Dagen zonder water
‘Geen druppel in onze tuin mag nog verloren gaan’
In Overijse kwam vrijdag geen water meer uit de kraan. Dat was deels te verklaren door werken aan het waterproductiecentrum van Huldenberg. Toch moet dit ons wakker schudden, zegt hydroloog Patrick Willems. ‘Het bewijst dat we weinig marge hebben. Eén technisch probleempje wanneer het verbruik piekt, en we zitten zonder water. Als de waterreserves door zeer lange droogte opraken, kunnen we over enkele maanden overal in Vlaanderen met dat probleem zitten. De mensen houden het niet voor mogelijk, maar het kan gebeuren.’
Wanneer raken de reserves op?
‘De helft van ons drinkwater halen we uit grondwater. Dat levert niet meteen een probleem. Zeker het diepe grondwater, dat decennialang kon insijpelen, wordt niet beïnvloed door acute droogte. Op termijn komt dat uiteraard wel onder druk te staan. Op korte termijn baart vooral het water dat we uit rivieren halen zorgen. Waterlink, dat 40 procent van het Vlaamse drinkwater produceert, betrekt zijn water uit het Albertkanaal. Dat wordt gevoed door de Maas. Als het debiet van de Maas te ver terugzakt, treedt het Maasafvoerverdrag met Nederland in werking. Dat bepaalt hoeveel water Vlaanderen nog aan het Albertkanaal mag onttrekken. In september vorig jaar moest Waterlink de afname sterk verminderen. Hun spaarbekkens hebben slechts buffers voor enkele dagen. Toen werd nipt een crisis vermeden.’
‘De Watergroep, die in het Meetjesland en WestVlaanderen drinkwater haalt uit oppervlaktewater, heeft grotere spaarbek kens en vijvers die vooral gevuld worden in de winter. Zij hebben reserves voor enkele maanden. Maar bij langdurige droogte kunnen die ook leeg raken. De capaciteit van het spaarbekken De Blankaart schiet nu al vaak tekort.’
Kleine beekjes
In Overijse speelde het piekverbruik op Hemelvaart een rol. Wat als we deze zomer massaal thuis zitten?
‘We zien altijd een piekverbruik tijdens de warme verlengde weekends in het voorjaar. Nu speelt bovendien het effect van corona: mensen zijn thuis, ze tuinieren, ze sproeien hun tuinen en vullen zwembadjes. In Limburg is het verbruik daardoor met 15 procent gestegen. Door de droogte raakten ook veel regenputten leeg, waardoor gezinnen overschakelden op leidingwater om toiletten door te spoelen of tuinen te sproeien. Dat voorspelt weinig goeds voor deze zomer. Als het droog blijft en we gaan meer verbruiken, gecombineerd met het extreem droge voorjaar en de tekorten die we de
vorige zomers opbouwden, wordt de situ atie zorgwekkend.’
Sinds woensdag geldt code oranje. Wat houdt dat in?
‘We mogen geen water meer oppompen uit ecologisch kwetsbare waterlopen. Dat zijn vooral kleine beekjes in opwaartse gebieden. Voor de burgers luidt het advies dat we zuinig moeten omspringen met water, zelfs met regenwater uit je eigen put. De moestuin en de plan ten kun je water geven, maar het gras sproeien of de auto wassen is not done. En ja, ook zwembadjes vullen wordt afge raden. Dat is een lastige, zeker nu mensen met kinderen thuis zitten. Het is een beetje afwegen. Eén keer vullen voor de hele zomer kan misschien geen kwaad.’
Hoe groot is de kans dat we naar code rood gaan?
‘Dat is nooit eerder gebeurd, maar ik acht het mogelijk. Nooit eerder zaten we zo vroeg in code oranje. De klimaatveran dering zet sneller en extremer door dan we dachten. Vier droge jaren op rij: dat is geen toeval meer. Als deze zomer opnieuw kurkdroog wordt, zitten we tegen augustus of september in code rood.’
‘Dat betekent dat de overheid harde, maar billijke keuzes moet maken. Burgers, landbouwers of bedrijven zouden dan selectief op een waterrantsoen gezet worden. Dat kan grote economische, eco logische en sociale gevolgen hebben.’
Mentaliteit keert traag
Hoe komt het dat de waterstress in Vlaan deren even groot is als in ZuidEuropa en NoordAfrika?
‘De hoofdoorzaak is onze hoge bevolkingsdichtheid: veel mensen die water nodig hebben op een beperkte oppervlak te. Bovendien hebben we waterintensieve industrieën, zoals de chemie, de textiel of de (diepvries)groenteteelt. Ook de landbouw verbruikt veel. Tegelijk springen we morsig om met het water dat binnenkomt: 60 procent daarvan stroomt weg naar de zee. Dat komt door onze hoge verhardingsgraad en door de grote drainage in landelijk gebied. We hebben het land volgebouwd en natte gronden drooggelegd voor de landbouw.’
Krijgen we dat nog gekeerd?
‘Toch wel. De industrie kan nog meer inzetten op hergebruik en waterzuinige technieken. Boeren kunnen meer water opslaan of aan grondenruil doen. We moeten nadenken over een ander soort landbouw in valleigebieden. Wat ook helpt, is meer organisch materiaal in de grond brengen. Koolstof houdt water vast en maakt de bodem luchtiger.’
‘Iedereen moet beseffen hoe waardevol water is. Elke druppel die neervalt in onze tuinen, zou daar moeten blijven. Denk aan regenputten, die overlopen in de tuin. Aan wadi’s op lagergelegen plekken. Zet daar wat planten of boompjes bij, en je hebt een fijne plek die verkoeling biedt, goed is voor de biodiversiteit en voor het waterbeheer. Ook overheden, scholen en bedrijven moeten zo denken. Als we dan ook minder draineren op het platteland, is het probleem opgelost. Als we van de 60 procent die we verliezen 10 tot 20 procent recupereren, zijn we er.’
‘Iedereen ziet ondertussen de urgentie. En toch keert de mentaliteit te traag. De overheid moet meer sturen. Met de vrijblijvende maatregelen die we nemen, komen we er niet.’
‘Zwembadjes vullen wordt momenteel afgeraden. Dat is een lastige, zeker nu mensen met kinderen thuis zitten’