File op Antarctica
D e musea zijn weer open. Een stukje vrijheid dat we weer hebben veroverd. Voorwaardelijke vrijheid, uiteraard. Je geraakt er alleen binnen met een vooraf gereserveerd ticket, er is overal handgel, en met pijlen en lijnen word je in een vast parcours gedwongen. Ieder museum kleurt die lijnen in zoals het wil.
Het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel, waar ik afgelopen weekend met twee dinogekke kleuters een kijkje ging nemen, kiest voor een nogal directieve aanpak. Bezoekers volgen in het museum een welomlijnd parcours langs de tentoonstelling Antarctica en zijn bekende dino’s. Op de vloer van de tentoonstelling zijn grote rechthoeken geplakt. Elke bezoeker, al dan niet met huisgenoten, wordt geacht binnen zijn hok te blijven en mag pas naar het volgende hok wanneer zijn voorgangers zijn doorgeschoven. Een vakje overslaan is verboden. Net als afwijken van het parcours om te gaan plassen – wat het museum, met de vele kleine kinderen dat het aantrekt, nog geheid structurele vochtproblemen zal bezorgen.
Met zo’n organisatie geldt in het Museum voor Natuurwetenschappen de facto het recht van de traagste. Geen meter file richting Brussel, maar in het museum zelf was het bumperrijden. Dat kwam door één man met een buitengewone fascinatie voor duikerpakken en pinguïns.
Pinguïns zijn schattige beesten, dat ga ik niet betwisten, en al helemaal als ze buikglijden, maar als je een kwartier moet kijken naar een twee minuten durend filmpje, dan heb je die naar vis ruikende cuties echt wel gezien. Niet zo voor deze langkijker: die nam uitgebreid zijn tijd voor elk educatief scherm en diorama en veroorzaakte zo een heuse bottleneck.
Gelukkig was er een suppoost met gezond verstand die de file op den duur beu was. Elke bubbel die eerst gedwee achter de langkijker had aangesjokt, mocht de man voorbijsteken, op een veilige anderhalve meter afstand – dat spreekt. We konden eindelijk tegen een kleutervriendelijk tempo van hok naar hok door de expo wandelen. En toen we bij de dino’s aankwamen, waren de hokjes verdwenen. Ooit al eens een kolonie pinguïns enthousiast zien waggelen naar zee? Dat waren wij. Eindelijk vrij. Hoppend van triceratops naar iguanodons, gewoon onze neus achterna. En wat bleek? Ook zonder betuttelende vakjes hield elke bubbel netjes anderhalve meter afstand.
En de langkijker? Die zat vast nog ergens op Antarctica.
In het Museum voor Natuurwetenschappen geldt tijdelijk het recht van de traagste