DE STEMMING IN VLAANDEREN
Vlaams Belang overtuigt één op vier Gezondheidszorg is zorg nummer één, klimaatthema is weggedrukt Helft kiezers voelt zich niet vertegenwoordigd
BRUSSEL I De rooftocht van Vlaams Belang bij de NVA is nog niet voorbij. Mochten er vandaag verkiezingen gehouden worden, één jaar na 26 mei 2019, dan zou Vlaams Belang ongenaakbaar op kop komen. Met 24,5% van de stemmen groeit de partij nog eens 6%. De NVA van Bart De Wever zou verder zakken, tot 20,3%, een verlies van 4,5% ten opzichte van 2019. Samen komen ze aan 44,8% van de stemmen. In zetels zou dat goed kunnen zijn voor een krappe meerderheid. Dat blijkt uit De Stemming, een onderzoeksproject van de Universiteit Antwerpen en de VUB dat in opdracht van De Standaard en VRTNWS één jaar na de verkiezingen van 2019 de polsslag van Vlaanderen voelt.
Zorgwekkend voor de NVA is dat van de Vlamingen die haar de rug toekeren, liefst 69% linea recta naar Vlaams Belang trekt. Uit de redenen die de respondenten tegenover de onderzoekers aanhaalden, spreekt een hard oordeel over de partij. ‘Ze vinden dat de NVA een partij is die haar beloftes niet houdt, die niet hard genoeg is over migratie, die te weinig gedaan heeft en er alleen is voor de rijken’, zegt politoloog Stefaan Walgrave, die het onderzoek coördineerde.
Opvallend is ook dat veel kiezers de NVA laten vallen omdat ze boos zijn over het cordon sanitaire. Nochtans heeft Bart De Wever bij de vorming van de Vlaamse regering maandenlang gesprekken gevoerd met Vlaams Belang, iets wat nooit eerder vertoond is. ‘Dat was niet slim. Samen hadden ze geen meerderheid en er was geen derde partij bereid om mee te doen. Dus heeft die “dans” alleen maar tot meer ongenoegen geleid, en het gevoel dat men Vlaams Belang aan het lijntje hield. Dat kost de NVA wellicht kiezers’, zegt Walgrave.
Onneembare vesting
Uit zijn eerder postelectoraal onderzoek bleek dat migratie in 2019 hét thema was van de verkiezingen. In de pikorde van thema’s komt nu echter gezondheidszorg bovenaan (zie bladzijde 16), ge
volgd door de politieke crisis en het communautaire, dat door sommige respondenten als oplossing voor die crisis wordt aangehaald. Pas daarna, op de vierde plaats, komt migratie.
Het thema is dus niet weg, maar het is twijfelachtig dat de NVA hier nog winst kan boeken. Hoewel de partij de voorbije jaren hard inzette op migratie en er zelfs de regeringMichel over liet vallen, blijft Vlaams Belang onbetwist de eerste partij die Vlamingen daarmee associëren. Omdat de NVA niet de ‘eigenaar’ van het thema migratie is, joeg ze elke keer dat ze er zelf over begon, meer kiezers naar Vlaams Belang
(DS 7 december 2019). ‘Het is Theo Francken (NVA) in vijf jaar tijd niet gelukt om Vlaams Belang daarin naar de kroon te steken’, merkt Walgrave op. ‘Wat migratie betreft is Vlaams Belang een onneembare vesting.’ Ook het persoonlijke potentieel van de gewezen staatssecretaris lijkt te tanen. Francken was ooit de populairste politicus van Vlaanderen, maar zakt nu weg naar een negende plaats. Ver achter zijn eigen voorzitter, die bovenaan staat, en die van Vlaams Belang – Tom Van Grieken – er vlak achter.
De nieuwe CVP
Het potentieel van zowel de NVA als Vlaams Belang blijft zeer hoog, maar het gaat om elkaars potentieel. Liefst 51% van de NVAkiezers zou ook op Vlaams Belang kunnen stemmen. Omgekeerd overweegt 41% van de Vlaams Belangkiezers een stem op NVA. ‘Die twee partijen zitten zo in een dodelijke omknelling,’ zegt Walgrave, ‘hun potentieel is niet samen te realiseren.’
Eenvoudige oplossingen zijn er niet voor de NVA. De belofte van confederalisme kan ze niet op eigen houtje realiseren, Vlaams Belang overstemmen op migratie is geen optie en om het cordon te doorbreken zijn meerdere partijen nodig. Walgrave meent daarom dat de NVA zichzelf de meeste kansen biedt als ze vervelt tot een verantwoordelijke beleidspartij, de nieuwe CVP. De politieke crisis wordt haar immers ook aangewreven. ‘De NVA en Vlaams Belang zijn communicerende vaten, het is een strijd op leven en dood. De NVA kan verder leeglopen naar Vlaams Belang, maar het kan ook terug in de andere richting draaien. Alleen is het imago van verbeten vechters, calimero of “de elite is tegen ons”, moeilijk vol te houden als je zo groot bent dat je er eigenlijk altijd bij zou moeten zijn in een regering. Als ze de conservatieve, maar nietradicale “grondstroom” kunnen aanboren, is er veel mogelijk. Iemand als Jan Jambon (NVA, Vlaams ministerpresident) vat dat goed. Hij heeft het imago van een degelijke bestuurder, niet van een straatvechter.’
‘Ze vinden de NVA een partij die haar beloftes niet houdt, die niet hard genoeg is over migratie en er alleen is voor de rijken’
STEFAAN WALGRAVE
Politicoloog Universiteit Antwerpen