Helft jongeren voelt meer spanning binnen het gezin
Meer dan 44.000 kinderen tussen 8 en 17 jaar vulden een enquête in over hun leven tijdens de lockdown. ‘Er zijn meer en intensere ruzies binnen de gezinnen. Dat is alarmerend’, zegt pedagoge Hilde Vanthuyne.
De coronarichtlijnen hebben een directe impact op het welzijn van onze kinderen en jongeren. Dat blijkt uit een enquête van het Kinderrechtencommissariaat, het Kenniscentrum Kinderrechten en de Kinderrechtencoalitie Vlaanderen. De onlinebevraging werd ingevuld door meer dan 44.000 kinderen en jongeren tussen 8 en 17 jaar.
De helft van de deelnemers gaf aan dat er thuis meer ruzies waren dan gewoonlijk. Van de kinderen en jongeren die soms fysiek of verbaal geweld ervaren (een op de tien), zegt de meerderheid dat dit nu vaker het geval is dan vóór de uitbraak van de pandemie. Ook hebben niet alle kinderen en jongeren iemand om mee te praten als ze daar behoefte aan hebben. ‘De zaken die we al aanvoelden, worden door deze resultaten bevestigd’, zegt kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens. ‘We wisten dat er meer ruzies zijn binnen de gezinnen, zeker omdat de ouders nu zoveel moeten combineren. Vooral bij gezinnen in kwetsbare posities zien we een stijging van het geweld.’
Hilde Vanthuyne is pedagoge en conflictbemiddelaar. Ook in haar praktijk voelt ze de oplopende spanning binnen de gezinnen. De mensen die bereid zijn om daarover te praten, zijn heel eerlijk over hun situatie. ‘Ik had de voorbije weken vaker consultaties waarbij intrafamiliaal geweld uitgebreid aan bod kwam tijdens het bemiddelingsgesprek’, zegt ze.
Volgens Vanthuyne is de aard van het geweld binnen de gezinnen veranderd. ‘Het valt me op dat ruzies en irritaties veel sneller escaleren, intenser zijn en trager afkoelen dan vroeger. Dat is alarmerend. Als dit zich zou afspelen zonder coronamaatregelen, zouden we veel sneller kunnen ingrijpen. Maar nu het achter gesloten deuren gebeurt, is er geen sociale controle meer. Hierdoor pikken we de verontrustende signalen minder accuraat op. De drempel om kinderen en jongeren te bereiken, ligt nu veel hoger.’
Vluchthaven en uitlaatklep
‘Uit deze crisis leren we dat de school niet alleen een plek is waar kinderen en jongeren naartoe gaan om te leren. Het is een belangrijke plaats waar ze steun krijgen van hun vrienden en leerkrachten. De school is ook een uitlaatklep’, zegt Vrijens. ‘Het is een plek waar leerkrachten op een laagdrempelige manier een kind kunnen aanspreken als ze voelen dat het niet goed gaat. Niet iedereen heeft iemand bij wie hij zijn hart kan luchten. Dat komt doordat thuishulp en begeleiding op een laag pitje staan, en de online alternatieven tekortschieten. Het betekent ook dat we de kinderen en de jongeren niet voldoende bereiken, en dat we nog meer moeten inzetten om de platformen waar ze wel terechtkunnen, bereikbaarder te maken. De jongeren moeten niet naar ons toe komen, wij moeten naar hen.’
Onjuist geïnformeerd
Uit het rapport blijkt ook dat sommige kinderen en jongeren vooral binnen, tussen vier muren, gezeten hebben. Volgens Vrijens zijn sommige ouders nog altijd bang dat hun kinderen besmet zouden raken. ‘Dat is frappant, aangezien kinderen onder de 12jaar bijna geen risico lopen op het ontwikkelen van symptomen. Het betekent dat sommige ouders nog niet correct geïnformeerd zijn. Het kan verklaren waarom een op de drie kinderen bang is om besmet te raken’, zegt Vrijens. ‘Laat dit rapport een oproep zijn tot onze beleidsmakers om de scholen zo veel mogelijk te openen en meer in te zetten op de verspreiding van correcte informatie.’
Het rapport bevestigt ook dat 85 procent van de kinderen en 72procent van de jongeren graag terug naar school zou gaan.
‘De thuishulp en begeleiding staan op een laag pitje, de online alternatieven schieten tekort’
CAROLINE VRIJENS Kinderrechtencommissaris