De Standaard

Eindelijk vrij

- FILIP JOOS

In de laatste aflevering van The last dance, de documentai­re over leven en werk van Michael Jordan, wordt Leonardo DiCaprio naar de kleedkamer van de Chicago Bulls geleid. In die dagen was zowat elke meisjeskam­er behangen met de poster van Titanic, de film waarin de acteur samen met Kate Winslet boven kwam drijven. DiCaprio staat in aanbidding voor Jordan, die zegedronke­n zegt dat hij die dag nog The man with the iron face heeft gezien, waarop DiCaprio en zijn entourage hem verbeteren, het is ‘the iron mask’. Jordan lacht het weg, DiCaprio – op dat moment misschien wel de grootste Hollywoods­ter – straalt, zou er alles voor over hebben om Michael Jordan te zijn.

Be like Mike. Dat was de baseline van de reclamespo­t van Gatorade. Herman de Coninck schreef ooit zijn liefde voor Johan Cruijff neer in een gedicht. ‘Geboren worden en een lichaam hebben/ en er dan gedurende een blauwe maandag/ Johan Cruijff mee zijn.’ Maar dat was één dichter, met een poëtische wens. ‘Be like Mike’ was een slogan voor de massa. Die massaal voor de bijl ging: Jordan werd meer dan ooit publiek bezit.

De American Dream in een sportdrank­je. Drink ervan en je wordt als Michael Jordan, de mooiste sportman die op aarde zijn kunstjes heeft vertoond. Daar vliegt hij, en zoveel gratie heb je nooit gezien. Vergeleken bij Jordan die zich een weg naar de korf baant, zijn Lionel Messi en Cristiano Ronaldo houten klazen. Jordan was al gestileerd nog voor ze bij Nike zijn logo ontwikkeld­en. Basketbal op zijn Jordans is pure esthetica, een fluïdum van bewegingen die geen sportman hem ooit nadoet. Niks is hoekig, op het basketcour­t schiep hij een universum dat uit louter rondingen bestond: de bal, de ring, de parelende zweetdrupp­els op zijn gezicht.

The last dance is een parabel van schoonheid en eenzaamhei­d. Jordan wordt bewonderd, vereerd, door de massa op handen gedragen, en is dus van de weeromstui­t alleen, een gevangene van zijn talent, van noblesse oblige. Hij zal excelleren. En dus uit het normale leven treden. When everybody is starstruck, the star is stuck. Zit vast. En dat leidt tot een exclusief bestaan: het buitenslui­ten van de ander, uit zelfbehoud. Jordan ging over lijken om te winnen, natuurlijk, maar zelfs zij die slachtoffe­r werden van zijn niets ontziende zegedrang, ploegmaats en tegenstand­ers, zie je nu met een twinkel in hun ogen over MJ spreken. Trots dat ze kanonnenvl­ees waren voor de man die de NBA veranderde. Trots dat ze toch op de foto staan, al is het als lijdend voorwerp.

Bestaat er een banalere plek om een selfie te nemen dan de Trevifonte­in? Waar Federico Fellini Anita Ekberg te water liet, overstemt het geklik van de camera’s gedurende vele

Een voormalige voetballer van AS Roma kan eens de Trevifonte­in bezoeken. uren van de dag het geklater van het water. Slechts in het holst van de nacht kun je er nog in relatieve rust vertoeven, al bots je dan misschien op een schichtige muntendief die vijf mi nuten door het water waden een strakker businesspl­an vindt dan een hele dag bedelen.

Origineel is het kiekje dus niet. Wel valt op dat Rome nog steeds leeg is, het koppel is erin geslaagd enkel zichzelf te kadreren, dat was voor corona onmogelijk geweest. Ook de mondmasker­s wekken geen verbazing. Waar de Romeinen tot voor kort met nauwelijks verholen minachting naar het mondkapje keken van toeristen uit het Verre Oosten die in een razend tempo hun monumenten­lijst afwerkten, hebben nu ook de inboorlin

gen er een om. Wat gezien werd als een beperking van de persoonlij­ke vrijheid, een verstikken­de maatregel van overdreven voorzichti­gheid en dus adembeneme­nde dwaasheid, is nu de conditio sine qua non voor de herneming van een min of meer normale vorm van leven.

Wat deze foto speciaal maakt, is wie op de selfieknop drukte. Francesco Totti, exvoetball­er, en door zijn volgelinge­n wel eens ‘de achtste koning van Rome’ genoemd – de eerste was Romulus, de zevende was Tarqui nius de Arrogante en werd omstreeks vijfhonder­d voor Christus afgezet, toen ontstond de Republiek.

Totti postte de selfie op Instagram, en de commentare­n waren van tweeerlei aard: ‘Ik had je zeker wel herkend’ of ‘Ha, Capitano, eindelijk kun je Rome eens bezoeken, leve het mondmasker’. Dat is de paradox: de man die in elk interview de lof van Rome zingt, die de schoonheid van de stad als reden opgeeft voor zijn trouw aan de club waar hij een heel leven voor speelde (‘Ik liet Real schieten omdat ik mijn geliefde Rome niet kon verlaten’), die man is de voorbije twintig jaar van zijn leven niet of nauwelijks in Rome geweest. De tol van de roem: Totti leeft al decennia in een soort quarantain­e, omdat de openbaarhe­id tot een volkstoelo­op zou leiden, tot ontelbare selfies waarin hij de rol van monument vervult – en met elk zo’n selfie waarop de ster zijn beste glimlach voorzet, geeft hij zichzelf een stukje weg, wordt hij weer wat meer van iedereen. En het zijn net de mensen die nu posten dat ze blij voor hem zijn dat hij eindelijk eens ongestoord van zijn stad kan genieten, die hem dat in normale tijden onmogelijk maken. Zo is de mateloze massa, ze verscheurt het voorwerp van haar adoratie.

Wat rest er nog aan leven als je stopt met sporten? Totti denkt van zichzelf nog steeds dat hij niet zou misstaan bij Roma, verklaart dat in ongeveer elk interview, ook al is hij inmiddels 43. Als bestuurder viel hij door de mand, nu probeert hij het als zaakwaarne­mer. Jordan is eigenaar van de NBAclub Charlotte Hornets. Moddert wat aan. Zonder succes.

Ze missen de spotlights, wordt dan makkelijk gezegd. Dat denk ik niet. Ze missen de sport. Maar de spotlights, die hebben ze voor eeuwig op zichzelf gericht.

Filip Joos

Michael Jordan wordt bewonderd, vereerd, door de massa op handen gedragen, en is van de weeromstui­t alleen, een gevangene van zijn talent

 ?? © rr ??
© rr
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium