‘De zuinige vier’ spelen het hard
Nederland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden wijzen het FransDuitse voorstel over het coronaherstelfonds af. Maar de Oostenrijkse kanselier Kurz maakt wel een opening.
Vier landen – Nederland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden – lanceerden zaterdagochtend een stevig schot voor de boeg van de Europese Commissie. Die komt woensdag met een nieuw voorstel voor de meerjarenbegroting 20212027 én voor een Europees herstelfonds om de economieën weer te laten groeien. Met hun informele ontwerp doen die vier, die in Brussel de ‘zuinigen’ of zelfs de ‘vrekkigen’ genoemd worden, hun reputatie eer aan en verzetten ze zich tegen het plan dat Angela Merkel en Emmanuel Macron vorige week bekendmaakten (DS 19 mei).
De Duitse kanselier en de Franse president stelden toen voor dat de Commissie 500 miljard euro zou ophalen op de kapitaalmarkten namens de hele EU en dat geld vervolgens in de vorm van subsidies zou doorspelen aan die Europese regio’s en sectoren die het zwaarst getroffen zijn door de pandemie. De subsidies zouden worden terugbetaald door latere meerjarenbegrotingen. Merkel maakte zo een spectaculair solidariteitsgebaar richting ZuidEuropa, omdat die transfers de facto neerkomen op Europese schulden aangaan.
Positief in de nota van de vier ‘zuinigen’ is dat ze instemmen met het principe van een herstelfonds, waarbij geld wordt opgehaald dat boven op de meerjarenbegroting komt. Maar voor hen moet dat fonds gebaseerd zijn op ‘leningen voor leningen’ – het woord ‘subsidies’ komt niet voor in hun anderhalve pagina tekst. ‘Het fonds mag niet leiden tot enige vorm van gemeenschappelijke schulden’, klinkt het.
Stenen en brood
Dat zal geheid slecht vallen bij landen als Italië en Spanje, die niet van leningen moeten weten omdat dit hun schuldpositie verder zou verslechteren. Dat erkende ook Wolfgang Schäuble, de voormalige Duitse minister van Financiën die gold als een havik ten tijde van de vorige euro
‘Het herstelfonds mag niet uitgroeien tot een schuldenunie via de achterdeur’
SEBASTIAN KURZ Oostenrijks kanselier
zonecrisis: ‘Extra leningen voor de lidstaten zouden eerder stenen zijn dan brood’, verklaarde hij aan de krant Welt am Sonntag.
Maar in een interview met de Duitse radio klonk de Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz zaterdagmiddag een stuk gematigder over de cruciale kwestie van de leningen of subsidies: ‘Denemarken, Nederland, Zweden en wij vinden dat er nog gediscussieerd moet worden welk deel van die 500 miljard bestaat uit subsidies en hoeveel uit leningen.’ Het belangrijkste is volgens hem dat het fonds slechts tijdelijk is, ‘zodat het niet uitgroeit tot een schuldenunie via de achterdeur. Want we weten dat veel ZuidEuropese landen maar ook Macron voorstander zijn van het volledig gemeenschappelijk maken van schulden.’
Landbouwfondsen
Daarmee schuift Kurz (ook namens de drie andere landen?) op
in de richting van het plan waar Commissievoorzitster Ursula von der Leyen op broedt. Ook zij wil dat het herstelfonds tijdelijk is en denkt aan een combinatie van leningen én subsidies. De vier zuinigen eisen in hun informeel voorstel dat de lidstaten die geld uit het fonds ontvangen, zich verbinden tot economische hervormingen. Ook Von der Leyen wil het geld van het hulpfonds koppelen aan de uitvoering van de economische aanbevelingen die de Commissie jaarlijks formuleert.
Inzake de meerjarenbegroting blijven de vier bij hun standpunt, schrijven ze: ‘We blijven vragen dat de nationale bijdragen beperkt worden.’ Dat kan door te besparen in programma’s die volgens hen minder bijdragen tot het economisch herstel – lees: landbouw en cohesiefondsen voor armere regio’s. Dat is dan weer een taboe voor de lidstaten uit OostEuropa die nu al vrezen dat ze op dat vlak zullen moeten inleveren.