‘Nietsdoen is duurder dan steun’
Kunnen café’s en restaurants rendabel zijn als ze ook de veiligheidsmaatregelen moeten naleven? Alleen met steun van de overheid, zegt de sector.
Ook al mogen ze vanaf komende maandag weer gasten ontvangen, de deuren van de meeste La Placerestaurants blijven voorlopig dicht. De Nederlandse keten van zelfbedieningsrestaurants vreest dat het niet mogelijk zal zijn om aan de strenge afstandsregels te voldoen.
La Place is niet de enige horecaonderneming die worstelt met het postcoronatijdperk. In heel Europa vragen eigenaars van restaurants en café’s zich af hoe ze de strenge regels kunnen verzoenen met een rendabele uitbating. In België hoopt de horeca op 8 juni het groene licht te krijgen om de deuren opnieuw te openen.
Topman Matthias De Caluwe van Horeca Vlaanderen schetste gisteren in het parlement een horrorscenario voor zijn sector. Hij acht het niet onmogelijk dat zonder overheidssteun 40 procent van de actieve horecaondernemingen kan verdwijnen, met als gevolg dat 55.000 arbeidsplaatsen verloren gaan. Zelfs als ‘slechts’ een vijfde van de horecaondernemingen verdwijnt, kost dat nog ruim 30.000 arbeidsplaatsen. De federatie stelde een waslijst van steunmaatregelen voor die de sector moeten helpen overleven. Een ervan is de verlaging van de btw naar 6 procent, die moet al wat ademruimte geven.
Hogere prijzen vermijden
‘In een eerste fase zullen we met minder capaciteit draaien, maar de vaste kosten blijven dezelfde’, legt De Caluwe uit. Alleen al de eis dat tafeltjes op anderhalve meter van elkaar geplaatst worden, betekent minder omzet en dus minder winst. ‘Een lagere btw maakt het mogelijk om de marge te verhogen. Zo kunnen we voorkomen dat de prijzen moeten stijgen om de rentabiliteit in stand te houden.’ Dat die lagere btw aan de consumenten zou worden doorgerekend, is volgens De Caluwe onwaarschijnlijk. Volgens Horeca Vlaanderen bedraagt de mediane winstmarge in de sector 1,2 procent, tegenover 4,3 procent in andere branches.
Dat er een of andere vorm van btwverlaging aankomt, lijdt nog weinig twijfel. De ‘Zweedse’ partijen – Open VLD, MR, CD&V en NVA – hebben samen een wetsvoorstel ingediend om de btw in de horeca tijdens deze crisis te verlagen naar 6 procent. Ook lagere sociale bijdragen in allerlei vormen liggen op tafel.
Of alle horecazaken inderdaad open zullen gaan zodra dat kan, is moeilijk te voorspellen. De Caluwe erkent dat veel afhangt van de voorwaarden waaronder de restaurants en café’s weer aan de slag mogen gaan. Als het van hem afhangt, komt daar al deze week duidelijkheid over. ‘De ondernemers hebben minstens een week nodig om aan de hand van de precieze modaliteiten na te gaan of ze al dan niet willen openen. Ze moeten zich kunnen voorbereiden, hun personeel moet ingelicht worden en er moeten afspraken worden gemaakt met de leveranciers.’
Vervroegd sluitingsuur
Hij hoopt in elk geval dat het niet zal komen tot een plafond op het aantal bezoekers per zaak, zoals in Nederland. ‘Een maximum van dertig bezoekers is wat ons betreft niet aan de orde. We moeten rendabel kunnen werken, de veiligheidsmaatregelen moeten billijk en betaalbaar zijn’.
In onder meer Oostenrijk hebben ze daar al ervaring mee. De café’s en restaurants gingen er op 15 mei open. Het bedienend personeel moet verplicht mondmaskers dragen. Meubilair moet worden ontsmet en om 23 uur moet iedereen naar huis. Dergelijke maatregelen worden ook bij ons overwogen: sommige ervan staan in de ‘Kolibrienota’ van de Denktank Horeca, waar Brussels minister Sven Gatz (Open VLD) zich achter schaarde (DS 15 mei). De sector overlegt met de adviesraden van de overheid over wat haalbaar en wenselijk is.
In Oostenrijk bleek dat sommige restaurants zo weinig volk over de vloer kregen dat ze de deuren alweer hebben gesloten. Ook in
In
In een heropende de horeca al, maar moeten kelners restaurant dwingen teddyberen met zachte hand de afstandsregels af.
Een ober heeft een spatmasker op in een zaak in
Duitsland, waar de horeca al meer dan een week weer open is, zijn de ervaringen niet onverdeeld positief. Een gisteren gepubliceerde enquête van de Duitse sectorvereniging Dehoga wees uit dat voor 81 procent van de horecabedrijven een rendabele uitbating niet mogelijk is als de coronamaatregelen in acht nemen. Bij ruim driekwart bleef de omzet onder de helft van het normale peil hangen, 17 procent haalde zelfs geen tiende. Ook de Duitse federatie pleit voor verregaande overheidssteun om het verlies van tal van arbeidsplaatsen te voorkomen.
‘De kostprijs van nietsdoen is sowieso veel hoger dan alle maatregelen die wij voorstellen’, zei De Caluwe in het parlement. Faillissementen en verlies van werkgelegenheid veroorzaken langdurige schade aan het economische weefdragen.
In Oostenrijk kregen sommige restaurants zo weinig volk over de vloer dat ze de deuren alweer hebben gesloten
sel. Hij pleit ervoor hinderpremies toe te kennen aan horecazaken die niet rendabel kunnen openen. Dat is een Vlaamse bevoegdheid. De vakbonden willen steun koppelen aan het gebruik van de witte kassa en die alleen toekennen aan bedrijven die levensvatbaar zijn. Horeca Vlaanderen schat het omzetverlies tot en met 8 juni al op 9,3 miljard euro in vergelijking met vorig jaar.