Mechelen krijgt naast Kazerne Dossin Hannah Arendtinstituut
‘We moeten het burgerschap heruitvinden’
In Mechelen, de thuisstad van Bart Somers, komt een nieuw wetenschappelijk instituut dat diversiteitsbeleid moet ondersteunen. ‘De grootste uitdaging van deze tijd moet je onderbouwd aanpakken.’
Bijna letterlijk liggen ze in Mechelen op een steenworp van elkaar: het pas opgerichte Hannah Arendtinstituut en de Kazerne Dossin. Beide instellingen buigen zich over samenlevingsproblemen als polarisering en radicalisering. Kazerne Dossin stelt scherp op de Holocaust, het nieuw opgerichte instituut kijkt naar de diverse samenleving van vandaag.
Vlaams minister voor Samenleven en voormalig Mechels burgemeester Bart Somers (Open VLD) ziet ruimte genoeg. ‘Al in het voorjaar van 2019 kwam VUBrector Caroline Pauwels met dat idee naar mij. In navolging van New York en Berlijn wilde ze in België een Hannah Arendtinstituut oprichten, dat wetenschappelijk onderzoek en bestuurlijke kennis rond diversiteit, stedelijkheid en burgerschap centraliseert en verspreidt. UAntwerpenrector Herman Van Goethem (ook gewezen conservator van Kazerne Dossin, red.) kwam daar snel bij. Mechelen was zogezegd “het café halfweg”.’
‘Ik was zelf getriggerd door een uitspraak van VUBsocioloog Mark Elchardus. In Mechelen is er iets in positieve zin veranderd, dat wordt internationaal erkend. Elchardus vond dat moest uitgezocht worden hoe dat precies komt. Voor heel wat inburgerings en integratiebeleid, het omgaan met diversiteit, bestaat er veel expertise. Maar we weten niet altijd waarom iets werkt. Tegelijk waren alvast twee universiteiten vragende partij om dat te onderzoeken.’
Stapt de Vlaamse overheid structureel in dit instituut?
Bart Somers:
‘Als minister van Samenleven gaf ik een startsubsidie van 235.000 euro. Op dit moment gaat het om een onafhankelijk academisch instituut, we hebben niet de ambitie om mee te sturen. We zijn wel geïnteresseerd in de inzichten die het zal leveren om een meer evidencebased diversiteitsbeleid te voeren. Ik geef een voorbeeld: zelforganisaties. Zijn die een meerwaarde voor of een rem op het samenleven? Sluit het op of bevrijdt het? Neem het Minderhedenforum, daar zijn schitterende mensen actief. Maar hebben we een instrument nodig met mensen die hun gemeenschap vertegenwoordigen of hebben we juist deskundigheid rond emancipatie nodig, rond het uitbreken uit die gemeenschap?’
Hoe onafhankelijk is een instituut met een kantoor in het Mechelse stadhuis?
‘Het moest ergens komen. Mechelen heeft, daar mogen we trots op zijn, de voorbije jaren zichzelf overstegen. Een stad met 86.000 inwoners kwam internationaal in alle media, als burgemeester ontmoette ik buitenlandse politici. De stad draagt ook haar geschiedenis mee. Er waren donkere bladzijden, bijvoorbeeld tijdens de Holocaust, toen via de Dossinkazerne 25.000 Joden en Roma gedeporteerd werden naar de Duitse vernietigingskampen. In de vijftiende eeuw werd hier de Grote Raad der Nederlanden opgericht, een soort voorloper van een internationaal gerechtshof.’
Afhankelijk van elkaar
Voor een instituut dat nadenkt over diversiteit is de raad van bestuur niet erg divers.
‘Inderdaad, maar je moet het tijd geven. Het blijft niet zoals het nu is. Ik denk dat het internationaal snel op de kaart zal staan. Op niet zoveel plaatsen in Europa wordt op dit punt wetenschappelijk onderzoek gedaan.’
Werd Christophe Busch gecontacteerd toen hij nog directeur van Kazerne Dossin was?
‘Dat denk ik niet, de rectoren trokken hem aan als directeur, dat moet je hen vragen. In elk geval zal het Hannah Arendtinstituut niet concurreren met de Kazerne Dossin (dat onder de bevoegdheid van ministerpresident Jan Jambon (NVA) valt, red.). Dossin is een memoriaal en een museum voor de Holocaust, maar ook een plek die vanuit de Holocaust doet nadenken over mensenrechten. Dat is helemaal anders dan reflecteren over stedelijkheid, burgerschap en diversiteit.’
‘Bij Kazerne Dossin zijn er stevige discussies geweest. Het is belangrijk dat de nieuwe directeur, Tomas Baum, in de luwte het vertrouwen kan herstellen. Ooit richtte Natan Ramet in de oorspronkelijke kazerne een klein memoriaal en kenniscentrum op, toen de Vlaamse overheid daarvan het nut nog niet inzag. Stel je voor, ze liet toe dat er op die plek appartementen werden gebouwd. Met de oprichting van het museum verkoos Vlaanderen om het perspectief van die instelling te verbreden. Dat was boeiend maar moeilijk.’
Die verbreding ligt gevoelig bij een deel van de Joodse gemeenschap. Laat
Kazerne Dossin dat in de toekomst over aan het Hannah Arendtinstituut?
‘Nee, want dat is niet zijn kerntaak. We staan voor een ongelofelijke uitdaging. Onze diverse samenleving staat onder druk. Bepaalde politieke partijen polariseren de maatschappij, stigmatiseren mensen. We moeten het burgerschap heruitvinden. Dat gebeurt in een stedelijke context, waar mensen dicht bij elkaar leven. In Antwerpen heeft meer dan 70 procent van de kinderen migratieroots, in Mechelen meer dan de helft. Hoe maken we daarvan een succes?’
‘De coronacrisis onderstreept onze afhankelijkheid van elkaar. Ze leert ons dat het verantwoordelijkheidsgevoel bij de meeste mensen groot is. In het begin werd gezegd dat mensen met een migratieachtergrond de maatregelen minder goed zouden begrijpen. Vandaag zien we dat diverse steden als Mechelen en Gent zeer lage besmettingscijfers hebben. Het is niet omdat er veel diversiteit is, dat er weinig burgerschap is. Als ik vandaag lees wie er niet geluisterd heeft
(Dries Van Langenhove, red.), wordt dat verhaal een stuk genuanceerder.’
‘Wie hield ons tijdens deze crisis overeind? Dat zijn beroepen waarin mensen met een migratieachtergrond oververtegenwoordigd zijn: in de zorgsector een op de vijf, in warenhuizen bijna een derde. Veel discussies zijn niet ontploft maar juist gekalmeerd. De ramadan werd geen probleem. De Assyrische christenen in mijn stad, fervente kerkgangers, pasten zich meteen aan. We vinden elkaar in een gedeelde opdracht en een gedeeld lot. Het instituut moet onderzoeken hoe dat werkt.’
Net als de DuitsAmerikaanse filosofe Hannah Arendt hecht u veel belang aan die stedelijke context?
‘Als politiek denker stelde Arendt zich veel vragen over hoe samenlevingen omgaan met angst en frustraties en over hoe je kunt voorkomen dat polarisatie ontaardt in totalitarisme. Je hoeft het met haar niet over alles eens te zijn, maar ze was een inspiratiebron door de vragen die ze stelde. Hoe voorkom je dat mensen meegesleurd worden in een sociale polarisatie, waar mensen tegenover elkaar staan omdat ze tot een andere groep behoren?’
‘Diversiteit ontstond in de steden, maar de spanningen zijn allang niet meer tot de steden beperkt, het succes van Vlaams Belang in Vlaanderen vormt hiervan het bewijs. De Nederlandse publicist Paul Scheffer heeft dat mooi omschreven. De diversiteit waaiert uit en wordt overal zichtbaar. Waar steden als Genk, Antwerpen en Gent al decennia gewend zijn aan diversiteit, worden veel landelijke gemeenten er nu pas mee geconfronteerd. Diversiteit wordt ook zichtbaarder omdat mensen met een migratieachtergrond op de voorgrond treden, terwijl hun ouders soms nagenoeg onzichtbaar waren.’
‘Op stedelijk niveau heb je de mogelijkheden om sneller succes te boeken. Natiestaten baseren hun groepsgevoel vaak op het verleden, steden op de toekomst. Een stad is minder afgebakend, een plek waar je de ander ontmoet, een plek met een opener identiteit. In een natie heb je sneller het risico dat een identiteit exclusief wordt gedefinieerd.’
Onderbouwd te werk gaan
Dat instituut verzeilt wellicht snel in politieke discussies, zeker als het bijvoorbeeld het effect van sociale media tegen het licht wil houden.
‘Het is niet opgericht om aan partijpolitiek te doen, ik denk niet dat het de gedachten zal kneden. Als tijdens een arrestatie een omstander naar de politie schopt, moeten we daar geen excuses voor zoeken, dat is crimineel en dat moet je kordaat bestraffen. Maar je moet wel nadenken hoe je het voor elkaar wilt krijgen dat mensen de kant gaan kiezen van de politie, omdat ze zich identificeren met de samenleving. Dat ze de politie zien als iemand die ook hen beschermt. Als mensen zich een burger voelen, is de politie hun politie. De grootste uitdaging van deze tijd moeten we onderbouwd te lijf gaan. Niet met nattevingerwerk, anekdotiek, of retoriek. Dat is wat dit instituut moet doen.’
‘We leven allemaal in een bubbel, zeker journalisten en politici. Na enkele kwade tweets denken we allemaal dat we slecht bezig zijn. Maar hebben sociale media echt impact, bepalen ze de mindset of de grondstroom in een samenleving? Welke strategieën kun je daartegenover plaatsen? Wat is de impact van fakenieuws? Op welke manier stigmatiseert het mensen? Dat onderzoek staat nog in de kinderschoenen. Laat die universiteiten maar de impact op ons democratisch bestel onderzoeken.’
‘Een gevoelige vraag? Dat zal wel. Heeft Vlaams Belang zijn succes aan de sociale media te danken? Ik weet het niet. Maar ik wil me niet blindstaren op hun succes. Ik ben erg zuinig met kritiek, al vind ik niet dat de partij de samenleving iets bijbrengt. Mijn taak is het omgekeerde. Wie afgaat op de sociale media, zou geloven dat er zich in Vlaanderen elke dag drama’s afspelen, terwijl er juist heel wat successen zijn, als je ziet hoeveel mensen in een à twee generaties een positieve plaats in de samenleving hebben bereikt: “Het zal wel dat mijn grootouders van elders komen, maar ik ben een deel van deze samenleving”.’
Toch neemt de polarisering toe.
‘Politiek zeker, maar ook maatschappelijk? Heel wat mensen leven uitstekend samen in de steden. Sommige mensen leggen zich node neer bij diversiteit, anderen zien best positieve kanten. Nog anderen denken: “Het leven is wat het is.” Maar in het leven van elke dag zien heel wat burgers de buurman niet meer als de allochtoon maar als de buurman.’
‘Ik ben niet blind voor de spanningen. Maar ik heb geen zin om in dat spanningsveld te stappen. Ik wil datgene wat groeit, verder bemesten. Laat mij de suiker zijn, laat anderen maar de citroen zijn.’
‘In het Minderhedenforum zijn schitterende mensen actief. Maar hebben we een instrument nodig met mensen die hun gemeenschap vertegenwoordigen of hebben we juist deskundigheid rond emancipatie nodig?’
BART SOMERS (OPEN VLD)
Vlaams minister van Samenleven