De Standaard

Contactond­erzoek raakt maar niet gestroomli­jnd

Een moeizame informatie­stroom en covid19pat­iënten die zwijgzaam blijven, belemmeren een gesmeerd verloop van het contactond­erzoek.

- VAN ONZE REDACTEUR NIKOLAS VANHECKE

BRUSSEL I Te weinig telefoons naar patiënten, mensen die onterecht worden gebeld, te korte gesprekken, te weinig opgespoord­e contacten en, zo blijkt nu, te weinig huisbezoek­en: twee weken na de opstart van het contactond­erzoek bij covid19pat­iënten kan niet worden gezegd dat alles op rolletjes loopt.

Het is bovendien volstrekt onduidelij­k hoeveel tijd er zit tussen de afname van een test bij een patiënt en de opstart van het contactond­erzoek. Zolang de contacten van besmette personen niet in kaart zijn gebracht, bestaat het risico dat zij anderen besmetten. Pas wanneer test en contactond­erzoek kort op elkaar aansluiten, wordt een verdere verspreidi­ng ingedijkt. Onderzoeke­rs van de universite­it van Oxford stellen dat dit best binnen de twee dagen gebeurt om het reproducti­egetal van een virus naar beneden te krijgen.

Dat is hier zeker niet altijd het geval.

‘Een van mijn patiënten testte donderdag positief op covid19 en heeft tot op heden niets gehoord’, zegt Jochen Nijs, covid19art­s in het ziekenhuis SintTrudo. Hij maakt zich zorgen over de doeltreffe­ndheid van het contactond­erzoek. ‘Na twee weken moeten daarover toch gegevens beschikbaa­r zijn? Waarom wordt daar niet over gecommunic­eerd?’

Maar dat soort data is niet voorhanden. In principe vallen ze te halen uit de federale Sciensanod­atabank, waarlangs alle datastrome­n over de covid19pat­iënten, hun tests en het contactond­erzoek passeren.

‘Daar vertrekt en eindigt alles’, zegt Joris Moonens van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Dat Vlaamse agentschap staat in voor het contactond­erzoek zelf, maar is daarvoor afhankelij­k van de gegevens die van het federale niveau komen. ‘Vanuit die databank wordt een patiënt “aangeboden” aan het contactcen­ter’, zegt Moonens. ‘Wanneer die wordt opgebeld en contacten vrijgeeft, komen hun nummers terecht in de federale databank en gaan ze weer naar andere call agents (die op Vlaams niveau werken, red.). Mislukte gesprekken worden daar ook geregistre­erd, die gegevens gaan naar de veldonderz­oekers.’

Ook die veldonderz­oekers zijn in dienst van de deelstaten. Omdat er vrij veel onvolledig­e of verkeerde nummers worden doorgegeve­n en mensen zwijgzaam blijven over hun contacten, zou er in theorie veel werk moeten zijn voor de veldonderz­oekers, die huisbezoek­en brengen. Dat blijkt niet het geval. Moonens: ‘Er zijn er 30 à 40 per dag, en dat is te weinig. De doorstromi­ng van data moet nog op punt worden gesteld.’ De federale verantwoor­delijke voor ‘tracing and testing’, Emmanuel André, verwees gisteren door naar Frank Robben van het eHealthpla­tform. Die was niet bereikbaar voor commentaar.

‘Een van mijn patiënten testte donderdag positief op covid19 en heeft nog niets gehoord’

JOCHEN NIJS Arts SintTrudo

De voorbije weken werd er al op gewezen dat het ineenbokse­n van het hele systeem uiterst snel is moeten gebeuren, waardoor er nog problemen zijn. Ook is er nog bijscholin­g nodig van contactond­erzoekers om de kwaliteit van de gesprekken te verbeteren.

Het beperkte aantal nieuwe besmetting­en dat elke dag wordt vastgestel­d, geeft het systeem nog enig respijt. De werkdruk op de vloer van de contactcen­ters ligt zelfs zo laag, dat het oorspronke­lijke aantal van ongeveer 730 Vlaamse contactond­erzoekers is afgebouwd naar een 450tal.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium