De Standaard

FOUTE EN JUISTE COLUMNS

- NIALL FERGUSON © The Sunday Times is verbonden aan Hoover Institutio­n in Stanford. Zijn column verscheen wekelijks op maandag. Dit was de laatste.

Bijna vierenhalf jaar geleden begon ik deze columns te schrijven. Nu ik ermee ophoud, is het tijd voor een terugblik en een balans. Zoals de politocolo­og Philip Tetlock in Superforec­asting: The Art and Science of Prediction schreef, horen mensen die voor hun expertise worden betaald een score bij te houden. Tetlock vernoemt mij in dat boek (dat in 2015 verscheen, nog vóór mijn eerste column) en dit is het moment om hem van antwoord te dienen.

Hij heeft natuurlijk helemaal gelijk over de meeste ‘publieke intellectu­elen’. Ze leggen zelden verantwoor­ding af. En ze worden niet ontslagen wanneer ze aan de lopende band verkeerde voorspelli­ngen doen, als ze maar interessan­t genoeg zijn om lezers aan te trekken.

Maar toen ik negen jaar geleden met een adviesbure­au van start ging, koos ik voor een andere benadering. Dat moest wel, want fondsbehee­rders hebben minder geduld met foute voorspelli­ngen dan hoofdredac­teuren. Ik houd dus de score bij van mijn juiste en mijn foute pronostiek­en. Nu is het tijd om dat ook voor deze columns te doen.

Ik beperk me tot één jaar, het annus mirabilis — of horribilis, afhankelij­k van uw politieke opvattinge­n – dat op 1 november 2015 begon, de datum van mijn eerste column.

Veruit de twee belangrijk­ste onderwerpe­n in het eerste jaar van mijn columns – en ook in de volgende jaren waren het Britse referendum over de Europese Unie en de verkiezing van Donald Trump. Hoe vaak had ik gelijk?

Over de Brexit heb ik me vergist. Ik was van bij het begin een remainer. ‘Het idee dat wij (…) ons van Europa kunnen losmaken, is een illusie’, schreef ik op 22 februari. ‘Want de toekomst van Europa zonder ons zou er een van toenemende instabilit­eit zijn.’ Ik noemde de brexiteers onbeleefd ‘anglogekke­n’ en ‘blije idioten’. Toen het remainkamp verloor, voorspelde ik een helse spiraal, of op z’n minst een recessie (27 juni). Fout.

Mijn verkeerde inschattin­g van het referendum was vernederen­d, maar gaf me in de presidents­verkiezing­en van 2016 een voordeel tegenover de Amerikaans­e commentato­ren. Soms vergiste ik me, zoals toen ik Trump vergeleek met gefaalde Republikei­nse kandidaten als Wendell Willkie (14 december 2015) en Barry Goldwater (1 februari). Of toen ik op 4 april voorspelde dat de Trumpbubbe­l in de voorverkie­zingen van Wisconsin zou barsten (Ted Cruz won, maar de bubbel barstte niet). Maar toch ging ik veel vaker in tegen de convention­ele wijsheid dat Trump gedoemd was om te verliezen.

‘Trump is het gezicht van de haat die in Amerika leeft’, schreef ik op 2 november 2015. ‘Hij heeft zowel het geld als de motivatie om door te zetten. In het huidige klimaat van ongenoegen over beroepspol­itici zou hij een aantrekkel­ijk alternatie­f voor Hillary Clinton kunnen lijken (…) Zijn aantrekkin­gskracht heeft meer met de vorm dan met de inhoud te maken. Veel Amerikanen voelen zich niet aangesprok­en door wat hij zegt, maar door de manier waarop hij dat doet.’

Ik was tegen Trump. Ik onderteken­de een ‘allesbehal­veTrump’brief. Ik veroordeel­de meer dan eens zijn ‘openlijke uitingen van racisme en xenofobie’, zijn isolationi­sme (14 december 2015) en zijn dubieuze camaraderi­e met de Russische president, Vladimir Poetin (9 mei en 17 oktober 2016). Ik betreurde het dat Mike Bloomberg geen kandidaat wou zijn (24 oktober).

Maar ik zag ook hoe aantrekkel­ijk Trump was. ‘Hij is aan het winnen’, schreef ik op 29 februari 2016, ‘omdat geen enkele andere kandidaat overtuigen­der kan uitleggen waarom zoveel Republikei­nse kiezers er vandaag slechter aan toe zijn dan in 2000 (…) Maar niemand kan uitsluiten dat sommige Democraten naar Trump zullen overlopen als er op 8 november wordt gestemd.’ Op 7 maart speculeerd­e ik over wat er zou gebeuren als hij zou winnen en in 2024 tegen de grondwet in kandidaat zou zijn voor een derde termijn. ‘Trump kan Hillary Clinton verslaan’, schreef ik op 9 mei.

‘Kan Trump doen wat Mitt Romney niet kon?’, vroeg ik op 22 juli. ‘Veel jonge kiezers zullen niet voor Hillary Clinton naar de stembus trekken. Maar de blanke onderklass­e en vooral de ouderen, zullen massaal op Trump stemmen, net zoals hun tegenhange­rs in Engeland voor de Brexit stemden.’ Op 19 september schreef ik dat de keuze tussen Clinton en Trump een keuze tussen ‘normaal hopeloos’ en ‘totaal hopeloos’ was. ‘Maar zal de verleiding niet groot zijn om voor ‘totaal hopeloos’ te kiezen, als dat je enige kans is om nog eens vier jaar ‘normaal hopeloos’ te vermijden?’

‘De woede over het globalisme’, schreef ik een week later, ‘is de reden waarom Trump deze verkiezing zou kunnen winnen. Het is de reden waarom de Brexit er gekomen is. Het is de reden waarom de populisten terrein winnen, overal waar vrije verkiezing­en worden gehouden.’

Ik vergeleek Trump met de Chicago Cubs, het baseballte­am dat tegen alle verwachtin­gen in kampioen was geworden. ‘Hij kan winnen’, schreef ik, ‘als er in de beslissend­e staten het verschil in opkomst tussen zijn aanhangers en de hare vergelijkb­aar is met het op leeftijd en etniciteit gebaseerde verschil in opkomst in het Verenigd Koninkrijk’ (7 november).

Beste lezer, u bent ongetwijfe­ld benieuwd naar mijn voorspelli­ng voor volgende keer, in november. Jammer. U zult mijn superprono­stiek elders moeten zoeken.

Ik was tegen Trump. Maar ik zag ook hoe aantrekkel­ijk Trump was

Niall Ferguson

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium