaarders en beleggers de mooiste koopkansen aan zich laten voorbijgaan.
De Amerikaanse groeibeurs Nas daq staat zelfs weer op winst, met dank aan de internet en ITbedrij ven die voordeel halen uit de coronatijden. De grafiek van de Nasdaq, waar aandelen als Microsoft, Amazon en Apple het mooie weer maken, vormt zelfs een ‘V’.
Ook Europa heeft er een forse klim opzitten, maar noteert nog een stuk onder de top. Hier zijn er
Voor de beurzen begint het herstel altijd als de recessie nog bezig is. Sterker: dan klimmen de koersen het meest
(veel) minder technologieaandelen en de bankaandelen wegen zwaarder. Met de Bel20 als spijtig voorbeeld. Toch schoot ook die in anderhalve maand 32 procent hoger, alvorens weer wat af te brokkelen.
De coronacrash ging extreem snel en het herstel was nog uitzon derlijker. Fundamenteel heeft dat te maken met de aard van de crisis: plots en diep. En hoe ook benadrukt wordt dat het herstel lang zal duren, de eerste beweging is fors. Beurzen starten hun herstel trouwens altijd als de recessie nog bezig is. Sterker nog: dan klimmen de koersen het meest.
Daar is een ‘technische’ verklaring voor. De ‘shorters’, de beleggers die zwakke aandelen verkopen met de bedoeling ze terug te kopen als ze nog verder zijn gezakt. Zo willen ze winst maken. Het enige probleem: ze moeten die aandelen echt wel terugkopen. Shorten is moeilijker en gevaarlijker dan gewoon beleggen, want als de aandelen toch stijgen, loopt het verlies voor een shorter snel op. Daarom gaat men vooral short als de beurzen crashen. Ze zakken dan snel en sterk en er kan veel geld verdiend worden. Maar als de koersen herstellen, moeten shorters ook snel naar de uitgang (en weer verkopen).
Sommigen zeggen dat shorters de beurs opruimen. Zoals gieren in de natuur dode dieren laten verdwijnen. Maar op de beurs valt dat weleens tegen. Shorters versterken vaak de beursbewegingen, zowel naar boven als naar beneden.