Kronkel in de straalstroom houdt de regen van ons weg
Het is de schuld van de straalstroom, tien kilometers hoog in de lucht. Als die gaat meanderen, blijft het droog op de grond. ‘Als zich dat jaar na jaar herhaalt, kun je het toeschrijven aan de opwarming.’
Waar is dat Belgische weertje met zijn malse buien van weleer naartoe? Wekenlang zon zonder neerslag en met een strakke (noord)oostenwind deden ons al in mei in een zorgwekkende droogte belanden. Als de voorspellingen uitkomen, duurt dat nog wel even voort.
‘We hebben de afgelopen drie jaar een ongezien neerslagtekort opgebouwd’, zegt David Dehenauw van het KMI. ‘Er is 360 millimeter regen minder dan normaal gevallen. Zelfs in een ideale situatie, met meer dan voldoende regen, hadden we onze achterstand van de laatste jaren pas in 2022 of zelfs 2023 ingehaald. De natte maand februari heeft het probleem hooguit wat uitgesteld.’
Om te weten waar dat gortdroge weer vandaan komt, moeten we omhoog kijken, meer bepaald tien kilometer hoog. Daar blaast de straalstroom, een rivier van snel bewegende lucht die zich strak van west naar oost verplaatst op de grens tussen de koude noordpoollucht en de warmere lucht meer zuidwaarts.
Nu is er iets aan de hand met die luchtrivier. ‘Doordat het noordpoolgebied sneller opwarmt dan de rest van het halfrond, verliest de straalstroom aan kracht en begint hij te kronkelen’, schetst Dehenauw. Of te meanderen, als we toch in de beeldspraak van een rivier zitten (zie grafiek). In de kronkels van die rivier blijven de luchtdrukgebieden als het ware vastzitten. De jongste weken zien we boven WestEuropa aanhoudende hogeluchtdrukgebieden. Die veroorzaken de voortijdig zomerse toestanden. ‘Dat was vroeger hoogst uitzonderlijk in ons Belgische klimaat’, zegt Jonas Van de Walle, klimaatonderzoeker aan de KU Leuven.
Of droog of verzuipen
Zien we hier de klimaatverandering en de opwarming al in actie? ‘Op basis van één droge periode kunnen we nooit een direct verband leggen’, zegt Van de Walle. ‘Maar nu het steeds vaker
Straalstroom terugkeert, jaar na jaar, zit er wel een niet te ontkennen patroon in.’
Sommige studies concluderen dat een verband tussen de polaire opwarming en het gedrag van de straalstroom niet aan te tonen valt. ‘Maar er is toch al een wetenschappelijke consensus dat het verband met de klimaatverandering reëel is’, zegt Dehenauw.
Een van de basisregels van de klimaatleer zegt dat warmere lucht minder snel van vocht verzadigd raakt. Ze neemt met andere woorden meer vocht op vooraleer dat condenseert en als regen naar beneden valt. Dat impliceert langere periodes van droogte. Maar als het regent, valt het er wel met bakken tegelijk uit. Ondanks de droogte moeten we dus beducht blijven voor stortbuien en wateroverlast.
We bevinden ons in een opwaartse kronkel van de straalstroom, wat de warmte en de droogte verklaart. Net zo goed komen we in een neerwaartse kronkel terecht en dan is het koud en nat. Zo’n situatie zal zich veeleer in de winter voordoen. ‘Maar in de zomers vóór 2010 hebben we ook periodes van overmatige regen meegemaakt’, zegt Dehenauw. Onze laatste hoop is dat er vocht van over zee komt aanwaaien. Maar daarvoor moet die straalstroom zich wel anders gaan positioneren. ‘Het traject van de straalstroom is op de lange termijn bijna niet te voorspellen’, zegt Van de Walle.
Opnieuw 40 graden?
Wat hij wel kan voorspellen, is dat de huidige droogte de mogelijke hitte van de komende maanden in de hand kan werken. ‘Als de bodem uitgedroogd is, gaat er geen warmteenergie meer op aan verdamping. Dat is wat we vorige zomer meegemaakt hebben, toen we de kaap van 40 graden Celsius gerond hebben.’
‘Er bestaat een wetenschappelijke consensus dat er een verband is tussen de kronkelende straalstroom en de klimaatverandering’
DAVID DEHENAUW Meteoroloog KMI